Mr.
Mr. 8 2018 / 29 “HET LIJKT EROP DAT DE HOGE RAAD NIET VEEL VAN DE HARD AND FAST RULES VAN DE WWZ MOET HEBBEN” INTERVIEW GATEN IN DE WWZ In 2015 werd de Wet werk en zekerheid (Wwz) ingevoerd. Die wet levert nogal wat reuring op in juridische kringen. “De Wwz is een goudmijn voor de arbeidsrechtjurist. De wet is binnen no time door de Kamer geduwd en er zitten allerlei gaten in. De parlementaire geschiedenis spreekt zichzelf op veel punten tegen. Neem bijvoorbeeld de sa- menloop van de verschuldigdheid van de transitiever- goeding met een terecht ontslag op staande voet. De aanspraak op die vergoeding vervalt pas bij ernstige ver- wijtbaarheid aan de kant van de werknemer. In de me- morie van toelichting stond dat de aanspraak ‘dus’ ook steeds vervalt bij een terecht ontslag op staande voet. Onzin, want de Hoge Raad leert al jaar en dag dat een dringende reden voor zo’n ontslag ook zonder enige ver- wijtbaarheid kan bestaan. Het ontslag op staande voet is een ordemaatregel, geen strafmaatregel. Een paar we- ken later staat er dan opeens in de nota naar aanleiding van het verslag dat bij een terecht ontslag op staande voet zonder verwijtbaarheid ‘uiteraard’ een transitiever- goeding is verschuldigd. De Hoge Raad heeft in een aan- tal uitspraken fijntjes op dat soort inconsistenties in het wetgevingsproces gewezen. Het is soms best pijnlijk voor de wetgever.” Het is gewoon een slechte wet. “Nog afgezien wat je van de uitgangspunten van de wet vindt, het wetgevingsproduct is op allerlei punten niet goed doordacht; het is haastwerk geweest. Fundamenteel zit er hier en daar best wat in de gemaakte keuzes. Een belangrijk winstpunt is dat een einde is gemaakt aan de vrijheid van de werkgever om de beëindiging via opzegging of via ontbinding te realiseren. Al naar ge- lang de gekozen route konden de vergoedin- gen enorm uiteenlopen. Dat leidde tot rechtsongelijkheid. Die is nu verleden tijd. In de Wwz is de te volgen route afhankelijk van de ontslaggrond, en dezelfde vergoedin- gen gelden bij de verschillende routes. Ook de mogelijkheid van hoger beroep juich ik toe. Maar ver- der? Kijk, de Wwz wilde een zuiver systeem creëren waar- in je alleen een arbeidsovereenkomst kunt beëindigen als je een honderd procent voldragen grond hebt. Geen ge- marchandeer meer en de ontslagredenen staan met zo- veel woorden in de wet genoemd. Dat klinkt theoretisch gezien allemaal heel mooi en principieel...” Maar… “Minister Asscher van Sociale Zaken was verantwoorde- lijk voor deze wet. Hij beoogde dat er door de Wwz veel minder geprocedeerd zou worden, omdat de wet hard and fast rules voor iedereen gaf. Maar het idee dat je het ar- beidsrecht in zulke harde regels kunt vangen, ontkent hoe ingewikkeld en geschakeerd arbeidsverhoudingen zijn. Het arbeidsrecht is niet zwart-wit, het vereist maat- werk. Dus zo’n wet, dat gaat niet werken. “Er liggen nu zo’n twintig uitspraken van de Hoge Raad over de Wwz. Naar mijn idee is daarin een duidelijke lijn te ontdekken. Je ziet dat de Hoge Raad probeert de nuance terug te brengen tegenover die hard and fast rules van de wetgever. De Hoge Raad lijkt de feitenrechter zoveel mo- gelijk armslag te willen geven om recht te doen aan de omstandigheden van het geval, binnen het nieuwe wettelijke kader. De Hoge Raad maakt daarbij gebruik van de wetsgeschiedenis die, laat ik het aardig zeg- gen, nogal multi-interpretabel is. “De voorwaardelijke ontbinding na een ontslag op staande voet is er een voorbeeld van. De wetsgeschiedenis repte met geen woord over die rechtsfiguur die in het oude recht heel vaak werd gebruikt als veilig- heidsnet. Gewoon over het hoofd gezien in de haast. De Hoge Raad concludeerde dat de wetgever de mogelijk- heid klaarblijkelijk niet principieel heeft willen uitslui- ten, omdat hij er niets over heeft bepaald. De voorwaar- delijke ontbinding bleef voor bijzondere, klemmende gevallen mogelijk. Een ander voorbeeld betreft de moge- lijkheden die de rechter in hoger beroep heeft na een on- terechte ontbinding in eerste aanleg. De wet noemt er twee. Ofwel de rechter herstelt in hoger beroep het dienstverband, ofwel hij kent een billijke vergoeding toe. De Hoge Raad leest de wetsgeschiedenis zo dat de rechter in hoger beroep ook kan besluiten om niets te WIE IS STEFAN SAGEL? Stefan Sagel (1973) is hoogleraar arbeidsrecht aan de Universiteit Leiden en partner bij advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek. Hij studeerde rech- ten in Leiden en Oxford, en promoveerde in 2013 op een proefschrift over het ontslag op staande voet. Op YouTube staan verschillende filmpjes van de Uni- versiteit van Nederland waarin Sagel ingaat op actu- ele arbeidsrechtelijke kwesties. De toegankelijke manier waarop hij ingewikkelde zaken uitlegt, le- verde hem in de afgelopen vijf jaar twee keer de titel van beste docent van de Leidse rechtenfaculteit op. In 2015 kozen vakgenoten hem als beste arbeids- rechtadvocaat van Nederland. Sagel is getrouwd met een psychologe en heeft twee zoons, Moritz en Max.
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=