Richard Latten (Van Traa Advocaten) over het dreamteam

Delen:

Richard Latten

Overstapper van de week is Richard Latten. Latten is per januari 2020 als partner begonnen bij de praktijkgroep Transport & Logistiek van Van Traa Advocaten N.V. Hij is afkomstig van Smallegange en gespecialiseerd in de maritieme en de algemene transportrechtpraktijk en het spoorrecht.

Van harte gefeliciteerd met deze overstap. Waarom bent u overgestapt?
De overstap is van een klein in transportrecht gespecialiseerd kantoor naar een groter in (onder meer) transportrecht gespecialiseerd kantoor. Het is fijn om in een kantoor te werken waar kantoorbreed veel aandacht is voor juridisch kennismanagement en dossierbehandeling in teamverband wordt aangemoedigd.

Hoe waren uw eerste weken bij Van Traa?
Mijn eerste weken zijn zeer positief verlopen. Na een warm ontvangst volgde inwerken in de nieuwe kantoorsystematiek en -techniek, waarbij ik goede ondersteuning hebt gekregen van een prettig samenwerkend team.

U heeft advocaat-medewerker Hans Flameling en advocaat-stagiair Bas Neureiter di Torréro meegenomen. Bent u samen het dreamteam?
Wat onbescheiden om te zeggen, maar het antwoord is: ja. Veel van de gecompliceerdere zaken worden door mij in samenwerking met Hans en/of Bas behandeld. Er zijn dossiers die ‘meters’ documenten bevatten en dan is samenwerking in teamverband noodzakelijk. Ik vind het bovendien belangrijk en ook leuk om aan overdracht van kennis en know-how aan jongere advocaten te doen en dat gaat vanzelf bij werken in teamverband.

Wat maakt het maritieme recht zo interessant?
Het is een zeer internationale praktijk waarbij in vrijwel ieder dossier eerst vragen van internationaal privaatrecht spelen en waar met enige regelmaat buitenlands recht een rol speelt. De cliëntenkring is internationaal en mijn praktijk is voor een flink deel Engels- en Duitstalig. Dat zijn voor mij belangrijke toegevoegde waarden.

Welke zaak is u tot nu toe het meeste bijgebleven?
Dat zijn er twee. De eerste betreft een aanvaring tussen een containerschip van een rederij voor wie ik veel optreed en een bulk carrier voor de kust van Nederland. Ik werd op een zondagochtend vroeg gebeld en moest meteen ‘in actie’ komen. Het schip van mijn cliënte dreigde na de aanvaring te zinken, maar na veel getouwtrek was de Rotterdamse haven bereid om het schip toe te laten als port of refuge. Dat was voor de eerste maal in de Nederlandse geschiedenis, op basis van een internationaal verdrag.

De andere zaak betreft een spoorzaak: een ontsporing van een goederentrein nabij Amsterdam waarbij grote schade aan de spoorweginfrastructuur werd toegebracht. In die zaak trad ik op voor de spoorbeheerder die in een tussenvonnis een deel van haar vordering zag afgewezen vanwege vermeende ‘eigen schuld’ omdat de rechtbank van oordeel was dat er niet tijdig een spoorgebonden mankementdetectie zou zijn geïnstalleerd. In hoger beroep is dat teruggedraaid. Deze zaak is in het spoorrecht richtinggevend omdat het een invulling geeft aan de reikwijdte van de zorgplicht van de spoorinfrabeheerder.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven