U verzorgt veel lezingen, trainingen en ook podcasts over AI-gebruik. Wat ziet u momenteel als grootste uitdaging als het gaat om AI-adoptie in de juridische wereld?
“De grootste uitdaging ligt niet bij de technologie zelf, maar bij het daadwerkelijk in beweging krijgen van mensen. Veel kantoren blijven hangen in pilots en risicoanalyses, terwijl je pas echt leert door te doen en door fouten te durven maken. Dat vraagt om een cultuurverandering, want juristen zijn juist getraind om geen fouten te maken, terwijl AI per definitie niet foutloos is. Het vereist dus een andere, meer experimentele houding. Wie niet durft te experimenteren, mist niet alleen de technologie, maar vooral het leerproces dat nodig is om die technologie zinvol toe te passen.”
Bij HVG Law heeft u als Head of Tech AI-gebruik in uw portefeuille. Heeft u ooit geaarzeld om de binnen HVG Law opgedane kennis en ervaring via trainingen en lezingen in te zetten om nu juist de concurrentie op te leiden?
“Helemaal niet. Juist het delen van kennis heeft onze eigen ontwikkeling versneld. We doen dat bovendien ook vanuit een breder maatschappelijk perspectief: AI gaat het werk van iedereen ingrijpend veranderen (iets wat in meer conservatieve kringen nog vaak wordt onderschat). Door open te delen proberen we bij te dragen aan de ontwikkeling van de hele sector.
De advocatuur heeft traditioneel de neiging kennis als een gouden ei te bewaken. Zelf kom ik uit de techwereld, waar het veel gebruikelijker is om bij te dragen aan open-sourceprojecten en samen te werken met vakgenoten buiten je eigen organisatie. Toen wij als eerste advocatenkantoor in Nederland breed met AI aan de slag gingen, werd snel duidelijk: het geheim zit niet in de technologie, maar in de praktische toepassing. Juist door met anderen, inclusief concurrenten, te delen, leer je van elkaar, heb je invloed op de ontwikkelingen in de markt, en wordt het werk ook gewoon leuker. Door open te zijn over onze eigen ervaringen, inclusief wat níet werkt of waar AI tekortschiet, stimuleren we anderen om op een verantwoorde manier te experimenteren.
Bovendien neem ik de inzichten die ik bij andere kantoren opdoe weer mee terug naar HVG Law. Omdat de impact zo groot is, vind ik het belangrijk dat we dit marktbreed oppakken. Uiteindelijk wordt iedereen daar beter van.”
Hoe selecteer je als notaris, advocaat of bedrijfsjurist in jouw beleving de juiste AI-tool – of de juiste combinatie van tools – die optimaal past bij jouw situatie?
“Dat blijft lastig. In de praktijk zie ik dat de keuze vaak valt op de partij met het beste marketingverhaal, niet per se de beste technologie. Daardoor sluiten tools soms niet goed aan op de dagelijkse praktijk, of mis je juist alternatieven die beter passen. Mijn advies zou zijn: begin eerst met een veilige, betaalde versie van een generiek AI-model (bijvoorbeeld Claude, mijn persoonlijke favoriet) om vertrouwd te raken. Doe dat eerst met laag-risicotaken. Na een tijdje kun je specialiseren met juridische tools (zoals Legora of Zeno), maar het allerbelangrijkste is: test het in je eigen praktijk, met je eigen werk, en betrek collega’s die het leuk vinden om te pionieren.
Wat heb je verder nodig om AI succesvol te implementeren binnen je kantoor of juridische afdeling?
“De sleutel tot succesvolle AI-implementatie ligt bij de mensen, niet bij de techniek. Je kunt de beste tools kiezen, maar als je collega’s er niet actief mee aan de slag gaan, gebeurt er weinig. Begin daarom altijd met een kleine groep enthousiaste en nieuwsgierige mensen uit verschillende delen van de organisatie. Geef ze de ruimte om te experimenteren, fouten te maken en vragen te stellen. Zet in op kleinschalige, persoonlijke trainingen in plaats van grote generieke sessies; zo bouw je sneller vertrouwen op en durven mensen het echt te proberen. Als deze eerste groep enthousiast raakt, werkt dat aanstekelijk voor de rest van het kantoor. Uiteindelijk draait succes met AI veel meer om het creëren van een open, leergierige cultuur, dan om het kiezen van de perfecte software.”
Voor welke taken is AI volgens u geschikt en voor welke juist niet?
“AI kan veel, maar (nog) niet alles. Taken die vragen om creativiteit, menselijk oordeelsvermogen of diepe inhoudelijke kennis blijven voorlopig mensenwerk. Tegelijkertijd geldt dat (met de juiste vaardigheden) AI al veel meer kan dan men vaak denkt. Wij zijn zelf bewust begonnen bij de periferie van het juridisch werk (zoals e-mails opstellen, samenvatten, vertalen, enzovoorts). Ik denk dat als je die stap overslaat, de kans op succes aanzienlijk kleiner is. Inmiddels zijn we op een punt dat zowel onze vaardigheden als de technologie ver genoeg zijn om het ook in te zetten voor meer juridische taken als drafting, due diligence en legal research. Maar het laatste woord, en de eindverantwoordelijkheid, blijft altijd bij de jurist.”
Heeft u zelf richtlijnen opgesteld voor het gebruik van AI in uw werk?
“Ja, we werken met een AI Code of Conduct. Voor dagelijks gebruik hebben we een korte infographic met de belangrijkste do’s en don’ts, en daarnaast een uitgebreider document met alle details. Daarin staat onder andere welke tools zijn toegestaan, hoe we bronvermelding controleren en hoe we veilig omgaan met cliëntgegevens. De uitdaging is om richtlijnen zo vorm te geven dat ze verantwoord gebruik stimuleren, zonder innovatie in de weg te zitten. Voor kantoren die nog geen eigen richtlijnen hebben, zijn de “Richtlijnen voor advocaten voor het gebruik van Artificiële Intelligentie” van de Vlaamse orde trouwens een goed startpunt, die zijn praktisch en goed doordacht.”
Wat is in uw ogen het grootste misverstand over AI dat onder juristen leeft?
“Dat AI eerst foutloos moet zijn voordat het geschikt is voor juridisch werk. Wij werken nu bijna twee jaar met onze AI en merken juist dat collega’s er ontzettend blij mee zijn. Ter illustratie: onze advocaten en notarissen gebruikten onze AI meer dan 25.000 keer in de afgelopen maand. Als je de juiste tools kiest en ermee leert werken, zul je verbaasd zijn over wat er nu al kan.”
Zijn er juridische kaders of regelgeving die u vindt ontbreken op dit moment?
“De opkomst van generieke AI-modellen maakt regulering ingewikkelder. Het risico zit niet alleen in het model zelf, maar vooral in hoe het wordt gebruikt. Dat zie je ook terug in de AI Act. Het resultaat is dat er veel open normen zijn. Dat is logisch, maar daardoor is het gat tussen regelgeving en praktijk vaak nog groot. We hebben vooral behoefte aan praktische vertalingen voor concrete situaties.”
Is er ook een AI-ontwikkeling waar u zich zorgen over maakt?
“Hoewel ik een tech-enthousiasteling ben, zie ik zeker ook serieuze risico’s. Op de korte termijn is het grootste risico om niet met AI te beginnen. Op de langere termijn verwacht ik dat veel beroepen, ook in de juridische sector, deels zullen verdwijnen of ingrijpend veranderen. Eerlijk gezegd weet ik zelf ook nog niet precies wat dat voor het juridische vak of voor de maatschappij zal betekenen.”
Tot slot, welk advies zou u een jurist geven die morgen met AI wil starten?
“Ten eerste: Neem een veilige, betaalde versie van een generiek model (zoals Claude) en gebruik dat elke dag tien minuten om je werk makkelijker te maken.
Ten tweede: Begin met eenvoudige taken, zoals het herschrijven van een e-mail voor een cliënt zonder juridische achtergrond, of het omzetten van je notities in een conceptmail.
Ten derde: Vraag de AI hoe die jou verder kan helpen, zo leer je prompten terwijl je werkt. Bijvoorbeeld door te vragen: Maak op basis van deze bijlage een overzicht van alle stellingen van de wederpartij die ik moet betwisten en verwerk die in een tabel. Stel me eerst tien vragen om te begrijpen wat ik precies wil bereiken.”
AI en het Recht is een achtdelige serie die deze zomer elke vrijdag verschijnt op Mr. Online. Eerder in deze rubriek:
Katja van Kranenburg over transparantie over AI-inzet