‘Klare taal’ kan rechtsbescherming door Hoge Raad stuk problematischer maken

In haar conclusie bij een arbeidsrechtzaak uit advocaat-generaal Ruth de Bock openlijk haar twijfels bij het gebruik van ‘klare taal’ in rechterlijke uitspraken. Op LinkedIn ondervindt dat steun, maar ook kritiek.

Delen:

‘Klare taal’ kan rechtsbescherming door Hoge Raad problematisch maken - Mr. online
Beeld: Depositphotos

Volgens cassatieadvocaat Jan Wouter Alt (Alt Kam Boer Advocaten) signaleert de Bock een probleem waar ook cassatieadvocaten mee worstelen: door de nieuwe manier van het opstellen van een uitspraak in hoger beroep bevat de uitspraak geen aparte opsomming van vastgestelde feiten. Dat geschiedt volgens de Professionele standaard ‘Schrijven’. Mogelijk is deze manier van uitspraak doen ingegeven door het streven naar ‘klare taal’, aldus Alt, maar het levert in cassatie wel problemen op.

Rechtsbescherming

Dat schrijft De Bock ook in haar conclusie die eind maart is gepubliceerd. “Als het gaat om de rechtsbeschermingsfunctie van het cassatieberoep, is het absoluut noodzakelijk om een duidelijk beeld van de vaststaande feiten te hebben.” Daarbij horen ook, aldus De Bock, de relevante passages uit de bijlagen die bij de processtukken zijn gevoegd (zoals e-mails, brieven, contracten en algemene voorwaarden). “Alleen dan kan een goed beeld worden verkregen van de feitelijke gang van zaken die ten grondslag ligt aan het geschil tussen partijen. Als niet duidelijk is wat nu precies als uitgangspunt kan dienen voor wat betreft de feitelijke gang van zaken, bemoeilijkt dat de Hoge Raad bij het vervullen van zijn taak als rechtsbeschermer.”

Discussie

De Hoge Raad kan wel feiten ‘bijeensprokkelen’ maar dan nog kan er discussie ontstaan over wat nu eigenlijk de vaststaande feiten zijn waarop het hof zijn oordeel heeft gebaseerd. En de cassatieprocedure is juist níet bedoeld voor discussies daarover: de Hoge Raad is gebonden aan wat in de bestreden uitspraak over de feiten is vastgesteld.

Onrechtvaardige rechterlijke beslissingen

Ook voor de feitenrechter is een goed overzicht van de vaststaande feiten van cruciaal belang voor een juiste oordeelsvorming, schrijft De Bock. “Het ontbreken van helderheid over de feitelijke gang van zaken is een recept voor onrechtvaardige of ondeugdelijke rechterlijke beslissingen. Het lijkt mij dan ook vrijwel onontkoombaar dat de rechter bij het schrijven van haar uitspraak ‘nieuwe stijl’ gebruik maakt van aantekeningen waarin de precieze chronologie van de feiten is vermeld (een tijdlijn dus).” Het lijkt haar geen al te groot probleem om een uitwerking van die aantekeningen – als ‘extraatje’ – ook op te nemen in de uitspraak.

Efficiency-denken

“Zo eens”, reageert Gino van Roeyen (Lawnch) op LinkedIn: “We moet echt af van dat efficiency-denken voordat het in onomkeerbare schade resulteert.” Met een hashtag geeft hij aan wel ‘klaar’ te zijn met Klare taal. Steun ook uit een andere hoek, van IT-architect Edwin Witt: “Zeer herkenbaar. Als geïnteresseerde buitenstaander vind ik veel beschikkingen onleesbaar, niet vanwege de juridische overwegingen maar vanwege het ontbreken van een duidelijke beschrijving van de voorgeschiedenis (de feiten). Met name als het om jeugdbeschermingsmaatregelen gaat maken een aantal rechters het wat mij betreft te bont.”

Acceptatie

Daan Spoormans (Ekelmans Advocaten) schrijft: “Het belang dat helderheid bestaat omtrent de vraag van welke vaststaande feiten het hof is uitgegaan, lijkt mij verder strekken dan enkel voor die zaken waarin daadwerkelijk cassatie is ingesteld. Die helderheid draagt bij aan de begrijpelijkheid van de uitspraak en (dus ook) de mogelijkheid van acceptatie van de uitspraak voor de betrokken partijen. Dat lijkt mij een zwaarwegend maatschappelijk belang. Indachtig de omstandigheid dat cassatieadvocaten blijkbaar worstelen met de nieuwe werkwijze (en indachtig dat de grote meerderheid van de cassatieadviezen van cassatieadvocaten in het civiele recht negatief is), lijkt de nieuwe werkwijze dus ook de toegang tot het recht te belemmeren.”

Doorlooptijden

Kritiek op De Bocks visie is er ook. Zo vraagt senior raadsheer Peter Fortuin (hof ‘s-Hertogenbosch) zich af of het wel gerechtvaardigd is om altijd een separate vaststelling van de feiten te vragen, zoals de A-G lijkt te willen. “Uiteindelijk komt een minderheid in cassatie. Met mondelinge uitspraken in het belasting- en bestuursrecht komt de vaststelling van feiten na het indienen van cassatie. Ook in het strafrecht komt de opstelling van de bewijsmiddelen vaak na het indienen van cassatie. En is meer werk voor de Hoge Raad zo zwaarwegend dat dit zwaarder moet wegen dan verbetering van de doorlooptijden bij de Rechtspraak door de separate feitenvaststelling achterwege te laten?”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven