Toon van Mierlo: ‘Trek de portemonnee voor KEI’

Delen:

Foto: Chantal Ariëns

Met KEI, het digitaliseringsproject van de rechterlijke macht, moeten we vooral blij zijn. Vindt Toon van Mierlo, advocaat en hoogleraar burgerlijk (proces)recht aan de Erasmus Universiteit. Het idee van digitalisering als kwaliteitsslag vindt hij fantastisch. Alleen is het in de uitvoering misgegaan. “Met meer regie was het zeker en tijdig gelukt”, aldus Van Mierlo in een interview in het nieuwe nummer van Mr., “maar de Raad voor de rechtspraak heeft het allemaal te veel zelf willen doen.”

“Over wat wij als advocatuur hebben bedacht om KEI tot een succes te maken, zijn rechters laaiend enthousiast. Wat de Raad heeft bedacht, wordt matig gewaardeerd”, zegt Van Mierlo. Om te vervolgen: “Had nou een regiebureau voor de hele juridische keten ingesteld en het ontwikkelen en implementeren niet, zoals nu, alleen overgelaten aan het eigen IT-bureau van de Rechtspraak. Dat deelde te weinig en daarmee was het KEI-project gedoemd te mislukken. Het was te veel gericht op de Rechtspraak zelf. KEI was nog niet aangenomen of er staat in de krant dat er duizend griffiemedewerkers uit moeten. Had ze maar vrijgemaakt om KEI te laten slagen. En geef rechters, die het al zwaar hebben, de tijd om te leren hun werk te doen in een nieuwe digitale omgeving. De pressure cooker van nu leidt tot mislukking.”

Knap staaltje

Vooralsnog staat KEI on hold – eind juni trok de Raad voor de rechtspraak de stekker uit het project. Van Mierlo: “Maar bij de Hoge Raad en de rechtbanken Midden-Nederland en Gelderland gaat het gelukkig door. We weten niet hoe de uitrol eruit ziet. Ik houd m’n hart vast. Advocatenkantoren hebben veel geïnvesteerd, de rechtspraak móét door, wat mij betreft onder een extern regiebureau. We wisten allemaal toen met KEI werd begonnen dat de track record van de overheid op het gebied van digitalisering niet best is. Na deze koudwatervrees is het, volgens mij, bij de Hoge Raad en de beide rechtbanken goed gaan lopen. Op het gebied van wetgevingstechniek is KEI een knap staaltje, veel bewondering voor Fred Hammerstein: één procesinleidend stuk, verval van het onderscheid tussen dagvaarding en verzoekschrift – zet dat nu door. En trek de portemonnee, wees niet zo Hollands zuinig. Alle advocatenkantoren, door KEI al aardig op kosten gejaagd, moet nu twee systemen in de lucht houden. Ik weet niet of de Raad voor de rechtspraak zich dat realiseert.”

Commercial court

Van KEI naar het Netherlands Commercial Court is maar een kleine stap: het NCC gaat ervan uit dat KEI loopt. Van Mierlo ziet het NCC als een goede aanvulling én als een concurrent van de manier waarop hijzelf is gepokt en gemazeld in internationale geschilbeslechting: arbitrage. Maar arbitrage heeft vooral voordelen boven het NCC.

Van Mierlo twijfelt of het NCC jaarlijks wel de 125 zaken in eerste aanleg gaat doen, die zijn voorspeld. “Kies je voor een procedure bij het NCC, dan kies je voor het Nederlandse procesrecht, en de Engelse taal. Vaak is het materiële recht ook Nederlands. Maar er is te weinig nagedacht over de vraag wat er gebeurt als buitenlands materieel recht van toepassing is. Dat zal weliswaar uitzondering zijn, maar dan loopt het systeem niet goed. Bij de Hoge Raad kun je immers in de regel niet klagen over toepassing van het buitenlands recht.”

Brexit

Het voordeel van het NCC is volgens Van Mierlo – naast procederen in het Engels, waarmee het NCC een concurrent wordt van bijvoorbeeld het Londense commercial court – de mogelijkheid van hoger beroep. Het is overheidsrechtspraak, dus transparant. Bij arbitrage staat de vertrouwelijkheid voorop, er wordt geprocedeerd achter gesloten deuren. “Arbitrage kies je vanwege de neutraliteit van het forum. Een Nederlands bedrijf wil niet bij een Londens court, een Brits bedrijf wil niet voor het NCC, dan kiezen ze voor arbitrage. Een arbitraal vonnis kan in ongeveer 150 landen ten uitvoer worden gelegd, bij het NCC is dat alleen in de landen van de Europese Unie. Op papier is het NCC een concurrent van arbitrage, maar in de praktijk moet ik het nog zien gebeuren. Brexit kan een kans zijn voor het NCC: na Brexit zal een Engels vonnis hier minder makkelijk ten uitvoer kunnen worden gelegd, dat maakt een NCC aantrekkelijker. Zelf lijkt mij arbitrage nog altijd aantrekkelijker. Toch zeg ik: give it a try.”

Lees hier het gehele interview met Toon van Mierlo. Het nummer van Mr. waarin het interview staat verschijnt vrijdag 31 augustus.

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven