Optimisme over handelsgerecht NCC, ondanks ‘uitwedstrijd-gevoel’

Delen:

Paleis van Justitie in Amsterdam

Terwijl rechters enorm optimistisch zijn over de kansen van het Netherlands Commercial Court (NCC), zijn binnen de advocatuur gemengde geluiden te horen.

Arnold Croiset van Uchelen (Allen & Overy) voorspelt het NCC een gouden toekomst. “De Nederlandse advocatuur is het aan zijn stand verplicht om hier een succes van te maken.” Volgens advocaat Marnix Leijten (De Brauw Blackstone Westbroek) is de komst van het NCC “een belangrijke ontwikkeling voor de internationalisering van de Nederlandse jurisdictie”. Maar Leijten plaatst ook een kanttekening: “Het NCC moet haar reputatie nog opbouwen, want er zijn alternatieven, zoals arbitrage of procederen in een ander land”.

Tijdens de officiële opening van het Engelstalige handelsgerecht op 6 februari vierde het enthousiasme onder rechters hoogtij. Ze voorspelden dat de goede reputatie van de Nederlandse rechtspraak (efficiënt, van hoog niveau en goedkoop) de belangrijkste succesfactor worden. Ook speelt volgens rechters een rol dat de uitspraken in het Engels zijn, en dat hoger beroep mogelijk is. “Daarmee zijn we in het voordeel boven de commercial courts in Frankfurt, Parijs en Brussel, die dat allemaal niet hebben,” zei Duco Oranje, voorzitter van het Hof van Appel binnen het NCC. De Amsterdamse rechtbankpresident Christa Wiertz noemde de komst van het NCC een nieuwe vorm van conflictbeslechting die past binnen het innovatiebeleid van de Rechtspraak.

Vooraanstaand

Marnix Leijten (De Brauw)

Advocaat Marnix Leijten (De Brauw) vindt het NCC een goede aanvulling binnen de Nederlandse rechtspraak. “Het is belangrijk dat Nederland zich profileert als een jurisdictie waar je in het Engels kan procederen,” zegt procesadvocaat Leijten, die vicepresident is van het arbitrage-instituut International Chamber of Commerce (ICC) in Parijs. “Het is goed dat de Nederlandse rechterlijke macht onderkent dat internationale handelsgeschillen een eigen complexiteit kennen en een bijzondere samenstelling rechtvaardigen van de gerechten.” Leijten noemt de rechters die benoemd zijn in de handelsgerechten gedegen en kundig. “In arbitrage zeggen we vaak dat een zaak zo goed is als de arbiter die er op zit, en dat geldt hier in zekere zin ook. En de rechters die het NCC aan zich heeft gebonden zijn vooraanstaand.”

Tegelijkertijd signaleert hij dat veel bedrijven de voorkeur geven aan de flexibiliteit van arbitrage bij geschillen over grote handelscontracten. “Je kunt procedures vormgeven op een manier die het best past bij een partij en je kunt volledig digitaal procederen.”

Daar komt bij dat de Nederlandse rechtspraak een goede reputatie heeft, maar dat betekent nog niet dat partijen uit de hele wereld in Nederland een ‘uitwedstrijd’ willen spelen tegen een Nederlandse multinational.”

Bovendien, vervolgt Leijten, moeten Nederlandse rechters het doen met redelijk beperkte middelen. “Nederlandse rechters zijn steeds pragmatischer en werken steeds efficiënter, maar de hele procedurele omgeving is nog wel wat ouderwets.”

Engels vonnis

Arnold Croiset van Uchelen (Allen & Overy)

Daar kijkt Arnold Croiset van Uchelen anders tegen aan. “Ik denk dat het NCC een groot succes wordt,” voorspelt de procesadvocaat van Allen & Overy. “Het is heel goed dat Nederland dit doet. Door de Brexit vragen mensen zich toch af of Londen het meest geschikte forum is om je geschillen uit te procederen. Een Engels vonnis zal na de Brexit niet zo makkelijk ten uitvoer kunnen worden gelegd in de EU.” Hij verwacht dat het NCC zal concurreren met de gewone Nederlandse rechter, en misschien ook met arbitrage. “Al zal dat laatste wel meevallen. Want de reden dat cliënten voor arbitrage kiezen is dat je arbiters zelf kunt benoemen, en dat arbitrage niet openbaar is.”

Croiset van Uchelen zegt dat de Nederlandse rechterlijke macht internationaal altijd hoog scoort op kwaliteit en onafhankelijkheid. “Kijk, in Londen is natuurlijk veel kennis van allerlei commerciële geschillen. Maar het nadeel van het Angelsaksische systeem is dat je daar ruime mogelijkheden hebt van discovery en disclosure: bij het begin van de zaak moet je alle relevante stukken overleggen. In het digitale tijdperk leidt dat tot terabytes aan digitale documenten en dus tot extreem hoge kosten.” In de continentale rechtssystemen, dus ook in Nederland, bepaalt de rechter doorgaans na het partijdebat welke bewijzen moeten worden geleverd. “Dat is een meer efficiënte manier van procederen.”

Buitenlandse bedrijven

Croiset van Uchelen zegt dat advocaten ook bij het NCC wel degelijk stukken digitaal kunnen indienen. Dat Nederlandse bedrijven in Amsterdam een thuiswedstrijd spelen, kan buitenlandse ondernemingen kopschuw maken, erkent hij. “Maar twee buitenlandse bedrijven kunnen er wel voor kiezen om hun conflict in Amsterdam uit te procederen.”

Hoeveel zaken er binnen zullen komen, is niet in te schatten, zegt Croiset van Uchelen. “Je moet rekening houden met een aanlooptijd. Als bedrijven nu afspreken dat ze bij een geschil naar het NCC gaan, komt die zaak misschien pas over drie jaar. Het vliegwiel kan gaan draaien als de eerste zaken zijn afgehandeld.”

Hij hoopt dat veel partijen in hun contracten opnemen dat het NCC bevoegd is. “We leggen binnen Allen & Overy in internationale zaken cliënten daarom altijd voor of ze bij het NCC willen procederen. Ik denk dat veel partijen daar voor kiezen.”

Croiset van Uchelen vindt dat de Nederlandse advocatuur het aan zijn stand verplicht is om een succes te maken van het NCC. “We hebben dit zelf in de hand. Het is niet alleen goed voor onze broodwinning, maar ook voor Nederland. Wij moeten dit als advocaten promoten.”

Ook Leijten (De Brauw) heeft positieve verwachtingen: “We zijn erg blij met de komst van het NCC. Het is een goede stap voorwaarts die we bij De Brauw omarmen. De praktijk moet uitwijzen of partijen hun internationale geschil aan de Amsterdamse rechter toevertrouwen. Dit vertrouwen moet gewonnen worden en dat heeft even tijd nodig.”

Tarieven advocatenkantoren

Sven Dumoulin, voormalig general counsel van AkzoNobel en nu hoogleraar vergelijkend ondernemingsrecht aan de VU is eveneens optimistisch. “De general counsel lopen warm voor het NCC,” stelt hij. Hij verwacht dat grote en kleine bedrijven er gebruik van zullen maken. “De rechtspraak is hier efficiënt en goedkoop. En, ook niet onbelangrijk, de tarieven van Nederlandse advocatenkantoren zijn gunstiger dan die in het buitenland.”

Het NCC is op 1 januari in Amsterdam van start is gegaan. De bijzondere kamer van de Rechtbank Amsterdam en het Gerechtshof Amsterdam is ondergebracht bij het Gerechtshof Amsterdam en kent een gerecht in eerste aanleg en in hoger beroep. Er werken niet alleen Amsterdamse rechters maar ook ervaren rechters van andere gerechten in den lande.

Frits Bakker, de vorige voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, lanceerde het idee voor het NCC op de Dag van de Rechtspraak in september 2014. Doordat er nogal wat hobbels te nemen waren, zoals de keuze voor de vestigingsplaats, duurde het uiteindelijk nog bijna vierenhalf jaar voordat het handelsgerecht uit de startblokken kon.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven