In beroep gaan tegen strafbeschikkingen van het Openbaar Ministerie loont. Dat geldt zowel voor de kans op vrijspraak als voor de mogelijkheid op strafvermindering. Dat blijkt uit een onderzoek door Frank van Tulder, senior onderzoeker bij de Raad voor de rechtspraak.
Van Tulder onderzocht wat er gebeurt als mensen in verzet gaan tegen een strafbeschikking en keek ook wat de uitkomst is als de executie van een strafbeschikking mislukt en het OM alsnog dagvaardt. Bij verzetszaken bedraagt het percentage vrijspraken 25 procent, terwijl bij schuldigverklaring in die zaken de straffen duidelijk lager uitvallen. Bij ‘dagvaardingszaken’ is de kloof tussen de strafbeschikking en de rechterlijke straf kleiner: het percentage vrijspraken is hier tussen 5 en 10 procent. Ook daar liggen de straffen gemiddeld lager.
Begin 2015 onderzocht de toenmalige procureur-generaal Jan Watse Fokkens de kwaliteit van strafbeschikkingen in opdracht van het OM. In het rapport ‘Beschikt en gewogen ‘ concludeerde Fokkens toen dat strafbeschikkingen op een aantal punten tekortschieten. De rechters zijn dat kennelijk met hem eens.
Van Tulder onderzocht 45.000 OM-zaken uit 2014. Het onderzoek is gepubliceerd in het Tijdschrift voor de Rechterlijke Macht (TREMA).
