Twee onafhankelijke commissies gaan zich voortaan buigen over de vraag wie voor welke topfunctie binnen het Openbaar Ministerie in aanmerking komt. Aanleiding voor deze verzwaarde procedure zijn de aanwijzingen dat een procureur-generaal een vrouw voortrok bij de benoeming tot hoofdofficier, met wie hij een relatie had.
Het College van procureurs-generaal loopt hiermee vooruit op het rapport van de commissie-Fokkens. Deze doet feitenonderzoek naar omstandigheden en aanwijzingen die duiden op het bestaan van een relatie tussen oud-procureur-generaal Marc van Nimwegen en hoofdofficier van justitie Marianne Bloos. “We zijn in afwachting van het rapport, maar we wachten niet af”, zegt Gerrit van der Burg in een interview met Opportuun, het huisblad van het OM.
Volgens Van der Burg, voorzitter van het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie, gaven collega’s aan dat het voor hen soms onvoldoende duidelijk was hoe een benoeming op hoge posities tot stand kwam. “Dat zorgde bij sommigen voor vermoedens van vooringenomenheid of zelfs voortrekken. Dat is nooit de bedoeling geweest en doet ook geen recht aan hoe de collega’s zijn benoemd.” Van der Burg schrijft dat collega’s die de afgelopen jaren zijn ingestroomd in de topstructuur minimaal een ontwikkelassessment hebben ondergaan, opleidingen hebben gevolgd die hen voorbereidden op hun bestuurlijke rol en aantoonbaar hebben bijgedragen aan de verdere doorontwikkeling van het OM.
Sinds 1 januari werkt het OM met een nieuwe procedure. Kandidaten die belangstelling hebben voor een vacature binnen de topstructuur worden geselecteerd door twee onafhankelijke commissies, die bestaan uit interne en externe mensen. Daarnaast staan de vacatures voor deze functies open voor alle collega’s: iedereen die wil kan een brief schrijven. “We willen dat iedereen gelijk wordt behandeld, en de schijn voorkomen dat het College mensen ertussen schuift”, aldus Van der Burg. De selectie- en benoemingsadviescommissies zijn divers van samenstelling, met een externe onafhankelijke procesbegeleider als voorzitter. Aan het einde van het jaar wordt de tijdelijke procedure geëvalueerd.
Van der Burg noemt ook een nadeel van deze benoemingswijze. De sollicitanten hebben te maken met twee commissies, en dus met veel meer mensen. Word je niet gekozen, dan is dat bij meer mensen bekend dan eerst. Daarmee kan de vertrouwelijkheid in het geding komen. Toch denkt Van der Burg niet dat de nieuwe procedure een drempel zal zijn voor sollicitanten.
