Mr.

58 / Mr. 7 2018 K ijk”, Gerrit van der Veen wijst naar buiten, “daar speelt het omgevingsrecht zich af. Het recht dat ziet op de inrichting van de ruimte. Ruimtelijke orde- ning is de harde basis. Vergunningen komen voort uit be- stemmingsplannen op grond waarvan het gebied wordt ingedeeld. Het milieurecht stond daar eerst los van, maar werkt op dezelfde zaken in: hinder door uitstoot, trillin- gen, geluid. Het heeft altijd met de leefomgeving te ma- ken. Omgevingsrecht is de combinatie van die rechtsge- bieden. De geïntegreerde mix, als het goed is.” Al tijdens zijn studie in Utrecht werd de belangstelling van Van der Veen voor het omgevingsrecht gewekt. Het bestuursrecht kreeg hij een beetje van huis uit mee, want zijn moeder had bij de VNG gewerkt en zijn vader was be- stuursrechter. De vakgroep Staats- en bestuursrecht deed veel aan omgevingsrecht. “Er zaten helden op dat terrein, zoals Peter van Buuren en Lex Michiels”, kijkt Van der Veen terug. Na zijn studie – waar hij ook, puur uit be- langstelling, wat Italiaans bij deed – startte hij zijn pro- motie-onderzoek. “Ik zag het als een soort verlengd stude- ren: je verdiept je in het vak zonder dat je je kennis inzet om iets concreets te bereiken. Ik mocht veel verschillende vakken doceren, er was een grote mate van vrijheid. Maar dat proefschrift moest er natuurlijk wel komen. ‘Geen vluchtgedrag’, zei hoogleraar Van Buuren altijd.” Het omgevingsrecht is organisch gegroeid, waardoor een onoverzichtelijke massa regelgeving is ontstaan. Gerrit van der Veen (AKD) en Daan Korsse (Van der Feltz advocaten) loodsen hun cliënten er graag doorheen. DOOR HENRIETTE VAN WERMESKERKEN FOTO’S GEERT SNOEIJER EEN OERWOUD AAN REGELS SENIOR/JUNIOR SENIOR/JUNIOR In deze serie praten een senior en een junior advo- caat met elkaar over hun studie, de advocatuur en het vakgebied dat zij delen. SNAAR Ook Daan Korsse ging na zijn studie – eveneens in Utrecht − eerst promoveren. Hij begon met een studie geschiedenis, richting internationale betrekkingen. Toen hij daarmee klaar was, op zijn 22e, zag hij zich nog niet direct in het werkende leven. “Ik dacht: rechten sluit er mooi bij aan. Dat was inderdaad het geval, met name op het gebied van het bestuursrecht. Bij internati- onale betrekkingen had ik mij veel met staatsvorming bezig gehouden. Ik heb de rechtenstudie met veel plezier gedaan. Vooral milieurecht raakte direct een snaar. Het is juridisch-technisch boeiend en het gaat over je directe leefomgeving.” Korsse promoveerde op ‘instructieregels’ in de ruimtelijke ordening en werkte in totaal zeven jaar bij de universiteit. “Toen kon ik bij Van der Feltz advocaten aan de slag. Een nichekantoor, waar op hoog niveau wordt gewerkt. Het was voor mij het juiste kantoor op het juiste moment.” BELANGEN Daarmee volgde Korsse een soortgelijk pad als Van der Veen 21 jaar geleden insloeg. Na zijn promotie over open- bare zaken naar publiek- en privaatrecht, vond deze het tijd zijn kennis in de praktijk te gaan toepassen. In 1997 startte Van der Veen bij het toenmalige Van Wijmen Nouwen, dat later opging in AKD. “Ik wilde aan het begin van trajecten staan in plaats van − zoals ik tot dan toe had gedaan − beschrijvend, achteraf evaluerend. Dat sprak mij aan in de advocatuur.” Het omgevingsrecht onderscheidt zich van andere rechtsgebieden omdat er zoveel regelgeving is. Van der Veen: “In het privaatrecht heb je het Burgerlijk Wet- “

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=