Een uitzendbureau mag een uitzendkracht niet belemmeren om na afloop van de terbeschikkingstelling in dienst te treden van de inlener. Als dat wel gebeurt, bijvoorbeeld als er een concurrentie- of relatiebeding wordt overeengekomen, dan is dit beding nietig.
De Hoge Raad moest beoordelen of dit belemmeringsverbod ook geldt in een casus waarbij een ter beschikking gestelde zzp’er – ondanks een relatiebeding – na afloop van de terbeschikkingstelling in dienst wilde treden bij de inlener. De vraag is kort gezegd: valt de driehoeksverhouding zzp’er-bemiddelingsbureau-inlener onder art. 9a Waadi?
Wilt u de kennisclip gratis per e-mail ontvangen? Vraag de kennisclip nu aan.
Femke Laagland is hoogleraar (Europees) arbeidsrecht aan de Radboud Universiteit.