Mr.

Mr. 7 2018 / 35 ARREST VAN DE MAAND D at God niet bestaat werd me onlangs pijnlijk duidelijk ge- maakt door een bouwvakker die tegenover de Arnhemse rechtbank de kerktoren restaureerde. Hij sloeg op zijn duim en schreeuwde keihard, heel Arnhem kon het horen,“GOD-VER- DOM-ME”. Tot mijn verbijstering gebeurde er helemaal niks. Geen blikseminslag, geen zonsverduistering, geen instortende kerktoren, geen brandend braambos, geen vertoornde godsverschijning boven de daken van het Arnhemse. Gewoon – niks. En de boer, hij ploegde voort. Een God die niet ingrijpt als boven- op zijn eigen kerk zijn naam ijdel wordt gebruikt – die heeft ofwel zijn almacht in de trein laten lig- gen, gewoon vergeten, alsof het een petje was – of die is doodgegaan, door de luchtvervuiling of door een botsing met een Boeing. Niet goed gekeken bij het oversteken. Het kan de beste overkomen. Dat het Vliegende Spaghettimonster niet bestaat werd me onlangs pijnlijk duidelijk gemaakt door de Raad van State in u itspraak 201707148/1/A3, 15-8-2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2715). R echtenstudente Mienke de Wilde eis- te het recht op om met een vergiet op haar rijbewijsfoto te mo- gen staan. Haar ‘Kerk van het Vliegende Spaghettimonster’ ver- plicht dit namelijk, stelde zij. De rechtbank slalomde sluw om het bestaan van het monster heen en verklaarde het beroep on- gegrond omdat ze niet kon aantonen dat haar‘kerk’ een‘vergiet- plicht’ had. De Wilde zocht het hogerop, bij de Raad van State, die inderdaad kwammet een argumentatie van een hogere orde. De farizeeërs van de Raad oordeelden niet over de geloofsregels, maar over de kern. Die kern is dat de geloofsartikelen van het ‘pastafarisme’ bedoeld zijn als satire op het christendom. Het is geen kerk en het is geen geloof. Dus is er ook geen gebod. Beroep verworpen, met overwegingen die identiek zijn aan die van het Berlijns e Verwaltungsgericht in een vergelijkbare Duitse casus uit 2015 ( ECLI:DE:VGPOTSD:2015:1113.VG8K4253.13.0A). En toch raakt het Raadstatelijk oordeel niet des Pudels Kern . De Raad toetst aan de criteria van het Europese Hof voor de Rech- ten van de Mens. Dat oordeelde eerder dat godsdienstige opvat- tingen een zeker niveau aan overtuigingskracht, ernst, samen- hang en belang bereikt hebben. Het Spaghettimonstergeloof ontbeert met name ‘ernst’ en ‘samenhang’. Daar zeg je nogal wat. De opvatting dat een bovennatuurlijke macht de wereld in zes dagen geschapen heeft is nauwelijks ernstig te nemen. Het idee dat een al- machtige god, zo’n alleskunner, alleen maar kan vergeven als een mens die tegelijkertijd god is aan een kruis gaat hangen is volstrekt onsamenhan- gend. Noch van Jezus, noch van Mohammed we- ten we trouwens zeker dat ze bestonden. Het islamitische idee tenslotte dat in het paradijs donkerogige maagden ter beschikking staan voor elke vent klinkt lekker − maar lijkt me doodver- moeiend. Seks met een maagd is als een taxirit met een chauffeur zonder rijbewijs. Het duurt al- tijd óf te lang, óf te kort, terwijl je zwetend hoopt dat het goed afloopt. Het is in ieder geval geen paradijs. Het lijkt me een korrelzoutidee. GLIBBERIG PAD Het céci n’est pas une godsdienst-oordeel van de Raad van State miskent dat alle godsdiensten een beetje maf zijn. Rechters be- landen op een glibberig pad als ze de al bestaande religies voor- trekken op moderne gekkigheden. Wat is er mis met de Church of the New Song, een Amerikaanse kerk opgericht door een ge- vangene met als belangrijk geloofsartikel dat hij elke dag steak moet etenmet een glas sherry erbij? Dat het nep is, zoals een Ame- rikaanse rechter ooit oordeelde? (Theriault v. Silber, 453 F.Supp. 254, Western District of Texas (1978). Sorry, maar wat is het ver- schil met elke dag geen varkensvlees eten? Maar dat is natuurlijk de discussie die de Spaghettimonsterkerk wil aanjagen. Door absurde privileges op te eisen wil ze aantonen dat alle privileges voor godsdiensten absurd zijn. Absurdisme als geloof – count me in! HET CÉCI N’EST PAS UNE GODSDIENST- OORDEEL MISKENT DAT ALLE GODSDIENSTEN EEN BEETJE MAF ZIJN HET GELOOF OP ZIJN KOP Met een vergiet op je hoofd op een pasfoto - lachen joh! De Raad van State lachte mee. Maar zouden we niet net zo hard moeten lachen om Mozes, Jezus en Mohammed? DOOR JURJEN BOORSMA

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=