De raadsheren van het hof spraken tijdens de zitting over een “impasse die doorbroken moet worden”, daarmee verwijzend naar het feit dat de twee advocaten die zich onlangs meldden om Taghi bij te staan, beiden niet op goedkeuring van het Dekenberaad konden rekenen. Daarmee is een unieke situatie ontstaan die volgens het hof nog nooit eerder is voorgekomen.
Andere visies
De Raad voor de rechtsbijstand, het OM en het Dekenberaad zijn het ondertussen niet eens over de vervolgstappen en welke mogelijkheden er zijn, zo bleek tijdens de zitting. Het hof liet tijdens die zitting weten dat de Raad voor de rechtsbijstand en het Dekenberaad “andere visies hebben over bij wie de bal nu ligt”.
De rechter-commissaris heeft van het hof daarom de opdracht gekregen om met beide partijen in gesprek te gaan om een oplossing te formuleren. Aan Taghi zelf zal dat niet liggen, zo verklaarde hij zelf: “Ik ben op dit moment zo radeloos dat ik iedere strohalm zal aangrijpen.”
Dwang
Ook het OM lijkt er veel aan gelegen om zo spoedig mogelijk tot een oplossing te komen, om te voorkomen dat de beroepszaak nog verdere vertraging oploopt. De advocaat-generaal deed daarom een opvallende suggestie: volgens het OM moet er door het Dekenberaad een advocaat worden aangewezen en desnoods worden gedwongen om Taghi bij te staan. Het OM wijst daarbij naar artikel 13, lid 4, van de Advocatenwet. In dat lid staat dat een door de deken aangewezen advocaat verplicht is diensten te verlenen.
Het Dekenberaad heeft echter tot nu toe altijd volgehouden dat het dwingen van een advocaat niet tot de mogelijkheden behoort. Het OM ziet dat inmiddels dus nadrukkelijk anders, en heeft Taghi verzocht om een brief aan de deken te zenden met daarin het verzoek om hem te voorzien in een raadsman. Of het zover komt, zal spoedig moeten blijken: de volgende zitting in het Marengo-proces staat in december op de rol.
