Mr.
Mr. 3 2018 / 55 SENIOR/JUNIOR land B. Ook de politiek is belangrijk in ons vakgebied, daar moet je oog voor hebben. Brexit heeft grote gevolgen voor de internationale octrooirechtpraktijk.” TOEKOMST De bedoeling is dat er in de toekomst één octrooirechter zal zijn voor heel Europa: het Unified Patent Court (UPC). Er is veertig jaar gewerkt aan zo’n systeem, aldus Pors, die verwacht dat het UPC er zeker zal komen. “Alles is klaar. Het wachten is nu nog op een procedure in Duits- land. Engeland en Duitsland moeten nog ratificeren, daar heeft Brexit een rol gespeeld. De Britse goedkeuring is er nu wel.” Het UPC zal grote gevolgen hebben voor de advocatuur. Het heeft een eigen rechtssysteem, waar alle advocaten mee zullen werken. “Dit breekt de markt volledig open”, zegt De Leeuw. “Advocaten in Europa worden elkaars direc- te concurrenten. Dat zal er ook toe leiden dat kleinere spe- lers van de markt worden verdreven.” Europa wordt inte- ressanter voor Amerikaanse en Aziatische bedrijven, dus waarschijnlijk neemt het werk toe, verwachten Pors en De Leeuw. “In de VS zijn onlangs ongunstige beslissingen ge- nomen”, zegt De Leeuw. “Het procederen is er bovendien duur. Wat hier een paar honderdduizend euro kost, kost daar al gauw vele miljoenen.” Pors vervolgt: “Het UPC wordt bevoegd voor 420 miljoen inwoners, in 25 landen. In de VS gaat het om 320 miljoen mensen. De markt is groter, het recht is beter én je kunt in één klap winnen in heel Europa. Of verliezen, natuurlijk.” Pors en De Leeuw zien naar het UPC uit en denken dat het ook voor het bedrijfsleven een belangrijke verbetering zal zijn. Maar sommige advocaten zijn er bang voor. “Ik krijg soms woedende reacties, als ik er iets over op een IE- blog publiceer”, zegt Pors. “Dat zal dan wel betekenen dat ik gelijk heb.” Verder pratend over de toekomst van IE signaleren Pors en De Leeuw een voortdurende toename van de invloed van het internet. “Toen ik begon, was het moeilijk bewijs te verzamelen”, zegt Pors. “Nu is de stand van de techniek vrijwel helemaal online te vinden. Soms gaat het zó ver dat we het bewijs voor een inbreuk vinden op de website van de inbreukmaker.” Wouter Pors (1959) studeerde bouw- kunde in Eindhoven en vervolgens rechten in Tilburg. Hij begon in 1989 als stagiaire bij het toenmalige Blackstone, Rueb en Van Boeschoten en werkte later bij Houthoff. In 2001 was hij een van de oprichters van de Nederlandse vestiging van Bird & Bird, waar hij de groep IE leidt. Alexander de Leeuw (1991) deed de onderzoeksmaster Informatierecht aan de Universiteit van Amsterdam en studeerde in New York en in Kopenha- gen. Binnenkort rondt hij zijn stage af bij Brinkhof in Amsterdam. Naast octrooirecht houdt hij zich bezig met de algemene IE-praktijk, de bescherming van be- drijfsgeheimen en de procespraktijk. ALGEMENE LEERSTUKKEN Octrooihouders die elkaar nodig hebben, kunnen elkaar li- centies voor het gebruik verlenen. Pors: “Alle mobiele tele- foons moeten met elkaar en met het netwerk kunnen com- municeren. De grote producenten van telefoons hebben veel octrooien, soms duizenden. Ze verlenen elkaar over en weer licenties onder die octrooien − kruislicenties. Deze praktijk leidt tot discussies over mededingingsrecht.” Octrooirecht en mededingingsrecht zijn met elkaar verwe- ven. Pors’ advies aan jongere advocaten op zijn gebied luidt dan ook: “Blijf de helicopterview behouden. Verlies de alge- mene leerstukken niet uit het oog. Ook fiscale aspecten ver- dienen aandacht. Het kan voor een bedrijf octrooitechnisch gunstig zijn om in land A gevestigd te zijn, maar fiscaal in
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=