Mr.
Mr. 7 2018 / 61 SENIOR/JUNIOR pelend concept. Vergunningen gaan meer op elkaar lijken, procedures komen meer op één lijn. Het zou makkelijker moeten worden.” Het doel van de wet is de complexiteit oplos- sen door de organisch gegroeide regelgeving op te ruimen. Een prima idee. Maar, zegt Korsse, het gevaar is dat het onoverzichte- lijk wordt. “De bevoegdheden worden nu bij elkaar gezet. De gemeente is bevoegd, zo is de basisgedachte, maar er zijn zoveel diffuse subregels en nuanceringen op bedacht dat het toch niet altijd zo duidelijk is.” Van der Veen beaamt dat: “De Omgevings- wet maakt vaak geen duidelijke keuzes wie waarover gaat. Als meerdere overheden een handhavingstaak heb- ben zijn er twee risico’s. Laten ze het probleem liever lig- boek, Rechtsvordering, de Wet op de Rechterlijke Orga- nisatie, en dan heb je de belangrijkste regels wel gehad. Ik zeg niet dat privaatrecht makkelijker is dan omge- vingsrecht, maar het is wel handzamer in de regels. Het omgevingsrecht is stukje bij beetje gegroeid. Nieuwe ontwikkelingen vragen om nieuwe regels. De belangen van degene die iets wil in de leefomgeving en die van an- deren botsen vaak. Het is aan de overheid om die belan- gen tegen elkaar af te wegen.” Korsse geeft een voorbeeld: “Stel, je wilt een strandpavil- joen neerzetten. Past dat in het bestemmingsplan? Wil de omgeving een bouwwerk op het strand? De duinen maken onderdeel uit van beschermd natuurgebied en maken onderdeel uit van de waterkering. Zo heb je te maken met de Wet op de ruimtelijke ordening, de Wa- terwet, de Wet op de natuurbescherming en Europese regels. Je hebt verder te maken met verschillende over- heden: de gemeente, de provincie, het hoogheemraad- schap. Die moeten allemaal toestemming geven. En dan gaat het over een strandpaviljoen. Heb je het over een in- gewikkeld industrieel complex, dan komt er nog veel meer bij kijken.” PUZZELEN Er is veel verschillende wetgeving, en bovendien kent het omgevingsrecht een groot aantal uitvoeringsregelingen. “Je moet echt handigheid krijgen in het puzzelen”, zegt Van der Veen. “Omgevingsrecht is puzzelen. De advoca- tuur voegt daar de mooie dimensie van creativiteit aan toe. Je bedenkt oplossingen voor je cliënt. Iemand die iets wil beginnen in de ruimte, de leefomgeving, krijgt met die complexe gelaagde regels te maken, met die verschil- lende belangen en verschillende overheden. Je neemt je cliënt bij de hand en loodst hem als het ware door die we- reld van gevarieerde subsystemen heen.” “Het aardige van dit vak is dat er ook politieke en diplo- matieke aspecten bij komen kijken”, vult Korsse aan. “Natuurlijk procedeer je als dat nodig is, maar het liefst zit je vooraan in het proces. Hoe krijg je een vergunning? Overheid, kunnen wij praten? Je probeert te zorgen dat je cliënt krijgt wat hij wil, terwijl iedereen om hem heen te- vreden is. Je opereert op meerdere fronten.” OVERKOEPELEND Rond 2021 wordt een nieuwe, overkoepelende wet verwacht: de Omgevingswet. Van der Veen: “Die wet gaat 26 wetten vervangen. Van al die gevarieerde subsyste- men gaan we, als het goed is, naar een algemeen overkoe- “HET AARDIGE VAN DIT VAK IS DAT ER OOK POLITIEKE EN DIPLOMATIEKE ASPECTEN BIJ KOMEN KIJKEN”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=