Thom de Graaf over de Raad van State

Delen:

Thom de Graaf (foto: Raad van State)

Mr. van de week is Thom de Graaf. Op 1 november begon hij als vicevoorzitter van de Raad van State.

U maakt nu deel uit van een eerbiedwaardige traditie. Enig idee hoeveel voorgangers u heeft gehad, sinds de oprichting van de Raad van State in 1531?
Sinds de Grondwet van 1814 hebben negentien vicepresidenten de Raad van State geleid, ik ben dus de twintigste. Tussen 1531 en 1814 kende de Raad van State vele functies en ook vele gezichten en diende zelfs enige tijd als regering, maar een echte vicepresident was toen nog niet aangesteld.

Het staatsrecht is de rode draad door uw leven. Wat maakt het voor u zo boeiend?
Het staatsrecht lijnt de verhoudingen tussen overheidsgezag en burgers uit en regelt de betrekkingen tussen staatsorganen en overheden onderling. De wezenlijke waarden van rechtstaat en democratie, waaronder de fundamentele rechten van individuele mensen, worden weliswaar niet geschapen maar wel geformuleerd door het staatsrecht. Het staatsrecht maakt het mogelijk dat deze waarden ook in de praktijk kunnen worden toegepast en geëerbiedigd. Bestaat er iets dat boeiender en relevanter is?

Er is al jarenlang discussie over een eventuele samenvoeging van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Gaat u zich actief in dat debat mengen, of vindt u de huidige constellatie prima zo?
Ik zie op dit moment geen enkele meerwaarde om opnieuw energie te steken in een debat dat enkele jaren geleden uiteindelijk niet tot besluitvorming heeft geleid. De hoogste bestuursrechtelijke colleges, inclusief de Hoge Raad en de Raad voor de rechtspraak, hebben in 2017 gezamenlijk duidelijk gemaakt dat wat hen betreft deze energie beter kan worden besteed aan inhoudelijke samenwerking die gericht is op kwaliteit en rechtseenheid. Die samenwerking is al jaren uitstekend en stimuleer ik graag.

Sinds kort hanteert de Afdeling Advisering eenvoudiger dicta. Gaat u verder op die lijn, door bijvoorbeeld ook de uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak makkelijker leesbaar te maken voor ‘gewone’ burgers?
Zoals bekend, gaat de vicepresident niet inhoudelijk over de bestuursrechtspraak binnen de Raad van State. Ik ga dus ook niet over de formulering van de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak. Binnen de Afdeling bestuursrechtspraak streeft men al enige tijd begrijpelijke en heldere taal na. De Afdeling advisering, waar ik nu als vicepresident voorzitter van ben, heeft inmiddels ook de weg ingeslagen naar eenvoudiger taalgebruik dat makkelijker ook voor niet-ingewijden (juristen) is te volgen. In dat kader zijn nog voor mijn komst de dicta eenvoudiger geformuleerd en in aantal teruggebracht. Op die weg gaan wij voort.

Als u het voor het zeggen had dan?
Als ik het voor het zeggen had, zou dat kwalijk zijn. Dan zou immers onze democratische rechtstaat niet meer functioneren. Die gedijt bij veelstemmigheid, collegiale besluitvorming en een evenwicht tussen uitvoerende, rechtsprekende en wetgevende (en controlerende) machten. Alleenheerschappij was zelfs in ver vervlogen oude tijden al geen goed idee.

Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Mijn loopbaan werd in de loop der decennia steeds minder juridisch van aard. Dat maakt een keuze van een juridisch hoogtepunt ietwat lastig. Ik bewaar wel mooie juridisch getinte herinneringen aan mijn tijd in de staatsrechtwetenschappen, aan mijn bijdragen aan wetgeving als ambtenaar en aan de rechtsvormende kanten van zowel mijn Kamertijd als mijn periode als voor de Grondwet verantwoordelijke minister. Een nota die ik in die laatste functie in 2004 mocht uitbrengen, Grondrechten in de pluriforme samenleving, kan ik nog steeds met tevredenheid nalezen. Maar ik had daarbij natuurlijk de onschatbare hulp van de juristen van de afdeling Constitutionele Zaken en Wetgeving van het ministerie van BZK.

Wat of wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Ik heb veel geleerd van Tijn Kortmann en Harrie Beekman, respectievelijk hoogleraar en hoofdmedewerker staatsrecht in Nijmegen, van de civilist Van der Grinten en van de grote historicus maar tevens eminent wetgevingsjurist Cees Fasseur. Helaas allen al enige tijd overleden.

Wat is over u niet bekend, wat wel interessant is?
Wat niet over mij bekend is, is voor de buitenwereld tamelijk oninteressant. En overigens privé.

Welk boek las u het laatst?
De imposante biografie Thorbecke wil het, van de hand van Remieg Aerts.

Met welke beroemdheid zou u een gevangeniscel willen delen?
Met Barack Obama kom ik de tijd wel door, maar misschien vertelt de Duitse jurist en schrijver Bernhard Schlink wel betere verhalen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven