Roxane van Iperen: ‘Juristen moeten weer durven nadenken’

Delen:

Foto: Chantal Ariëns

Haar boek ‘t Hooge Nest staat sinds de verschijning in de boeken top 60. Schrijver Roxane van Iperen begon als advocaat en doet nog steeds juridisch advieswerk in het bedrijfsleven. In een interview in het nieuwe nummer van Mr., dat 15 februari verschijnt, vertelt ze dat ze vindt dat juristen meer moeten nadenken, écht nadenken. “Ga eens niet een weekend naar New York, maar lees drie dagen lang een stapel boeken waardoor je anders naar een arrest gaat kijken. Of naar de wereld.”

“Ik koos na mijn studie voor de grote advocatuur, omdat ik ervan uitging dat daar de slimste mensen zaten”, aldus Roxane van Iperen. Ze kwam bij NautaDutilh terecht en heeft daar “een geweldige tijd” gehad. “Onder de partners liepen enkele briljante geesten rond, van wie ik veel leerde. Maar ik leerde in die tijd ook af om tegen mensen op te kijken om de functie die ze hebben, de status of het geld. Echte intelligentie heeft daar vaak niets mee te maken. Genoeg mensen die bij dit soort kantoren werken, hebben van huis uit bepaalde mores, taal en lichaamshouding meegekregen en komen om die reden al een heel eind. Er bestaan veel geschreven en ongeschreven regels in de grote commerciële advocatuur waarvan niemand mij het ‘waarom’ kon uitleggen; ik wilde me daaraan niet conformeren.”

Debuutprijs

Na haar stage werd Van Iperen legal counsel in het bedrijfsleven. Sinds een paar jaar is ze journalist. Ze publiceert onder meer in Vrij Nederland en het Financieele Dagblad, vooral over juridisch-financiële onderwerpen en machtsstructuren. In 2016 debuteerde ze met de roman Schuim der aarde, waarmee ze de Hebban Debuutprijs won. Vorig jaar verscheen ‘t Hooge Nest, een boek over het huis in het Gooi waar ze woont, en waar twee joodse zussen tijdens de oorlog een groot onderduik- en verzetscentrum bleken te hebben gerund. Naast haar schrijvende werk is Van Iperen nog steeds actief als adviseur in het bedrijfsleven.

Vertaalslag

Van Iperen ziet juristen als onderdeel van de maatschappelijke voorhoede, van wie mag worden verlangd dat ze over de samenleving en hun eigen positie nadenken. “De jurist is bij uitstek degene die in discussies over bijvoorbeeld onderwerpen als migratie, technologie of sociale ongelijkheid een rol zou kunnen spelen. De jurist is per definitie een generalist, die aan de ene kant de ordeningsmechanismen van het recht kent en tegelijk de vertaalslag moet maken naar mensen van allerlei pluimage. De jurist is de tolk tussen de rechtstaat en de burger. Dat realiseren we ons vaak niet, omdat we zo druk zijn, maar dat zijn we wel. Wie die rol serieus neemt, moet begrijpen wat er op systeemniveau gebeurt; als we bijvoorbeeld naar de regulering van internet, databezit en de grote techbedrijven kijken, hebben we de boot totaal gemist. De professional van tegenwoordig zegt: dit kan ik voor je doen en dan stopt het. Het is die mentaliteit die ten grondslag lag aan de financiële crisis en in die bubbel leven we nog steeds. (…)

“In de financiële crisis van 2008 hebben advocaten en juristen ook een rol gespeeld. Ook zij hebben een hand gehad in het opblazen van het systeem. Is er sindsdien iets veranderd? Nee. Het gaat weer goed in de business en de fusieadvocaten trekken weer aan de touwtjes. Maar het merendeel van dat werk wordt gedaan door jonge mensen en straks door kunstmatige intelligentie. Dat betekent dat de voorhoede, de partners en medewerkers, zich zou kunnen bezighouden met belangrijker zaken en een visie voor de toekomst zou kunnen ontwikkelen.”

Moraal aan de kapstok

Van Iperen pleit voor meer reflectie, zeker nu we in een wereld in transitie leven. “We maken een sprong richting rechts populisme, de vervuiling is amper te beteugelen, een klasse van steenrijken domineert, een handjevol techbedrijven weet alles van ons en we doen niets. We hebben onze innerlijke moraal geëxternaliseerd; het kader van de wet is de enige grens. Kan het, dan doen we het. Als zich dertig jaar geleden een puissant rijke Russische cliënt meldde, was er altijd wel een compagnon die zei: dat doen we niet. Dat zul je tegenwoordig niemand meer horen zeggen. We laten uitzoeken waar het geld vandaan komt, en als dat een beetje netjes te traceren is, prima. We hebben onze persoonlijke moraal in dat opzicht gesplitst van de bedrijfsmoraal. We leren onze kinderen dat ze niet mogen liegen, niet vals mogen spelen, hun snoep moeten delen, niet mogen vreemdgaan, en vervolgens gaan we naar kantoor en hangen we die individuele moraal aan de kapstok. We nemen een systeemmoraal aan die niets meer te maken heeft met wie wij als mens zijn. Iemand kan naar de kerk gaan en ondertussen woekerhypotheken aan bijstandsmoeders verkopen.”
Van Iperens boodschap is dan ook: “Wij − advocaten, juristen, schrijvers, journalisten − hebben een bevoorrechte positie. We hebben gestudeerd en zitten op sleutelposities in de samenleving. Met die positie komt ook een verantwoordelijkheid. Om die verantwoordelijkheid waar te maken, moeten mensen weer echt leren nadenken. Durven nadenken. Dus: ga eens niet een weekend naar New York, maar lees drie dagen lang een stapel boeken waardoor je anders naar een arrest gaat kijken. Of naar de wereld.”

Lees hier het gehele interview met Roxane van Iperen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven