Mr.

Mr. 3 2019 / 27 WIE IS CHANNA SAMKALDEN? Channa Samkalden (1975) studeerde rechten aan de Universiteit van Amsterdam, was enige tijd mede- werker van de Tweede Kamerfracties van D66 en de PvdA en promoveerde aan het Europees Universitair Instituut in Florence op het proefschrift Believing in secular states. Freedom of religion and separation of state and religion as legals concepts in Europe . Na terugkomst uit Florence werkte ze op de afdeling Constitutionele Za- ken van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Aansluitend werd ze advocaat-stagiair bij Brinkhof advocaten in Amsterdam, waar ze hoofdzakelijk za- ken op het gebied van octrooirecht deed. Inmiddels is ze partner bij Prakken d’Oliveira Human Rights Lawyers in Amsterdam waar ze zich vooral bezig- houdt met de aansprakelijkheid van bedrijven voor schendingen van mensenrechten. Channa Samkalden is getrouwd met schrijver Tommy Wieringa en heeft twee dochters. INTERVIEW lijk, maar kwam dat door sabotage, zoals Shell beweert? Of heeft het bedrijf onvoldoende onderhoud gepleegd? “Als buitenstaander kunnen we moeilijk onze positie be- wijzen en daardoor blijf je als partij vaak op achterstand. Maar we hebben een mooie overwinning geboekt in het proces in de eerste fase, ik houd goede moed.” De zaak tegen Shell is niet de enige zaak waarin Nigeria een rol speelt. Samkalden vertegenwoordigt ook de vier Nigeriaanse weduwen die een proces hebben aangespan- nen tegen Shell. Hun echtgenoten werden in de jaren negentig samen met de bekende activist Ken Saro Wiwa geëxecuteerd door het Nigeriaanse regime. De nabe- staanden van Saro Wiwa troffen eerder in New York een regeling met het oliebedrijf, maar de vier weduwen ble- ven met lege handen achter. Samkalden hoopt voor hen in Nederland nu ook iets te kunnen bereiken. COMMERCIËLE ADVOCATUUR Mensenrechten zijn de pilaren waarop een moderne sa- menleving rust, vindt Samkalden. Zonder die fundamen- tele rechten en vrijheden die vooral minderheden moeten beschermen tegen de dominantie van de meerderheid, raakt een samenleving ontwricht. In een politiek klimaat van polemiek en polarisatie is het beschermen van men- senrechten belangrijker dan ooit, zegt ze. Vanzelfspre- kend is dat nooit. “Mijn promotieonderzoek ging over godsdienstvrijheid en het beginsel van de scheiding van kerk en staat”, geeft ze een voorbeeld. Het is een onderwerp dat door de discussie over het islamitische Cornelius Haga Lyceum op dit moment volop in de belangstelling staat. Zo’n twintig jaar geleden was dat wel anders. Samkalden werkte korte tijd als fractiemedewerker voor Tweede Ka- merlid Judith Belinfante (PvdA). Zij had minderheden en integratie in haar portefeuille en constateerde dat de vrijheid van religie en onderwijs kon botsen met inte- gratievraagstukken. Kon een gemeente een moskee sub- sidiëren als die ook een buurtfunctie vervulde? Welke mogelijkheden had de overheid om in te grijpen bij een schoolbestuur dat er radicale ideeën op na hield? “Dat was destijds best een obscuur onderwerp”, geeft Sam- kalden aan. “De politiek was nog niet erg bezig met de vraag hoe ze zich tot religie moest verhouden. Mij boei- de het wel en zeker de vraag hoe die scheiding tussen kerk en staat in verschillende Europese landen vorm kreeg. Een mooi promotieonderwerp, maar redelijk in de luwte van de actualiteit. Vlak voordat ik in Florence met mijn PhD-onderzoek zou gaan beginnen, werd het 9/11. Het vraagstuk explodeerde recht in mijn gezicht.” Achteraf is ze niet heel tevreden over het resultaat, geeft ze toe. Het proefschrift was nogal theoretisch en concep- tueel. “Ik had het graag wat concreter en normatiever ge- maakt, maar het is een uitermate lastig onderwerp, en dan promoveerde ik ook nog bij een Poolse rechtsfilosoof. Het bleef heel beschouwend.” Misschien dat dat de reden was dat ze na een tijd als amb- tenaar te hebben gewerkt koos voor de commerciële advo- catuur. Rechtstheoretische concepten over fundamentele mensenrechten mogen interessant zijn, het gaat uitein- delijk over mensen. Dat ze als advocaat-stagiair bij

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=