Mr.

Mr. 8 2018 / 41 keuzes in hun carrière.” Linnemann: “Het verschil tussen backoffice en frontoffice verdwijnt, dat is een duidelijke trend. Finance doet niet meer alleen de boekhouding, maar ook de pricing en een businessdevelopmentmana- ger schuift nu ook echt aan bij pitches. Het is een beetje een flauw, maar wel een bekend voorbeeld: je hebt schoonmakers bij NASA die zeggen dat ze wc’s schoonma- ken, maar ook schoonmakers die zeggen dat ze de astro- nauten helpen bij hun ruimtemissies. Iedereen op kan- toor moet denken: we werken aan hetzelfde doel.” PARTNERSCHAP Cammel wil graag weten of de kortere carrière-horizon van talent, vorig jaar tijdens het rondetafelgesprek nog een flink discussieonderwerp, nog steeds een probleem vormt. Van der Velden: “De drijfveer om partner te worden is ver- wisseld voor de drijfveer van continue uitdaging. Het part- nerschap is minder relevant voor medewerkers en er wordt dus ook veel minder over carrièreplanning gesproken. Waar zie je jezelf over vijf jaar, voorheen een geijkte vraag bij sollicitaties, roept nu vooral verbaasde gezichten op.” Potjewijd: “Het goede antwoord daarop is ook: ik ben dan nog steeds nieuwsgierig en ik voel me nog steeds uitge- daagd. Het ‘nu’ is belangrijker: voel jij je je nog goed in je werk, krijg je voldoende energie van je werk? Dat moet een permanente dialoog op kantoor zijn en niet alleen een vraag bij een HR- of beoordelingsgesprek.” Cammel: “ En als specialisten wel weggaan, hoe borgen jullie hun kennis dan?” Linnemann: “Ik zou niet weten welke kennis we nu moeten vastleggen die volgend jaar nog relevant is. Volgens mij is het belangrijker om een heel goed werkklimaat te bieden zodat mensen ook bij je willen blijven.” Bakker: “Je hebt wel een aantal nieuwe rollen binnen kantoor gekregen, security officers bijvoor- beeld, waarbij het vervelend is als je elke paar jaar weer opnieuw moet beginnen. In die zin zijn we wel wat kwetsbaarder nu.” Van der Velden: “Het traditionele mo- del van iemand die na tien jaar partner wordt en uitein- delijk dertig jaar voor je werkt, was natuurlijk gemakke- lijker. Je had een lange periode om iemand klaar te stomen voor de top. Waar we denk ik als kantoren aan moeten wennen, is dat wanneer een legaltech-professio- nal twee jaar goede dingen voor kantoor doet en daarna vertrekt, dat ook positief is. De markt is gewoon veel min- der statisch.” UITDAGING Cammel: “Zien jullie dat ook meteen als de grootste uitda- ging, om het kantoor aan te passen aan de markt waarin je opereert?” Van der Velden: “We zijn nu al hard aan de slag met het integreren van legaltech-oplossingen in de dagelijkse praktijk. Zodat de advocaten uiteindelijk nog beter hun meerwaarde kunnen aantonen – als advocaat door een juridische bril meedenken op strategisch ni- veau.” Linnemann: “Voor ons ligt de prioriteit in nog scherper stellen wie we zijn, wat onze cultuur is en wie we bedienen, en daar vervolgens ook consequent naar handelen. Cliënten moeten zich thuis voelen bij de kan- toorcultuur.” Potjewijd: “De uitvoering van ons vak gaat andere kwaliteiten vergen en die transitie is nu in volle gang. Kantoorgenoten moeten op het juiste moment de juiste middelen aangereikt krijgen om deze vaardigheden verder te ontwikkelen en er vervolgens van te profiteren. De integratie van juridisch werk met procesmanagement bijvoorbeeld vergt een vorm van samenwerking en aan- passing bij alle kantoorgenoten. Daar ligt voor ons een grote uitdaging.” RONDETAFELGESPREK

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=