Tuchtrechter Robert Hein Broekhuijsen trekt zich terug uit de zaak-Grapperhaus. De tegenpartij van de minister vindt dat deze tuchtrechter de schijn van partijdigheid tegen heeft.
Broekhuijsen moet als een van de vijf tuchtrechters van het Hof van Discipline beoordelen of minister Grapperhaus over de schreef is gegaan in een zaak die is aangespannen door de Amsterdamse fiscalist Karim Aachboun. Broekhuijsen heeft als officier van justitie in een grote vastgoedfraudezaak een neef van Grapperhaus achter de tralies weten te gekregen, meldt Het Parool. Volgens Aachboun heeft Broekhuijsen daarom de schijn van partijdigheid tegen. Broekhuijsen vindt mogelijk dat hij als tuchtrechter Grapperhaus nog iets is verschuldigd, vreest Aachboun. Broekhuijsen zelf is het daarmee oneens maar om een verkeerde indruk te vermijden heeft hij besloten zich toch te laten vervangen.
Volgens Aachboun heeft Grapperhaus, toen nog als advocaat (Allen & Overy), een rechter in een ontslagprocedure misleid. In zijn uitspraak van april 2018 liet de Amsterdamse Raad van Discipline weten dat Grapperhaus geen verwijtbare fouten heeft gemaakt. Tegen die uitspraak ging Aachboun in hoger beroep.
Dat Broekhuijsen zich terugtrekt vindt Aachboun niet genoeg. Omdat het tuchtcollege door het ministerie is aangesteld is het daarom in zijn ogen geheel niet onafhankelijk. In Het Parool laat hij weten een gang naar de Europese rechter niet uit te sluiten.
