Matthijs de Jongh over de geschiedenis van het ondernemingsrecht

Delen:

Mr. van de week is Matthijs de Jongh, die op 29 maart zijn oratie hield als hoogleraar Ondernemingsrecht en zijn geschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Titel: Twee eeuwen tegenstrijdig belang. De Jongh is ook raadsheer in het gerechtshof Amsterdam.

Uw oratie gaat over de pogingen die de afgelopen tweehonderd jaar zijn gedaan om de risico’s van belangenverstrengeling in ondernemingen te beteugelen. Had de ondernemer in 1819 al veel met tegenstrijdige belangen te maken?
Tegenstrijdige belangen komen voor waar iemand vermogen beheert dat niet aan hemzelf behoort. Of het nu gaat om een voogd, een executeur-testamentair, notaris of een bestuurder van een vennootschap, in alle fiduciaire verhoudingen kunnen tegenstrijdige belangen optreden. Dat was 200 jaar geleden niet anders. Mensen als Lodewijk Pincoffs en Anton Kröller, echtgenoot van Helene Kröller-Müller, zijn er altijd geweest en zullen er altijd zijn; wel kunnen we nu glimlachen over de boefjes van toen.

Kunnen ondernemingen anno 2019 iets leren van de aanpak van hun voorgangers?
Eerder het omgekeerde. Bij Adam Smith, aan het eind van de achttiende eeuw, overheerste nog boosheid en wantrouwen tegen bestuurders. Volgens Smith was de toenmalige Engelse NV tot mislukken gedoemd. Wij weten inmiddels beter. De problematiek van tegenstrijdige belangen is structureel, maar we zijn deze wel steeds beter gaan begrijpen.

In uw dissertatie − over de relatie tussen aandeelhouder en management − keek u nog verder terug: u verdiepte zich onder meer in het beleid van de Vereenigde Oostindische Compagnie, de eerste Nederlandse multinational. Waar komt uw fascinatie voor ondernemingsrechtgeschiedenis vandaan?
Mijn onderzoek begon in een periode van aandeelhoudersactivisme, zoals bij ABN AMRO. De ontwikkelingen volgden zich toen zo snel op, dat ik mij maar eerst op de geschiedenis heb gericht. Die was ten minste al verouderd. Uiteindelijk werd mijn proefschrift grotendeels rechtshistorisch; ongeveer een derde is aan de huidige corporate governance-discussie gewijd.
Mensen verschillen onder meer van dieren door het dynamische karakter van hun samenwerkingsverbanden. Wij kunnen onze manier van samenwerken aanpassen aan veranderende omstandigheden. Dat geldt bij uitstek voor ondernemingen die in de loop van de tijd steeds ingewikkelder zijn geworden. Goed functionerende vennootschapsverhoudingen vormen een noodzakelijke voorwaarde voor succesvolle ondernemingen. Het fascineert mij hoe de verhoudingen tussen aandeelhouders, bestuurders en commissarissen in de loop van de tijd zijn geëvolueerd met de groei van ondernemingen.
Mijn belangstelling is eigenlijk een uit de hand gelopen hobby. De een spaart postzegels, de ander verdiept zich in de geschiedenis van het ondernemingsrecht.

U had het in een interview ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van het Wetenschappelijk Bureau van de Hoge Raad, waar u bijna tien jaar werkte, grappend over rechters die in de legbatterij van de rechtspraak dagelijks een ei moeten leggen. Is het hoogleraarschap een mooie afwisseling met uw werk als raadsheer?
Als raadsheer richt ik me op concrete problemen hier en nu, aan de universiteit is er ruimte voor reflectie en een eigen onderzoeksagenda. Onafhankelijkheid in beide hoedanigheden, voor mij een prachtige combinatie.

Als u het voor het zeggen had dan…?
Werd er een maatschappelijke variant van de BV in het leven geroepen, een BVm, toegesneden op social enterprises, ondernemingen voor wie het winstoogmerk ondergeschikt is aan het maatschappelijke doel.

Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
In 2010 schreef ik met Alexander Schild en AG Timmerman een preadvies voor de NJV. Dat was inspirerend en creatief proces waarin we elkaar telkens op nieuwe ideeën brachten.

Wie of wat is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Vino Timmerman, mijn promotor, heeft mij altijd met kleine duwtjes of met een interessant boek weten te stimuleren om nieuwe wegen te verkennen.

Wat is niet over u bekend, dat wel interessant is?
Op het wetenschappelijk bureau speelde ik piano in ‘The Supreme Courtet’, onder leiding van de bekende saxofonist Toon Huydecoper. Helaas is het jazzkwartet aan zijn enorme succes ten onder gegaan!

Welk boek las u het laatst?
De reiziger van Ulrich Boschwitz, over een Joodse koopman die na de Kristallnacht tevergeefs probeert Duitsland te ontvluchten. Het beschrijft de beklemmende sfeer voor de oorlog en doet je kruipen in de huid van een vluchteling.

Met welke beroemdheid zou u een gevangeniscel willen delen?
Als ik een piano kon regelen: met jazzpianist Chick Corea. Dan zou ik levenslang improvisatieles bij hem volgen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven