Mr.
Mr. 8 2018 / 11 RAAD VAN STATE Anonieme inbreng van amici curiae (vrienden van het hof) mag niet worden toegestaan en amicusbrieven moeten in- tegraal op de website van de Raad van State worden gepu- bliceerd. Dat zijn twee van de aanbevelingen uit het evalu- atieonderzoek naar het instrument van de amicus curiae bij de Afdeling bestuursrechtspraak. S inds vorig jaar heeft de Afdeling bestuursrechtspraak in drie bestuursrechtelijke procedures ervaring opgedaan met ami- ci curiae. In deze procedures kregen anderen dan de directe pro- cespartijen de mogelijkheid mee te denken en te reageren op vragen van de Afdeling. De onderzoekers stellen dat er aanleiding is voor optimisme, maar dat ze niet kunnen concluderen dat de amicus curiae zon- der meer beantwoordt aan de gestelde doelen. Daarvoor hebben de procedures waarbij amicusbrieven zijn toegepast de onder- zoekers te weinig ervaringen opgeleverd. Ook valt niet te zeg- gen of het met de negatieve bijwerkingen meevalt. Volgens woordvoerder Gert-Jan Klapwijk van de Raad van State betekent deze constatering niet dat de Afdeling bestuursrecht- spraak met het onderzoek niets is opgeschoten. “De afdeling moet een besluit nemen over doorgaan met dit nieuwe instru- ment. Er was behoefte aan een eerste indruk van wat de amicus curiae kan opleveren, en van de nadelen. Het rapport dient nu als discussiestuk.” In de drie procedures konden ook anderen dan procespartijen reageren op vragen van de Afdeling bestuursrechtspraak. Het VOORZICHTIG OPTIMISME OVER AMICUS CURIAE ADVOCATEN TASTEN MOGELIJKHEDEN ‘URGENDA’ AF De uitspraak in de klimaatzaak Urgenda biedt advocaten mogelijk handvatten bij an- dere maatschappelijke onderwerpen. Zo is Urgenda al als precedent opgevoerd in een zaak tegen de Staat over oorlogsmisdadi- gers. H et gerechtshof Den Haag verwierp op 9 oktober op basis van doorwerking van internationaal recht het hoger beroep van de Staat tegen de rechtbankuitspraak over CO2-uitstoot. Deze uitspraken gelden als baanbrekend, omdat ze gezien worden als ingrijpen van de rechter in regeringsbeleid. Advocaat Roger Cox (Paulussen Advocaten) die in 2015 de zaak namens de stichting Urgenda aanhangig maakte, meent dat voorzichtigheid is geboden bij het vertalen van klimaatuit- spraken naar andere gevallen. “Belangrijke facetten rondom het klimaatprobleem kennen hun gelijke niet.” Cox zal wel de- zelfde aanpak gebruiken in zijn klimaatzaken tegen de Belgi- sche overheid en Shell. Knoops’ Advocaten heeft twee dagen na de Urgenda-uitspraak al bij de bestuursrechter daarnaar verwezen, vertelt Geert-Jan Knoops. Dat gebeurde in een bezwaarprocedure tegen de weigering van het Rijksarchief toe- gang te verlenen tot de identiteit van Neder- landse kampbewakers. “Op grond van Urgenda hebben wij gepleit dat nabestaanden van oor- logsslachtoffers rechten ontlenen aan internati- onaal recht. Wat geldt voor milieubeginselen, geldt ook voor beginselen op andere terreinen.” “Urgenda is bijzonder omdat de implicaties heel verstrekkend zijn”, zegt mensenrechtenadvocaat Channa Samkalden (Prak- ken d’Oliveira). “Juridisch is er niets nieuws onder de zon. Schending van verplichtingen uit het internationaal recht kan nu eenmaal een onrechtmatige daad opleveren.” Een aanpak zoals in de Urgenda-zaak past Prakken d’Oliveira dan ook in veel zaken toe, vertelt zij. Of Urgenda een rol gaat spelen in de aanpak van de tabaksin- dustrie, is nog maar de vraag, laat Bénédicte Ficq (Ficq & Part- ners) weten. “Daarbij zitten we nog helemaal in het strafrech- telijk traject, dus de Urgenda-uitspraak is niet aan de orde. Die kan misschien aan de orde komen als het gerechtshof ons klaagschrift verwerpt.” (CH) rapport stelt dat de grote meerderheid van de staatsraden, pro- cespartijen en amici dit positief waardeert. De amicus curiae lijkt de legitimiteit van rechterlijke oordelen te versterken. Eén staatsraad betwijfelde het nut: hij had niets nieuws gehoord en wel tijd en energie verspild aan amicusbrieven. Ook de gevreesde bijwerking lobbyisme had zich in de onder- zochte procedures voorgedaan. De staatsraden gaven echter aan dat lobbyisme goed is te hanteren met een kritische rechterlijke houding en prudente processuele inbedding. “Lobbyisme is pro- blematisch als het in het geniep gebeurt”, aldus een van de staatsraden. De onderzoekers bevelen maximale transparantie aan over de inhoud van de amicusbrieven en over de doorwerking daarvan in de gerechtelijke besluiten. (CH)
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=