Mr.

38 / Mr. 8 2018 profielen consequent combineren, maar in echt grote za- ken ligt het accent al bijna op projectmanagers en legal- tech-specialisten en komt de advocaat ‘zo nu en dan’ kij- ken.” Orobio de Castro: “Met verschillende klanten werken wij samen aan legaltech-oplossingen en je hebt dan gelukkig een gedeelte van de medewerkers dat dat erg leuk vindt en omarmt. De professional support lawyers zijn ook bij ons here to stay .” Cammel: “Komt daar ook jullie leiderschap om de hoek kijken, bij het bepalen welk van de verschillende discipli- nes in een bepaalde zaak bij elkaar worden gebracht?” Orobio de Castro: “Het begrip leiderschap is ongelukkig, omdat het een hiërarchische verhouding veronderstelt. In werkelijkheid bewegen we juist veel meer naar een niet- hiërarchische organisatiestructuur toe.” Linnemann: “Ik zie de behoefte aan hiërar- chie ook verdwijnen, maar dat betekent nog niet dat het ook vanzelf goed gaat. We krij- gen nu jongeren binnen die zich op sommi- ge gebieden, bijvoorbeeld netwerken en commercieel talent, al meteen met een part- ner kunnen meten. Maar hoe gaan senior advocaten daar vervolgens mee om? Dat vraagt veel aandacht.” GEEKY TECHJONGEREN Op het gebied van legal tech zijn de verschillen tussen de jongere en oudere generatie misschien zichtbaarder dan op andere terreinen. Dat hoeft volgens Marieke Bakker, managing partner van Loyens & Loeff, echter geen enkel probleem te zijn. “Wanneer oudere partners minder affi- niteit hebben met legal tech, gaat het erom dat ze jonge- ren stimuleren daar wel wat mee te doen, ze de ruimte geven om zich te ontwikkelen en te ontplooien. Ook bin- RONDETAFELGESPREK AKD: “Samenwerken vind ik een goede eigenschap, maar luisteren is denk ik de belangrijkste. Wat wil de raad van bestuur nu eigenlijk echt, welke koers gaat een bedrijf volgen? Een advocaat die goed kan luisteren geeft ook be- tere adviezen.” JURIDISCHE BRIL Cammel: “Soft skills als samenwerken en luisteren zijn dus belangrijk, maar tegelijkertijd hoor ik ook dat jullie advocaten steeds meer niet-juridische technische vaardig- heden moeten beheersen. Risicomanagementmodellen als COSO bijvoorbeeld, of financiële kennis. Waar doen jullie medewerkers dat soort er- varing op?” Van der Velden: “Elk van onze kantoren heeft uitgebreide opleidingspro- gramma’s waarin ook zaken als finance en risicomanagement naar voren komen. Je be- weegt je als topadvocaat in een bepaalde omgeving en dient daartoe een bepaalde ba- siskennis te hebben die breder is dan puur de juristerij. Toch moeten we als advocaten oppassen dat we ons niet anders voordoen dan we zijn. Onze primaire toegevoegde waarde ligt in het met een juridische bril kijken naar vraagstellingen. Je dient je altijd te realiseren dat andere disciplines anders kijken, maar we moeten niet te snel weg willen moffelen dat we advocaat zijn.” Potjewijd: “Het startpunt van alle competenties is: welke rol vervul je voor je cliënt? Dat is in eerste instantie die van de advocaat. Vervolgens ga je vanuit die rol beredeneren welke vaardigheden er nog meer nodig zijn om de cliënt zo goed mogelijk te helpen.” Van der Velden: “Op ons kantoor lopen vier profielen rond: advocaten, projectmanagers, legaltech-specialisten en professional support lawyers. In elke zaak wil je die “WE MOETEN NIET TE SNEL WEG WILLEN MOFFELEN DAT WE ADVOCAAT ZIJN”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=