Mr.

Mr. 7 2018 / 57 MARKETING autocue. Er zijn ook vloggers die zich laten interviewen, waarbij de vragen er later worden uitgeknipt – Broere ziet in die me- thode wat minder. In drie of vier takes moet een vlog erop staan, de kunst is het om het kort te houden. Enkele van zijn vlogs staan op YouTube, maar Broere gaat onderzoeken of Instagram niet een geschikter platform is. De vlogs die op de site van zijn vorige kantoor zijn ge- plaatst – met het vertrek van Broere zijn die ook verwij- derd – sloegen wel aan: enkele honderden views en“er zijn zeker tien, vijftien zaken uitgekomen”. Waarom? “Je ziet wie je advocaat kan zijn. Je weet wat voor vlees je in de kuipt hebt.” Maar dan moet het wel goed gebeuren, professioneel dus. “Met je smartphone op een selfiestick niet dus, dan kom je te snel popi over”, zegt Broere. “Dat kan ook tegen je werken. Je moet ook rekening houden met rechters en officieren die je vlogs kunnen zien. Je kunt het niet heb- ben dat zij zeggen: daar heb je die advocaat weer met z’n maffe filmpjes.” SELFIESTICK Niks mis met een smartphone en selfiestick, zegt Van Egeraat van De Vlog Academy. “Je eerste zorg moet zijn: waar ga ik mijn vlog online publiceren? Is dat YouTube, Facebook, LinkedIn of voor je website: film dan horizon- taal. Neem je het verticaal op met de smartphone, dan zie je lelijke zwarte balken, wat niet professioneel over- komt. Wie op Instagram wil publiceren, moet juist verti- caal filmen.” Ja, met de smartphone, benadrukt Van Egeraat, want de kwaliteit daarvan is pri- ma. “Je hebt geen dure vlogcamera’s nodig”, zegt zij. Wel een selfie- stick met statief, een draadloze microfoon (zoals een dasspeld) en eventueel wat lampen. Voordat je begint: “Maak met de selfiestick in de aanslag een volle cirkel en kijk waar je het beste licht hebt.” Van Egeraat is, in tegen- stelling tot Geerts, wel een voorstander van een uitgewerkt videoscript. Eerst het intro: een professionele foto van de vloggende advocaat en het kantoorlogo. Dan de vraag waarmee een cliënt worstelt, vervolgens de oplossing en de boodschap, en daarna een call to action : voor meer informa- tie, bel of mail me. Tot slot zijn er door mid- del van een outro nog enkele seconden over om het merk te branden . Dat alles moet redelijk spontaan gebeuren, maar het is niet onverstandig de tekst in de autocue te zetten, waar speciale apps voor zijn – zoals Vi- deo Teleprompter Lite (iPhone) en Telepromp- ter Video Creator (An- droid). “Lees echter niet monotoon voor, speel met je stem”, zegt Van Egeraat. “Probeer ook niet strak naar het scherm te kijken, maar naar het gaatje van je camera op de smartpho- ne. Zo maak je oogcon- tact.” Ook taboe: talking heads . “Zichtbaar moe- ten zijn je hoofd, nek en borst – en een strookje wit boven je hoofd – de zogeheten Rule of Thirds .” Zorg ook voor een rustige achtergrond, zegt Van Egeraat: geen elektriciteitskabels, geen halfdode planten, geen rommelige stapel dossiermappen. Na de opname volgt nog het editen van het filmpje. Er kan een muziekje onder worden gelegd of er kunnen pak- kende teksten doorheen. Van Egeraat adviseert om de ge- sproken tekst altijd gepaard te laten gaan met een ondertiteling: kijken, luisteren en le- zen – “dan leveren de vlogs nog eens vijfen- twintig procent meer views op”. Haar stelregel: één minuut filmpje kost één uur editen. Jasper Hagers: “Een citaat van een goede cliënt die ook filmmaker en influencer is: advocaten moeten op dit vlak nog erg veel leren.” “GEEN KABELS, GEEN HALFDODE PLANTEN, GEEN ROMMELIGE STAPEL DOSSIERS OP DE ACHTERGROND” Mark Broere (Van Asselt & Broere): “Met vloggen kun je je boodschap leuker overbrengen.” Marcia Geerts (Advocatenkantoor Geerts): “Mijn doel is de advocatuur toe- gankelijker te maken.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=