Antje Beers (22) volgt de masters staats- en bestuursrecht en arbeidsrecht aan Tilburg University. Naast haar studie is ze actief als inhoudelijk ondersteuner bij de Eerste Kamerfractie van het CDA en als burgerraadslid in Breda.
Heel veel rechtenstudenten kiezen voor de advocatuur. Jij niet. Waarom niet?
Ik vind veel interessant en het belangrijkste voor mij is dat ik voldoening haal uit het werk, het een maatschappelijke component heeft en er een prettige sfeer heerst. Dat kan ook in de advocatuur, dus dat sluit ik zeker niet uit. Vaardigheden die je in de politiek ontwikkelt, zoals overtuigend spreken, schrijven en onderhandelen, zijn bovendien waardevol in de advocatuur.
Hoe heb je je georiënteerd op de arbeidsmarkt?
Tijdens mijn studie heb ik meerdere stages gelopen. Zo heb ik stage gelopen bij de rechtbank, het Parket-Generaal van het OM en de Afdeling advisering van de Raad van State. Heel verschillende plekken, maar juist daardoor kreeg ik een breed inzicht in de mogelijkheden. Allemaal waren ze waardevol.
Waarom viel je keuze op het CDA?
Waarden en normen zijn voor mij belangrijk. Het omzien naar elkaar en streven naar meer gemeenschapszin vind ik mooie uitgangspunten. Daarnaast spreekt het me aan dat het CDA zich sterk maakt voor onze democratische rechtsstaat. Die is immers geen rustig bezit en vraagt voortdurend om onderhoud en bescherming.
Hoe ziet een werkdag bij de Eerste Kamerfractie eruit?
De vergaderdagen zijn op dinsdag en beginnen met de fractievergadering. ’s Middags volgen stemmingen, debatten en commissievergaderingen. Als je als ondersteuner bij de voorbereiding hebt geholpen, volg je het debat om eventueel nog wat dingen uit te zoeken. Buiten de vergaderdagen houd ik me vooral bezig met het schrijven van schriftelijke inbrengen en persberichten.
Wat is het allerleukste aan het werk bij de Eerste Kamer?
Het mooie aan de Eerste Kamer is dat het als chambre de réflexion wat verder van de waan van de dag staat. Het werk is heel inhoudelijk en vaak juridisch. Hier wordt de wetsgeschiedenis en een deel van de latere wetsuitleg gevormd. Tegelijkertijd gaat het om actuele vraagstukken met soms grote impact. Ook de sfeer is heel goed. Iedereen is heel toegankelijk en vriendelijk.
Wat is het meest interessante of uitdagende juridische vraagstuk waar je je tot nu toe mee bezig hebt gehouden?
Voor het tijdschrift Uitspraken Sociale Zekerheid (Sdu) schrijf ik zo nu en dan annotaties, waarbij de ontwikkelingen rondom het evenredigheidsbeginsel en een meer burgervriendelijk bestuursrecht mijn bijzondere interesse hebben. Sinds de toeslagenaffaire is er veel aandacht voor de menselijke maat en maatwerk. Het volgen en becommentariëren van deze ontwikkelingen doe ik graag.
Wat zou je veranderen als jij het voor het zeggen had in het land?
Ik zou nog meer willen inzetten op het versterken van onze democratische rechtsstaat. Denk aan het versterken van de onafhankelijkheid van de Raad voor de Rechtspraak en het opheffen van het toetsingsverbod. Ook het kunnen verzekeren van toegang tot het recht vraagt om extra investeringen. Verder zou ik extra beschermingsclausules willen toevoegen voor de democratische rechtsstaat, zoals Duitsland heeft met de Streitbare Demokratie.
Welke tip heb je voor rechtenstudenten die twijfelen tussen werken in de advocatuur of juist in beleid en wetgeving?
Loop vooral verschillende stages. Op die manier ontdek je wat bij je past!
