Mr.

Mr. 8 2018 / 47 ADVOCATUUR De spelregels voor interne onderzoeken door advocaten zijn aangescherpt sinds de geruchtmakende tuchtzaak tegen De Brauw Blackstone Westbroek, eind vorig jaar. Mr. zocht uit wat die uitspraak betekent voor advocaten die onderzoek doen naar fraude en andere misstanden. “Laat je niet onder druk zetten, en pas hoor en wederhoor toe.” En: “Naarmate de exposure groter is, moet je extra zorgvuldigheid in acht nemen.” DOOR PETER LOUWERSE V als spel bij de NS, een boekhoudschandaal bij Ahold, omkoping door SBM Offshore, het deriva- tenschandaal bij Vestia en misstanden bij studen- tenvereniging Minerva in Leiden: allemaal zaken waarin het onderzoek werd gedaan door advocaten. Dat er aan dit lucratieve werk voor advocatenfirma’s risi- co’s kleven, ondervond De Brauw in 2015 bij het onder- zoek naar fraude bij de aanbesteding van openbaar ver- voer in Zuid-Limburg. Na publicatie van het onderzoeks- rapport werd NS-topman Timo Huges ervan beschuldigd zich met het onderzoek te hebben bemoeid, terwijl hij zelf werd verdacht van integriteitsschendingen. De Raad van Discipline oordeelde dat de advocaat-onderzoekers van De Brauw onvoldoende hoor en wederhoor hebben toegepast, en dat het voortijdig publiceren van het rap- port verwijtbaar was. Dat Qbuzz-medewerkers te weinig tijd kregen om te reageren op onderzoeksverslagen, kon de goedkeuring van de Raad van Discipline ook niet weg- dragen. Tijdsdruk en slechte bereikbaarheid zijn geen rechtvaardiging. OP DE REM Wat kunnen advocaten met dit oordeel? Veel, zegt sanctierechtadvocaat Jan Leliveld (Van Doorne). “De lessen zijn: laat je niet onder druk zetten, pas hoor en wederhoor toe en als je iets naar buiten brengt, dan alle feiten. Tijdsdruk is geen argument. Als ad- vocaat heb je een belangrijke rol om op te rem te staan als de opdrachtgever het rapport open- baar wil maken.” Volgens Leliveld moet je ook niet denken dat je alles zelf kunt doen met een groot team advocaten. “Je moet kijken wat exact de vraag is. Vergt het veel IT of financiële inspanningen, dan ligt het voor de hand om externe deskundigen in te schakelen.” Maar stel dat je een #MeToo-onderzoek doet? “Dan kun je een psycholoog nodig hebben om de antwoorden te interprete- ren. We kijken per specifiek onderzoek wat nodig is.” Van Doorne doet op dit moment onderzoeken naar #MeToo-kwesties, omkoping, fraude en veiligheidscultuur en werkt daarvoor onder meer sa- men veel samen met accountants van KPMG, Deloitte, EY, Grant Thornton en Integis. “De eerste stap moet al- tijd zijn: hoe sta je tegenover de cliënt?”, benadrukt Leli- veld. “Breng in kaart wat de risico’s zijn. Stel jezelf voortdurend de vraag wat je niet kunt doen. Je moet nee zeggen als er tegenstrijdigheden kunnen ontstaan met mensen met wie je nauw hebt samengewerkt en met wat je zelf eerder voor het bedrijf hebt gedaan.” Leliveld verwacht dat de regels voor accountants een ad- vocatuurlijke variant zullen krijgen. “Accountants zijn door schade en schande wijs geworden, kijk maar naar de bonnetjesaffaire. De onderzoeken zijn beter dan jaren ge- leden. In de advocatuur zie je dat ook. Het spel tussen Openbaar Ministerie en advocatuur wordt nu ingewikkel- der. Partijen houden elkaar scherp.” Tegelijkertijd relativeert Leliveld het onderscheid tussen intern onderzoek en ‘gewoon’ advocatenwerk. “Je moet al- tijd feitenonderzoek doen voordat je de zaak in juridische kaders kunt plaatsen.” Mee eens, zegt hoogleraar ad- vocatuur Diana de Wolff (Universiteit van Amster- dam). “Je moet als advocaat altijd je feiten op een rijtje hebben, en daarna plaats je de feiten in een juridische context.” De Wolff denkt dat de Nederlandse advocaten echt wel iets geleerd hebben van de uitspraak van de Raad van Discipline. “De uit- spraak is vaak besproken. De Brauw heeft leergeld be- taald, advocaten kennen de valkuilen nu wel.” EIGEN PROTOCOL Marike Bakker, advocaat/partner bij Nauta- Dutilh, zegt dat de uitspraak handvatten geeft voor zorgvuldig onderzoek. Dat is van belang omdat de advocaat, anders dan de accountant, niet aan harde regels is gebon- den. “We hebben een open gedragsnorm: handelen als een goed advocaat betaamt”, verklaart Bakker. “Daar kun je niet zoveel mee.” Daarom heeft NautaDutilh een eigen onderzoeksprotocol opgesteld aan de hand waarvan regelmatig reflectie plaatvindt. “JE MOET ALTIJD JE FEITEN OP EEN RIJ HEBBEN VOORDAT JE ZE IN EEN JURIDISCHE CONTEXT PLAATST”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=