Mr.

MR. 6 2020 / 47 interview ‘SIGNALEN AAN WETGEVER ALS WETTEN RAMMELEN’ Na zes jaar heeft Maarten Feteris begin november het stokje als president van de Hoge Raad doorgegeven aan Dineke de Groot. In deze terugblik vertelt hij over de betekenis van het Urgenda-arrest, conceptueel denken, normaal taal- gebruik en rechtsontwikkeling. “Je kunt als Hoge Raad beter meteen zeggen wat je vindt, anders komt een onderwerp een jaar later weer terug.” door Peter Louwerse foto’s Chantal Ariëns D us als ik het goed begrijp”, zei iemand uit regeringskringen tegen Maarten Feteris in een gesprek over het Urgenda- arrest, “moeten we er rekening mee houden dat de rechter ons zal hou- den aan internationale afspraken die Ne- derland maakt?” De president van de Hoge Raad kon niet anders dan dit van harte beamen. Het Urgenda-arrest, waarin de Hoge Raad bepaalde dat de Staat meer moet doen tegen de uitstoot van CO₂, wordt gezien als een mijlpaal in de relatie tussen de uitvoerende en de rechterlijke macht. Feteris noemt het arrest dan ook als eer- ste op de vraag welke uitspraken tijdens zijn zittingsperiode de grootste bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van het recht. “Dit was een zaak van de buitencatego- rie die maatschappelijk van grote bete- kenis is”, zegt hij. De publieke belang- stelling was navenant. Het buitenland “DE URGENDA-ZAAK HEEFT EEN GROTE BIJDRAGE GELEVERD AAN DE RECHTSONTWIKKELING” kon meekijken en meelezen omdat de pleidooien en de uitspraak via een livestream in het Engels werden uitge- zonden, en de conclusie en de uitspraak in het Engels werden vertaald. “De pre- sident van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens sprak in 2020 in zijn jaarrede met instemming over Urgenda”, zegt Feteris. “Over de meeste feiten waren partijen het eens”, vervolgt hij. “Een toename van de uitstoot van CO₂ leidt tot een opwar- ming van de aarde en bedreigt de levens, het welzijn en de woonomgeving van veel mensen. Een vermindering is dus nodig. De procedure ging erover in welk tempo de CO₂-uitstoot moest worden afgebouwd en of de rechter een bevel daartoe kon geven.” Over dat tempo zegt Feteris: ”Internationaal bestond consen- sus over exacte minimumpercentages en een exact tijdschema, daarover waren ook besluiten genomen tijdens klimaat- conferenties. Dan kan de rechter de Staat moeilijk een ruimere marge toe- kennen.” Een principieel verweer van de Staat was dat de rechter niet zulke politiek geladen beslissingen mag nemen. Feteris: “Daar is de Hoge Raad uitvoerig op ingegaan. Ook bij zaken die politieke consequen- ties kunnen hebben, moet de rechter be- palen wat juridisch juist is: de overheid moet binnen de grenzen van het recht

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=