Mr.

Mr. 3 2018 / 47 “PAS ALS ADVOCATEN AAN FEEDBACK GAAN DOEN, ZULLEN ZE HET NUT ERVAN INZIEN” ADVOCATUUR te blijven. Hij stelt een an- dere type vragen, bewaakt het proces en zal niet ver- zanden in de juridische inhoud, wat bij intercollegi- aal overleg mogelijk wel dreigt.” Intervisie werkt met de bekende vreemde ogen en toch wordt er veiligheid en vertrouwen geboden, stelt Wil- lemse. Volgens haar is dat de meest efficiën- te vorm van feedback. “Het inhuren van een externe des- kundige voor intervisie is een investering, maar die is snel terugverdiend.” PROFESSIONELE HOUDING De Leest toont begrip voor de advocaten die nu nog afhou- dend zijn. “Ze zijn allemaal erg druk met hun praktijk en dit komt er óók weer bij. Ze moeten al zo veel. Maar het hoort bij je professionele houding. Je mag advocaat zijn, daar moet wat tegenover staan. Cliënten verwachten pro- fessionaliteit en dat onderscheidt ons van andere juridi- sche dienstverleners.” Maar hij begrijpt ook dat zeker ad- vocaten die gefinancierde rechtshulp verlenen opzien tegen de kosten. De komende maanden gaat de Orde flink inzetten op voorlichting en scholing over op het gebied van feedback. De afwachtende houding zal langzaam wegebben, verwacht De Leest. “Pas als advocaten het gaan doen zien ze het nut ervan in. Je bent blind voor je eigen fouten en tekortkomingen, je zult dankbaar zijn als je het doet.” Invoering van feedback is volgens De Leest niet moeilijk. “Intervisie kun je twee keer per jaar doen, dat kost dan vier uur per keer. Je krijgt er zelfs PO-punten voor. Intercollegiaal overleg kun je zo vaak doen als je wilt en op de momenten dat je wilt. Peer review is wel kostbaarder, maar degenen die peer review onder- gaan krijgen ook PO-punten.” Het is nog niet bekend wanneer feedback verplicht wordt. Er is een wettelijke grond- slag voor nodig en dus moet de Advocatenwet door de wetgever worden aangepast.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=