Een 60-jarige Amerikaan heeft bij de Amsterdamse rechtbank vergeefs om 278.437 euro schadevergoeding gevraagd wegens onterecht verblijf in het Huis van Bewaring. Dat komt neer op 5.062 euro per dag.
De man claimde het bedrag voor advocaatkosten, gedwongen verblijf in Nederland, vertalingen, vliegtickets en onterechte overleveringsdetentie. Normaal staat voor onterechte detentie een vergoeding van 80 euro per dag.
De Amerikaan zat van 15 mei 2015 tot en met 10 juli in Nederland vast op verzoek van de Officier van Justitie in Pazardjik (Bulgarije). De Bulgaarse officier diende bij Nederland een uitleveringsverzoek in op basis van een Europees Aanhoudingsbevel, wegens een verstekvonnis van een veroordeling in Bulgarije. Aanvankelijk hield het Bulgaarse OM vol dat de zaak niet was verjaard. Maar toen duidelijk werd dat de Bulgaarse zaak wel was verjaard, en het aanhoudingsbevel zou worden ingetrokken, werd de verdachte weer vrijgelaten.
De wet zegt dat schadevergoeding mogelijk is als de uitlevering door de rechter ontoelaatbaar is verklaard. Maar omdat de uitleveringsprocedure in Nederland in een niet-ontvankelijkheidsverklaring uitmondde, is van een weigering van de uitlevering geen sprake, vindt de rechtbank. De eiser vist daarom achter het net.
De rechtbank overweegt daarbij dat het Nederlandse Openbaar Ministerie mocht vertrouwen op de mededeling uit Bulgarije dat de straf niet was verjaard. “Het Openbaar Ministerie heeft bovendien, toen verzoeker te kennen gaf dat de zaak wel verjaard was, voldoende voortvarend gehandeld en meermaals contact met de Bulgaarse autoriteiten gezocht om navraag te doen,” oordeelt de rechtbank.
