Hoge Raad: ‘Advocaat hoeft geen rekening te houden met belangen van derden’

Delen:

Foto: Depositphotos

Een advocaat hoeft bij zijn dienstverlening met betrekking tot een voorgenomen financiële transactie in beginsel geen rekening te houden met de mogelijke belangen van derden. Dat heeft de Hoge Raad op 17 januari beslist in een slepend conflict tussen advocatenkantoor Banning en vier curatoren uit België en Nederland.

In deze zaak stond de vraag centraal of een advocaat van Banning aansprakelijk is voor de schade die twee inmiddels failliete vennootschappen en hun schuldeisers hebben geleden doordat de verkoopopbrengst van een vliegtuig van die twee vennootschappen niet aan hen is betaald, maar aan een gelieerde, derde vennootschap die geen verhaal biedt.

Volgens de curatoren had de advocaat meegewerkt aan de onttrekking van de opbrengst uit een failliete boedel. Zij probeerden Banning c.s. hoofdelijk te laten veroordelen tot betaling van ruim 2 miljoen euro, vermeerderd met de wettelijke rente, en voor recht te verklaren dat het kantoor hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade van de schuldeisers.

Onzorgvuldig en onrechtmatig

De rechtbank besliste dat Banning onzorgvuldig en onrechtmatig heeft gehandeld jegens de schuldeisers. Van een advocaat mag en moet in deze omstandigheden verwacht worden dat hij nader onderzoek doet voor hij eraan meewerkt dat de verkoopopbrengst van een belangrijk actief wordt onttrokken aan het vermogen van zijn cliënt, aldus de rechtbank. Het kantoor had volgens de rechtbank ook niet gehandeld zoals van een redelijk handelend advocaat had mogen worden verwacht. Zo was geen of onvoldoende onderzoek gedaan naar de risico’s die aan ‘de betalingsomleiding’ waren verbonden.

In het hoger beroep dat Banning instelde oordeelde het gerechtshof Amsterdam dat het kantoor niet onrechtmatig had gehandeld of toerekenbaar tekort was geschoten. De vorderingen van de curatoren werden afgewezen. Daarop gingen de curatoren in cassatie.

Op onaanvaardbare wijze schaden

De Hoge Raad oordeelt nu ‘dat een advocaat bij zijn dienstverlening met betrekking tot een voorgenomen financiële transactie geen rekening hoeft te houden met mogelijke belangen van derden, tenzij hij uit de hem door de cliënt verschafte gegevens of de overige omstandigheden van het geval redelijkerwijs behoort af te leiden dat zodanige, gerechtvaardigde, belangen door de van hem gevraagde dienstverlening op onaanvaardbare wijze kunnen worden geschaad’.

Hoe een advocaat dan redelijkerwijs tot de conclusie moet komen dat er van zo’n situatie sprake is en of hij een onderzoeksplicht heeft, is volgens de Hoge Raad afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

Dat een advocaat weet dat de vennootschap waaraan hij zijn diensten verleent, of de groep waarvan deze deel uitmaakt, er financieel niet best aan toe is, is volgens de Hoge Raad op zichzelf niet genoeg, ook niet als de advocaat specialist is in het insolventierecht. Relevante omstandigheden kunnen volgens de Hoge Raad bijvoorbeeld ‘de inhoud en reikwijdte van de opdracht aan de advocaat’ zijn.

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven