Mr.

MR. 1 2020 / 23 interview “ALS JE DIEP MEDITEERT, IS JE POLSSLAG LAGER DAN ALS JE SLAAPT” WIE IS ARNOLD CROISET VAN UCHELEN? Arnold Croiset van Uchelen (1961) stu- deerde filosofie en rechten aan de Rijks - universiteit Groningen. Na het behalen van zijn juridische bul in 1988 was hij een jaar docent burgerlijk recht in Groningen. In 1989 was hij drie maanden summer associate bij Gilbert, Segall & Young in New York, waarna hij stagiair werd bij Loeff & Van der Ploeg (later Loeff Claeys Verbeke) in Amsterdam. In 1996 werd hij partner en in 2000 stapte hij met 31 andere partners over naar Allen & Overy. Van Uchelen is een toonaangevend pro- cesadvocaat op het gebied van grote ondernemingen, bank- en financierings - kwesties en bestuurdersaansprakelijk - heid. Sinds 2009 is hij tevens rechtsge - leerd raadsman van eerst koningin Beatrix en sinds haar aftreden van koning Willem-Alexander. Van Uchelen is daarnaast onder meer lid van de raad van advies van de Neder- landse Orde van Advocaten, bestuurslid van de Vereniging Corporate Litigation en voorzitter van de raad van toezicht van het Nexus Instituut. is het bijna altijd hard tegen hard, dat is part of the business . Maar ik zit in de corporate geschillen, dat zijn meer incidenten die moe- ten worden opgelost. Neem bestuurdersaan- sprakelijkheid. Zo’n bestuurder zoekt dat con- flict niet op, het overkomt hem. Daarom vind ik het ook boeiend werk. Je moet mensen psychologisch begeleiden, omdat ze er anders soms aan onderdoor gaan.” Nog een vooroordeel over Zuidas-kantoren: haantjes maken de dienst uit. “Grote zaken onder tijdsdruk leiden af en toe tot power play. Maar het beeld van mannetjes (en vrouwtjes) die allemaal hoog op de apen- rots willen zitten, dat herken ik niet zo. We hebben als Allen & Overy trouwens weinig formeel diversiteitsbeleid gehad als het gaat om vrouwen, en toch runnen vrouwen het kantoor nu. Brechje van der Velden is kantoor- voorzitter. Head of employment is Suzanne Sikking, een van de twee heads of corporate is Annelies van der Pauw. Litigation wordt geleid door Marieke van Hooijdonk. Als je een beetje normaal tegen elkaar doet en zaken uitpraat en niet zoveel kliekjes hebt, dan gaat het tussen mannen en vrouwen vanzelf goed. Diversiteit is, net als elders op de Zuidas wel een issue als het gaat om het benoemen van partners met een migratieachtergrond.” BROMFIETSENFABRIEK In het boek over Loeff zegt u: “We zijn als ad- vocaten extreem gevoelig voor onderlinge ver- houdingen. We zijn eigenlijk allemaal onzeke- re overachievers, we willen allemaal horen dat we de beste zijn”. “Ja, maar dat heb je in alle organisaties, ook in een bromfietsenfabriek in Dordrecht. Soms ontstaat er door de tijdsdruk en de grote be- langen spanning bij mensen. Die kunnen dan uit hun slof schieten, en dat moet je uitpraten.” Jullie werken allemaal tachtig uur per week. “Valt mee hoor, laten we daar maar eens con- creet over zijn dan. Ik denk dat ik gemiddeld 2400 uur per jaar werk, waarvan 1800 billable . Dat zijn 45 weken van 55 uur. Het zijn wel in- tensieve uren, maar meestal ook leuk en daar krijg je energie van. Dan is het niet zo erg dat je een paar uur langer werkt dan iemand an- ders. Maar structureel 70 of 80 uur per week: dat zijn echt indianenverhalen.” Bent u tevreden over het beeld dat de samenle- ving heeft van de commerciële advocatuur? “Men ziet dat wij veel geld verdienen, en we worden soms geplaatst in de categorie ‘graaien- de bankiers’, belastingontwijkers enzovoort. Maar die negatieve beeldvorming is niet terecht, ook niet over de banken trouwens. Het verschoningsrecht voor transactieadvocaten staat onder druk, maar ik vind dat de maat- schappij erbij gebaat is dat iemand ook buiten de conflictsfeer vertrouwelijk kan vragen of het mag wat hij wil of doet. Met het verscho- ningsrecht wordt een maatschappelijk belang beschermd.” TOEGEVOEGDE WAARDE Van Uchelen noemt de Zuidas een belangrijke sector met een omzet van meer dan één mil- jard (op vijf miljard van de complete juridische sector in Nederland). “De commerciële advo- catuur maakt het mogelijk dat we hier allerlei hoofdkantoren en financieringsmaatschappij- en hebben. Ik heb ooit een zaak gedaan over een ruzie tussen een Israëlische en een Kazachstanse miljardair over een tinmijn in Macedonië: en dat liep dan bij de Onderne- mingskamer in Amsterdam.” Er wordt aan de Zuidas veel geld verdiend. Minister Dekker zei in oktober 2018 dat com- merciële kantoren hun steentje moeten bijdra- gen aan de rechtsbijstand. “Daar ben ik het mee oneens, dat is een taak van de overheid. Wij verdienen als grote kanto- ren geld omdat wij toegevoegde waarde hebben voor onze cliënten en daar betalen we belasting over. Ons vak is heel anders dan de sociale ad- vocatuur, wij moeten die zaken ook niet gaan doen. Ik kan me wel voorstellen dat wij andere kantoren helpen hun kennis op peil te houden. Maar als we de financiële sluis openzetten, los- sen we vooral de begrotingsproblemen van de minister op. Advocaten hebben de taak om te zorgen dat het rechtssysteem functioneert, in

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=