Maria de Jong over gesloten jeugdhulp

Delen:

Mr. van de week is Maria de Jong, familierechtadvocaat bij BVD advocaten. Op 7 maart 2019 promoveerde zij op een onderzoek naar de externe rechtspositie van kinderen in gesloten jeugdhulp.

Voor uw onderzoek sprak u met 23 kinderen die in een gesloten instelling zijn geplaatst. Dat moeten wel zware gesprekken zijn geweest.
De gesprekken zijn alweer even geleden. Ik zou dezelfde kinderen heel graag nog eens willen spreken. Dat zou mooi vervolgonderzoek zijn. Ik at na het gesprek vaak mee op de leefgroep, er gebeurde dan van alles aan tafel. Je beseft dat je het verhaal van een kind maar van één kant te horen krijgt. Toch vond ik dat de kinderen open waren over alles wat er in hun leven speelde. Schrijnend vond ik de eenzaamheid die ze uitstraalden en soms ook onder woorden konden brengen.

Onder welke voorwaarden mag de overheid kinderen van hun vrijheid ontnemen met als doel ze op te voeden en te beschermen via de ‘gesloten jeugdhulp’?
Gelet op het kinderrechtenverdrag en rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens gelden daarvoor hoge normen. Ten eerste moet de overheid over een scala van realistische alternatieven beschikken voor een gesloten plaatsing. Mocht een gesloten plaatsing absoluut noodzakelijk zijn, dan dient sprake te zijn van een plaatsing met een strikt pedagogisch doel (geen verkapte jeugddetentie voor lastige kinderen dus) waarbij maatwerk voorop staat. Ook dient een plaatsing zo kort als mogelijk te duren.

U heeft bijna zeshonderd rechterlijke uitspraken geanalyseerd over gesloten uithuisplaatsingen. Wat zegt dat over rechters die deze beslissingen nemen?
Uit de beschikkingen spreekt een grote betrokkenheid. Er wordt veel werk van gemaakt om de geschiedenis van kinderen in beeld te brengen. Kinderrechters worstelen met het motiveren van de vrijheidsberoving van het kind. Nederland voldoet namelijk niet aan de hierboven geschetste normen, met name beschikt de overheid niet over voldoende ander aanbod. Kinderrechters geven in hun uitspraken vaak blijk van het dilemma waarvoor zij zich geplaatst zien: als het kind niet gesloten wordt geplaatst, blijft het in dezelfde ellendige situatie als voorheen en dat is en onmogelijkheid.

U heeft drie zoons. Kijkt u met eigen kinderen anders naar de problematiek van de gesloten jeugdinrichting?
Onze zoons hebben alle drie de basisschoolleeftijd. Een heel leuke fase waarin ze echt ‘mens’ worden. Ik ben me er altijd wel van bewust dat, hoewel de problematiek van de gesloten jeugdhulp vaak samenhangt met puberproblematiek, de relatie met je eigen kinderen iedere dag aandacht behoeft. Deze periode is zaaitijd. Je ‘scant’ dagelijks hoe het met hen gaat. Iedere dag die je kunt doorbrengen met je kinderen is er één. Niets is vanzelfsprekend.

Wat kunnen we met uw onderzoek in de praktijk?
Ik hoop heel erg dat het bijdraagt aan het gevoel van urgentie dat de gesloten jeugdhulp in Nederland uit de hand is gelopen: het wordt te vaak en te lang toegepast. Alternatieven zijn niet goedkoop en simpel, maar de huidige praktijk werkt kinderrechtenschendingen in de hand.

Als u het voor het zeggen had dan…
Zou de gesloten jeugdhulp onder strikte regie van het ministerie van VWS komen, net zoals de justitiële jeugdinrichtingen nu onder het ministerie van Justitie en Veiligheid vallen.

Wat is het hoogtepunt in uw carrière?
De juridische werkelijkheid is maar een fractie van de werkelijkheid van een cliënt. Het is geweldig als je als advocaat ook buiten de juridische werkelijkheid iets kunt betekenen voor cliënten. Van mens tot mens.

Wat of wie is voor u een bron van inspiratie?
Professor Mariëlle Bruning. Jeugdrecht is een ingewikkeld vak met veel belangen en mensen en kinderen in heel ingewikkelde gezinssituaties. Het is soms heel gemakkelijk om boos te zijn op jeugdzorg. Of zwart/wit te denken over bepaalde maatschappelijke problemen. Zij heeft desondanks een gezonde en heldere kijk op het jeugdrecht, altijd gefundeerd op wetenschappelijke argumenten. Professor Bernardine Dohrn uit Chicago is ook een geweldige vrouw: een onvermoeibare en charmante activiste die altijd jong blijft.

Wat is niet over u bekend, dat wel interessant is?
Ik denk dat mensen niet wezenlijk van elkaar verschillen en dat het leven van de meeste mensen dan ook niet wezenlijk van elkaar verschilt. Dat neemt niet weg dat juist in de kleine verhalen de kern van het leven is verstopt. Ik ga ieder jaar met één zoon op fietsvakantie; dat zijn geweldige dagen. Na een dag kantoor ben ik ’s avonds het liefst in de moestuin aan het werk.

Welk boek las u het laatst?
Mens of wolf van An Rutgers van der Loeff. ‘Ik wil dat je geen wolf, maar een mens ziet in elk ander. Wie je ook tegenover je gesteld zult zien in de toekomst, zie een mens in ieder en wees jij zelf een mens …’

Met welke beroemdheid zou u een gevangeniscel willen delen?
Met Jane Gardam (schrijfster van de prachtige trilogie over Edward Feathers). Hoe ontstaan deze verhalen in haar hoofd en hoe verloopt haar schrijfproces? Daar zou ik met mijn neus bovenop willen zitten.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven