Problemen stapelen zich op voor deurwaarders

Delen:

Wilbert van de Donk
Wilbert van de Donk (KBvG)

Het gaat niet goed met de gerechtsdeurwaarderij. Deurwaarders doen steeds minder ambtshandelingen, er werken steeds minder mensen in deze sector en de omzetten van deurwaarderskantoren lopen fors terug. Plannen voor de toekomst zijn er wel, ‘maar de invoering hiervan door de overheid verloopt frustrerend traag’.

Vandaag, 3 mei, heeft de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) haar jaarverslag gepubliceerd. Wat daaruit springt is dat een gezonde bedrijfsvoering van de deurwaarderskantoren steeds verder onder druk komt te staan. Kenden de kantoren in 2013 nog een gezamenlijke omzet van 421 miljoen euro, vorig jaar was dat nog slechts 310 miljoen.

Wat aardig op de omzetten drukt is de heffing die de KBvG in rekening brengt bij haar leden. In 2017 was dat gemiddeld 1.732 euro per lid, vorig jaar al 3.896 euro. Deze stijging wordt veroorzaakt door de doorbelasting van het toezicht en het tuchtrecht. Verder loopt zo’n beetje alles wat inkomsten oplevert terug: minder ambtshandelingen (2 miljoen in 2018, tegenover 3 miljoen in 2016), minder loonbeslagen en minder ontruimingen (door de aantrekkende economie). De deurwaarderskantoren kennen nu een omvang van 3.142 fte, tegenover 3.661 fte in 2016. Het aantal deurwaarders is teruggelopen van 853 (januari 2017) naar 760 (januari 2019). Goed nieuws is dat er minder over deurwaarders wordt geklaagd en dat het aantal agressiemeldingen is afgenomen.

De KBvG vindt dat een aantal zaken niet goed is geregeld. Eigenlijk moeten gerechtsdeurwaarders die ontruimingen en beslagen voorkomen, daarvoor juist worden beloond. Nu is sprake van verkeerde prikkels. Deurwaarders worden betaald per ambtshandeling, zoals voor het uitvoeren van een ontruiming of het leggen van beslag op inkomsten en goederen. Een deurwaarder brengt hiervoor een wettelijk bepaald tarief in rekening bij de schuldenaar. Maar een deurwaarder die een oplossing treft om ontruiming of beslag te voorkomen kan zijn inspanningen niet in rekening brengen. “Dat moet anders”, vindt KBvG-voorzitter Wilbert van de Donk. “Door de huidige manier van tarifering zijn gerechtsdeurwaarders er soms niet bij gebaat om ontruimingen te voorkomen.” Wat de KBvG betreft moet het uitgangspunt zijn om zo min mogelijk beslagen en ontruimingen te leggen. Van de Donk: “We moeten incasseren waar het kan én schuldhulp inschakelen waar het moet.”

Waar de KBvG ook tegenaan loopt, is de veel te trage invoering van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet. De KBvG heeft een voorstel gedaan waarmee de beslagvrije voet beter kan worden berekend. Dit voorstel is in een wet aangenomen in 2017, maar die wet is nog niet in werking getreden omdat de ICT-oplossing niet gereed is. “Dat uitstel is onverteerbaar. De wet is aangenomen en de KBvG heeft de ICT al wel klaar. Maar de overheid voert de wet pas in 2021 in.”

Wilbert van de Donk maakt zich vooral zorgen over de toekomst van de Nederlandse rechtsstaat. “Als het zo doorgaat, kunnen gerechtsdeurwaarders hun publieke ambt over een paar jaar niet meer uitoefenen. Het is nu dan ook het moment om daarin samen met de politiek te zoeken naar oplossingen.”

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven