Ferrari is eigenaar van het woordbeeld merk ‘testarossa’ dat in 1987 is ingeschreven als internationaal merk en in 1990 in Duitsland voor ‘vervoermiddelen en de onderdelen daarvan’. In de periode van 1984 tot 1991 had Ferrari een sportwagenmodel genaamd Testarossa en verkocht tot 1996 opvolgers daarvan. Daarna niet meer. Wél heeft Ferrari het merk daarna nog gebruikt ter aanduiding van onderdelen en accessoires voor de sportauto voor bijvoorbeeld reparaties. Ook wordt de auto nog tweedehands verhandeld. Het Landgericht Düsseldorf gelaste doorhaling van het merk wegens een gebrek aan normaal gebruik voor een periode van vijf jaar. De beroepsinstantie, het Oberlandesgericht Düsseldorf stelde vragen aan het Hof EU.
In Ansul/Ajax-zaak (ECLI:EU:C:2003:145) oordeelde het Europese Hof in 2003 over brandblussers die niet meer verder verkocht, maar waarbij het merk nog wel op onderdelen en blusmiddelen, voor reparatie en onderhoud werd gebruikt op stickers: “De omstandigheid dat het gebruik van het merk geen betrekking heeft op waren die voor de eerste keer op de markt worden gebracht, maar op waren die zich reeds op de markt bevonden, neemt niet weg dat sprake is van normaal gebruik, mits het merk door de merkhouder werkelijk wordt gebruikt voor onderdelen die moeten worden gerekend tot de samenstelling of de structuur van die waren of voor waren of diensten die rechtstreeks verband houden met de reeds op de markt gebrachte waren en die bestemd zijn om aan de behoeften van de afnemers daarvan te voldoen”.
In deze Testarossa-zaak (ECLI:EU:C:2020:854) oordeelt het Hof EU dat ook het gebruik voor slechts bepaalde waren binnen de categorie ‘vervoermiddelen’, zoals dure luxesportauto’s, of enkel onderdelen of accessoires daarvan voldoende kan zijn voor merkrechtinstandhoudend ‘normaal gebruik’. Hierbij kan tweedehands handel van de waren ook meewegen. Ook de diensten die verricht worden op de onder dat merk reeds verkochte waren vallen onder normaal gebruik, indien deze diensten onder dat merk worden verricht. Het is wel aan de merkhouder, in dit geval Ferrari, om dit gebruik te bewijzen.