Vanaf volgend jaar krijgt de Rechtspraak er jaarlijks 35 miljoen euro extra bij. Dat zijn de Raad voor de Rechtspraak en het ministerie van Veiligheid en Justitie overeengekomen in het prijsakkoord over 2017 tot en met 2019.
De structurele investering van 35 miljoen euro vanaf 2017 komt bovenop de extra bijdrage van structureel 25 miljoen euro voor het programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) van de Rechtspraak. Daarnaast is in het nieuwe prijsakkoord ook 10 miljoen euro extra per jaar beschikbaar voor kosten die de rechtspraak moet maken door nieuwe of veranderende wet- en regelgeving.
Het ministerie verwacht dat modernisering, vereenvoudiging en digitalisering van de rechtspraak leiden de komende jaren besparingen opleveren. Maar de uitvoering van het programma KEI vergt de komende jaren eerst investeringen. Het ministerie en de Rechtspraak hebben afgesproken om gezamenlijk naar een oplossing te zoeken wanneer besparingen later komen dan verwacht.
Voorzitter Frits Bakker van de Raad voor de rechtspraak noemt de afspraken aanvaardbaar. “Het maakt duidelijk dat op het werk van de rechter niet bezuinigd of bespaard kan worden,” zegt Bakker. “Met het extra geld dat nu beschikbaar komt, kunnen we de rechtspraak in Nederland op peil houden. Er is weer ademruimte en daar zijn we blij mee.”
De Raad stelt wel dat er in de komende kabinetsperiode extra investeringen nodig zijn voor de rechtspraak in Nederland. “De samenleving doet een steeds indringender, ingewikkelder en groter beroep op rechters,” zegt Bakker. “Die extra inzet moet uiteindelijk ook worden gefinancierd. Doen we dat niet, dan gaat dit op den duur ten koste van onze organisatie en de kwaliteit van rechtspraak. We hebben met de minister afgesproken op weg naar de volgende regeerperiode door te praten over de noden en wensen die blijven bestaan.” Bakker denkt aan 50 miljoen euro extra per jaar.
Elke drie jaar onderhandelt de Raad voor de rechtspraak met de minister van Veiligheid en Justitie over de financiering van rechtszaken.
