Hoge Raad: kerkrecht gaat voor arbeidsrecht

Delen:

foto: Chris van Houts

De Hoge Raad geeft in een al jaren voortslepende ontslagkwestie het kerkrecht voorrang boven het arbeidsrecht. Een kerkgenootschap mag eigen regels maken voor de rechtsverhouding met een predikant en daarbij in beginsel afwijken van het wettelijke arbeidsrecht, zo oordeelt de Hoge Raad.

Het gaat in deze zaak om een predikant die na een ernstige vertrouwensbreuk in 2010 werd ontslagen door de Nederlands Gereformeerde kerk (NGK) in Hattem. De predikant, sinds 2005 in dienst in Hattem, viel na een herseninfarct een tijd uit. Nadat hij zijn werk weer had opgepakt deelde hij de kerkenraad mee dat hij op medisch advies gescheiden ging leven van zijn vrouw. Hij werd daarop drie maanden vrijgesteld van zijn taken. Kort daarna besloot de kerkenraad te onderzoeken of binnen de kerkgemeente nog genoeg vertrouwen bestond om verder te gaan met de predikant. Dat bleek niet het geval.

Hemelse opdrachtgever

De predikant vocht zijn ontslag aan bij de rechter. Belangrijkste vraag hierbij was of de eigen regels van het kerkgenootschap ondergeschikt zijn aan de wettelijke bepalingen van het arbeidsrecht. In de regeling van NGK Hattem over de verhouding tussen gemeente en predikant staat onder meer: “De status van de predikant wordt bepaald door het uitgangspunt dat de predikant als Dienaar des Woords geen andere lastgever heeft dan zijn Hemelse opdrachtgever. (…) Uit [die] gedachte vloeit voort dat hoewel de gemeente dus de predikant onderhoudt, een predikant niet in loondienst kan zijn van de gemeente, maar een zelfstandige positie heeft.” Bij ontslag wegens gewichtige redenen moet de kerkenraad een financiële regeling treffen. In dit geval kreeg de predikant recht op een maandelijkse uitkering gedurende 29 maanden na het ontslag, ter waarde van € 99.970,- in totaal.

Arbeidsovereenkomst

In hoger beroep oordeelde het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat sprake was van een arbeidsovereenkomst tussen de predikant en de kerk. Daarom moest het ontslag worden getoetst aan het wettelijke arbeidsrecht en niet aan het eigen kerkrecht van de NGK. De NGK ging in cassatie.

Naar eigen inzicht

De Hoge Raad is van oordeel dat de inrichtingsvrijheid die het Burgerlijk Wetboek aan kerkgenootschappen toestaat, meebrengt dat een kerkgenootschap zijn rechtsverhouding met een geestelijk ambtsdrager in beginsel naar eigen inzicht kan regelen. Daarbij kan worden afgeweken van het wettelijke arbeidsrecht, tenzij dat recht een zodanig fundamenteel belang beschermt dat afwijking in het concrete geval niet kan worden aanvaard. De Hoge Raad oordeelt dat de ontslagregeling van de NGK Hattem niet zodanig afwijkt van het wettelijke arbeidsrecht waarop de predikant zich in deze zaak beroept, dat daardoor belangen van fundamentele aard worden geschonden.

Duidelijkheid

Kerkrechtdeskundige mr. dr. Pieter Pel toont zich in het Reformatorisch Dagblad positief over de uitspraak. “Hieruit blijkt dat de Hoge Raad in hoge mate het eigen recht van de kerk respecteert.” De uitspraak biedt duidelijkheid in het kerkrecht, aldus Pel. “Er ligt nu een ondubbelzinnige uitspraak, waarin bevestigd is dat kerken hun eigen regelingen mogen hebben.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven