Rechtszaken doorverwijzen wordt eenvoudiger

Delen:

Foto: Pixabay

Als het aan minister Dekker (Rechtsbescherming) ligt, moeten rechtszaken bij capaciteitsproblemen in de ene rechtbank, makkelijk kunnen worden verplaatst naar een andere rechtsbank. De huidige regeling, vastgelegd in de Wet op rechterlijke organisatie, leidt tot te veel ‘belemmeringen’.

Dat schrijft Dekker in de memorie van toelichting bij de Wet flexibilisering zaaksverdeling rechtspraak. Dit wetsvoorstel is nu in consultatie, en geldt voor rechtbanken én gerechtshoven.

Als een gerecht te maken heeft met een tijdelijk gebrek aan voldoende zittingscapaciteit, moet de rechtszaak makkelijk kunnen worden overgebracht naar een ander gerecht. Met ‘zittingscapaciteit’ bedoelt de minister beschikbare zittingsruimte (zalen), beschikbare capaciteit aan rechterlijke ambtenaren die met rechtspraak zijn belast of beschikbare capaciteit aan gerechtsambtenaren benodigd voor de behandeling van zaken.

Met het wetsvoorstel moet zoveel mogelijk worden voorkomen dat de behandeling van een zaak vertraagt als gevolg van tijdelijk gebrek aan voldoende zittingscapaciteit bij het gerecht waar de zaak aanhangig is. Ook moet het wetsvoorstel bijdragen aan het optimaler kunnen inzetten van de beschikbare (personele) zittingscapaciteit van de Rechtspraak. Met het wetsvoorstel wordt tegemoet gekomen aan de aanbeveling van de Commissie Evaluatie herziening gerechtelijke kaart en aan de aanbeveling in het Rapport afstemming zittingscapaciteit strafzaken.

De Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) kent in de artikelen 46a en 62a nu al een regeling waarmee gerechten elkaar onderlinge bijstand kunnen verlenen in geval van tijdelijk gebrek aan voldoende zittingscapaciteit. Op basis van die regeling kan de minister, nadat hij de Raad voor de rechtspraak hierover heeft gehoord, tijdelijk een ander gerecht aanwijzen. In de praktijk blijkt dat het toepassen van deze mogelijkheid op de nodige administratieve lasten stuit. De zaak moet immers bij het eerste gerecht worden uitgeschreven om vervolgens bij een tweede gerecht opnieuw te worden ingeschreven. Om die reden wordt dit instrument niet altijd benut in die gevallen waarvoor het is bedoeld, erkent Dekker. Met het nieuwe wetsvoorstel wil de minister dergelijke belemmeringen, lasten en risico’s op fouten, wegnemen.

Knelpunten worden op dit moment in de praktijk vooral ervaren in zaken waarin de officier van justitie bij het landelijk parket of de officier van justitie bij het functioneel parket met de vervolging van het strafbare feit is belast (LP‐ en FP‐zaken) en die zaak bij een van de vier zogenoemde concentratierechtbanken aanhangig is gemaakt. Dat zijn (voor LP‐en FP‐zaken) de rechtbanken Amsterdam, Rotterdam, Oost‐Brabant en Overijssel.

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven