Mr.

Mr. 3 2018 / 45 H et College van Afgevaardigden van de Nederlandse Orde van Advocaten keurde afgelopen zomer de Wijzigingsverordening kwaliteitstoetsen goed. Deze verplicht advocaten jaarlijks deel te nemen aan een van de drie vormen van feedback: intervisie, peer review of gestructureerd intercollegiaal overleg. Begin septem- ber nam de Algemene Raad dit besluit over. Het doel van deze gestructureerde vormen van feedback is om van collega’s en vakgenoten te leren. Ervaringen, pro- blemen, successen en uitdagingen in de dagelijkse werk- praktijk worden besproken, om zo de kwaliteit binnen de advocatuur te waarborgen. Feedback moet leiden tot een effectievere, professionele en gelijke werkhouding. In opdracht van Mr. heeft een aantal hbo-rechtenstuden- ten van de Hogeschool van Amsterdam onderzocht hoe advocaten tegen deze verplichting aankijken. Ze enquê- teerden een groot aantal kantoren en kregen van 64 kan- toren, klein, middelgroot en groot, respons. KWALITEIT Uit het onderzoek blijkt dat bijna 60 procent van de advo- caten verwacht dat de feedbackverplichting de kwaliteit binnen hun kantoor niet zal bevorderen, terwijl 40 pro- cent vermoedt dat daarmee de kwaliteit binnen de advo- catuur als geheel wel zal worden bevorderd. De onderzoe- kers concluderen dat advocaten waarborging en bevorde- ring van de kwaliteit over het algemeen een positief initi- atief vinden, maar menen dat dit absoluut niet nodig is binnen hun eigen kantoor. De kleinere kantoren zijn het meest positief over de bevordering van de kwaliteit door de verordening. Twee derde van de kantoren kan zich verenigen met de eisen die de verordening stelt. Meer dan de helft van de ondervraagden is van mening dat de eisen efficiënt en makkelijk uitvoerbaar zijn. Op dit moment maakt al ruim driekwart van de ondervraagden gebruik van een van de in de wijzigingsverordening genoemde feedback- vormen, hoewel dat nog niet verplicht is. Intervisie is daarbij de meest favoriete vorm (42 procent), gevolgd door intercollegiaal overleg (38 procent). Peer review is de minst favoriete methode. Bijna 40 procent vindt bijscho- ling de beste manier om de kwaliteit te bevorderen. ONBEKENDHEID AR-lid Bernard de Leest begrijpt wel waarom zoveel ad- vocaten denken dat feedback voor hun eigen kantoor weinig zinvol is. “Dat is onbekendheid. Zelf ben ik ook geen zweverig type en had ik aanvankelijk ook zo mijn gedachten bij intervisie. Maar als je het doet ga je dingen zien die je eerst niet zag. Je wordt er echt een betere professional van.” Het is niet alleen onbekendheid met het fenomeen feedback, maar ook de verschillende vormen van feedback zeggen veel advocaten nog weinig, meent De Leest. Tamara Willem- se, coach en partner bij Meesterlijk Contact beaamt dat. Ze begrijpt ook wel waarom advocaten weinig zien in een peer review. “Daarbij kijkt een deskundige buitenstaan- der, bijvoorbeeld een oud-advocaat, naar je werk. Maar dat voelt vaak als een beoordeling, als controle. En dat in een beroepsgroep waarin het not done is om fouten te ma- ken.” Door die negatieve beleving is een peer review niet zo geschikt als feedbackvorm, vindt Willemse. Intercollegiaal overleg is dat meer, en intervisie is nog be- ter, zegt ze. “Bij intercollegiaal overleg bespreek je met de collega’s op kantoor of collega’s van een ander kantoor de dossiers. Dat geschiedt weliswaar ‘gestructureerd’, maar is toch vrijblijvender dan intervisie. Bij intercollegiaal overleg bestaat het risico dat advocaten zichzelf en elkaar bevestigen omdat ze niet graag feedback of kritiek op een collega willen geven onder het mom‘zo doen we dat altijd hier op kantoor’. Maar daar leer je niet veel van.” Wel van intervisie, want dan zit er een externe deskundi- ge bij. “Dat is iemand die de inhoud van het werk kent, maar ook de tools heeft om uit de inhoud van de dossiers ADVOCATUUR KWALITEITSTOETS ‘LIGHT’ NA GESTEGGEL Na jarenlang gesteggel was afgelopen jaar juni de kogel dan eindelijk door de kerk: besloten werd dat advocaten zullen worden onderworpen aan een kwa- liteitstoets. Het gaat wel om de ‘light-versie’. Zodra de verplichting ingaat moeten advocaten minimaal acht uur per jaar besteden aan feedback, maar hoeven daarvoor niet te kiezen voor het ar- beidsintensieve en dure middel van peer review. In- tervisie of gestructureerd collegiaal overleg is ook toegestaan. De wijzigingsverordening waarin dit is neergelegd is een compromis tussen het oorspronke- lijke uitgangspunt van de Algemene Raad en de opinie van een aantal leden van het College van Af- gevaardigden. De raad wilde aanvankelijk peer re- view verplichten, maar dit stuitte op verzet vanuit een deel van de afgevaardigden. De tegenstanders van verplichte peer review waren bang voor de kos- ten van een externe deskundige die peer review be- geleidt. Vooral kleine kantoren hikten aan tegen het bedrag van 1000 à 1500 euro dat daarmee gemoeid is. Andere advocaten waren bang de vertrouwelijk- heidsregels te schenden als ze inzage moeten verle- nen in hun dossiers.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=