‘Mobiele telefoons zetten rechten van burgers verder onder druk’

Het verzamelen van gegevens over de openbare ruimte via mobiele telefoons zet de privacy en rechten van burgers verder onder druk. Dit concludeert Gerard Ritsema van Eck in zijn promotieonderzoek, waarop hij 16 september is gepromoveerd aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Delen:

Beeld: Pixabay

Door het succes van mobiele games als Pokémon Go zijn bedrijven en ook de overheid hun gegevens van publieke ruimtes gaan crowdsourcen, waarbij de kennis, kunde en creativiteit van een grote groep mensen online worden benut. Met behulp van locatiegegevens en camerabeelden van telefoons of korte vragen wordt informatie over bijvoorbeeld verkeersopstoppingen verzameld, maar bijvoorbeeld ook over gevoelens van onveiligheid in bepaalde buurten. Die data worden daarna gebundeld en toegepast door onder meer technologiebedrijven en politie. Individuele burgers kunnen zich moeilijk wapenen tegen de negatieve effecten daarvan.

Ingrijpender

Met een alsmaar grotere rol van smartphones in de samenleving neemt ook de kans om als individuele burger gefilmd te worden toe. “Daarom zijn camera’s van smartphones ingrijpender dan winkel- of politiecamera’s”, zegt Ritsema van Eck. Die winkel- en politiecamera’s hangen op een vaste plek en kunnen vermeden worden. “Dat kan met smartphones niet, die zijn alom aanwezig. Met die smartphones geven we, bewust of onbewust, heel veel gegevens door, vanaf de meest afgelegen plekken.”

Niemandsland

De inzichten die de smartphonegegevens leveren hebben vaak betrekking op groepen mensen, zoals een buurt. En daar schuurt het, aldus Ritsema van Eck, want het privacyrecht beschermt alleen individuen. “De toepassing van de klassieke mensenrechten is hierbij heel lastig. Die richten zich op bescherming van het individu. Maar dit gaat over privacy-inbreuken in een straat of een wijk. Dan kan een groep nadeel ondervinden. Of een persoon wordt gestigmatiseerd omdat die onderdeel is van een groep. Maar er wordt niet direct één mens benadeeld. Daardoor líjkt er juridisch niets aan de hand te zijn. Het is een soort niemandsland.”

Vooroordelen

Een klassieke tegenwerping is waarom het erg zou zijn om burgers te filmen, als die niks te verbergen hebben, aldus de promovendus. Maar dat is het volgens hem wel. “Ten eerste hebben mensen vooroordelen. Ze filmen bepaalde dingen wel, en andere niet. Dan zijn de data dus niet objectief. Daarnaast: in India bijvoorbeeld worden buurten geclassificeerd als onveilig voor vrouwen op basis van meldingen van burgers. Prima, zou je kunnen zeggen. Maar het is ook stigmatiserend voor die buurtbewoners.” Hij pleit dan ook voor waakzaamheid, omdat discriminatie en profilering op de loer liggen, waarbij door het toepassen van groepskenmerken door algoritmes mogelijk personen of plekken als verdacht worden aangemerkt.

Profileren

Feitelijk gebeurt dat profileren hier ook, stelt Ritsema van Eck. “Mensen leveren gegevens aan over locaties, waardoor een profiel van zo’n locatie ontstaat, met mogelijk verkeerde toepassingen. Zolang je niet als individu gepinpoint wordt is er geen haan die ernaar kraait. Maar dat maakt het nog niet correct of ongevaarlijk.” Hij pleit dan ook voor privacyrechten voor groepen of straten om de mogelijk desastreuze effecten van zulke door crowdsourcen verzamelde gegevens te beperken.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven