Deze drie bouwstenen vormen samen de definitie van juridisch ondernemerschap:
- het zien en benutten van kansen
- voor eigen rekening en risico
- met als doel het creëren van waarde (voor cliënten en voor kantoor).
Bouwsteen 1. Het zien en benutten van kansen
Kansen liggen in de behoefte(s) van cliënten die nog niet (of niet voldoende) ingevuld worden. Dan is de vraag om jezelf te stellen: is er iets wat klanten willen, maar wat ze nu nog niet kunnen krijgen van de huidige marktpartijen? Voorbeeld: vaste prijzen voor afgebakende diensten. Nu al beschikbaar maar 20 jaar geleden een rariteit. Notarissen vulden dat in met tarieflijsten en advocaten volgden.
Anno 2025 kunnen we denken aan begrijpelijk taalgebruik: Advocaten en notarissen denken en schrijven met veel juridisch jargon. Ik denk dat er een grote markt is voor een service die documenten in real time zowel eenvoudig leesbaar maakt en toch ook voldoende juridische kwaliteit hebben.
Er zijn ook onbewuste behoeften: de behoeften die cliënten niet kunnen verwoorden of verbeelden. Uw cliënten waren 20 jaar geleden niet bewust van hun behoefte aan het swipen op een telefoon. Nu is het voor hen de standaard. En er zijn nog legio 60+’ers die niet bewust zijn dat de ‘regels’ rondom schenken en erven in de afgelopen 15 jaar veranderingen hebben doorgemaakt die hún testament outdated maken. Daar ligt nog markt ….. (maar ja, de huidige drukte bij notarissen en hun uitdagingen om personeel te werven, op te leiden en te behouden, verhinderen om er nu echt werk van te maken.
Bouwsteen 2. Voor eigen rekening en risico
Ondernemers staan meer dan anderen open voor risico’s en onzekerheid: op basis van onvolledige kennis investeren ze tijd/geld in initiatieven met onzekere uitkomsten. Ondernemers doen dat omdat ze verwachten dat ze sneller en eerder (dan concurrenten) nieuwe cliënten kunnen interesseren en overtuigen om hun zaak bij hen te brengen. Daarachter zit ook een overtuiging dat de opbrengsten die daaruit voortvloeien significant hoger zullen zijn dan de kosten. En ze hebben ideeën om dat te realiseren.
Voorbeeld: als de German Desk wil deelnemen aan een grote industriële beurs in Duitsland, vraagt dat een stevige investering (standhuur, bemensing, reis- en verblijfkosten etc.) terwijl er nul garantie is op resultaat. De partner die deze investering op zich neemt zien we als ondernemer. Hij/zij zal ook de klanten die daaruit voortkomen op zijn/haar conto willen schrijven. Dat is ondernemen.
Bouwsteen 3. Met als doel het creëren van waarde (voor cliënt en kantoor)
Waarde voor de cliënt: een antwoord of oplossing waar de cliënt verder kan. Of een inzicht dat de besluitvorming van de cliënt vergemakkelijkt. Denk aan de juridische check van een contract waarmee voorkomen wordt dat eventueel wanprestatie leidt tot persoonlijke aansprakelijkheid voor de bedrijfsschade.
Maar ook waarde voor kantoor: betaald krijgen voor de geleverde diensten. En dan specifiek méér betaald krijgen dan de kosten die gemaakt zijn voor de diensten (rendement).
Let op: de cliënt bepaalt de waarde, niet de advocaat/notaris. Waarde is perceptie en varieert per klant, dus praat er over met ze.