Mr.

Mr. 8 2018 / 49 ADVOCATUUR Leliveld terug. “Je kunt wachten tot dat onderzoek ex- tern plaatsvindt, bijvoorbeeld door het Openbaar Minis- terie. Maar je kunt het ook, liefst eerder, intern doen. Dat moet je zeker doen als er indicaties zijn voor corrup- tie en fraude.” Volgens Rob van Otterlo (hoogleraar organisatie van de juridische dienstverlening aan de UvA) duidt die ontwik- keling op de toenemende complexiteit van het juridisch systeem. “Tot het standaardrepertoire van advocaten be- hoort al dat ze onderzoek doen naar jurisprudentie, due diligence , noemmaar op. Deze interne onderzoeken zijn een logische aanvulling.“ De Wolff ziet een toenemende vraag naar dergelijke onder- zoeken.“Die wordt gestuurd door globalisering en de toe- name van het bestuurlijk sanctierecht voor de corporate cli- ënten. Toezichthouders gaan zich bezighouden met meer elementen van bedrijfsvoering. Er is steeds meer aandacht voor compliance: de raden van bestuur willen weten of er iets loos is binnen de organi- satie.” Om onder het ver- schoningsrecht te vallen moet het onderzoek volgens De Wolff plaatsvinden in het kader van advies over de rechtspositie.“Maar die link zal er normaal gesproken ook altijd wel zijn.” Ook Leliveld vindt dat het onderzoekswerk van advo- caten onder het verscho- ningsrecht moet vallen. “Onderzoeken door advoca- ONAFHANKELIJK ONDERZOEK DOOR PARTIJDIGE ADVOCAAT Een veelgestelde vraag, ook in de NS-zaak, is of advo- caten onafhankelijk onderzoek kunnen doen. “Ja”, meent Jan Leliveld (Van Doorne). “Je moet van tevoren wel goed afspreken dat je de ruimte krijgt, en dat er geen druk wordt uitgeoefend om tot bepaalde conclu- sies te komen.” Het wordt volgens Leliveld wel ingewikkeld als je be- weert niet partijdig te zijn. Met een onafhankelijk on- derzoek als uitgangspunt kun je je cliënt volgens Leli- veld wel partijdig adviseren. Bijvoorbeeld: “Zwijgen kan voor je cliënt een goede strategie zijn, maar de kans is klein dat ik dat zal adviseren, omdat je nu een- maal een verantwoordingsplicht hebt.” Hoogleraar Rob van Otterlo omschrijft het zo: “Onaf- hankelijk onderzoek en onafhankelijkheid van de klant liggen in elkaars verlengde, maar zijn twee ver- schillende dingen. De onafhankelijkheid van je klant wil zeggen dat je als professional altijd het advies geeft dat in jouw ogen het beste is, ongeacht of dat strijdig is met het belang van de klant. Dat is een belangrijk principe, omdat daardoor je objectieve oordeel niet in het gedrang komt.” Partijdigheid en onafhankelijk- heid hoeven voor Van Otterlo niet op gespannen voet met elkaar te staan. Mee eens, zegt Leliveld: “Als advocaat zul je je zelf voortdurend de vraag moeten stellen wat je niet doet, en of je iets toe te voegen hebt.” De markt, zegt Leli- veld, is zoekende. “Advocaten vragen zich eerder af of ze een zaak kunnen doen, of dat de relatie met de klant misschien te close is.” Ook volgens Vincent de Bruijn (NautaDutilh) is onder- zoek doen prima verenigbaar met de rol van de advo- caat. “Je stelt feiten vast en plaatst die in een juridi- sche context. De dilemma’s kunnen opdoemen als andere partijen in beeld komen. Dan moet je besluiten hoe je de bevindingen presenteert: bijvoorbeeld als on- derzoeksrapport dat je met derden deelt, of in een pro- cesstuk. Dat hangt af van het type zaak en het belang van de cliënt.” Om controleerbaar te zijn, begint NautaDutilh alle onderzoeksrapporten met een verant- woording over de wijze van onderzoek. Hoogleraar Diana de Wolff zegt dat tegenstrijdige be- langen, onafhankelijkheid en partijdigheid zich net zo goed voordoen in het dagelijks werk van de advocaat, dus ook buiten de onderzoekscontext. “Wel bijzonder is dat de uitkomst van zo’n onderzoek een eigen dyna- miek kan krijgen, als er veel belangstelling voor is van media, politiek of toezichthouders. Als de schijnwer- per erop staat, kun je wel zeggen ‘Ik ben advocaat, ik heb geheimhoudingsplicht’ maar door de dynamiek wordt het toch bekend.” De oplossing is volgens De Wolff om van tevoren dui- delijk te maken wat de reikwijdte is van het onder- zoek. “Als jij een omkopingskwestie moet onderzoeken in werelddeel X en je kunt vermoeden dat de raad van bestuur (of je counterpart) erbij betrokken is, dan kun je beter zeggen: ga maar naar een ander kantoor dat er onafhankelijk in zit.” Ze heeft nog dit advies: “Beding dat je onbelemmerde toegang hebt tot de benodigde gegevens. Laat je niet misbruiken om tot conclusies te komen die niet houd- baar zijn.” Jan Leliveld (Van Doorne)

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=