Juristen zullen handenvol werk krijgen aan een Brexit. Dat is de verwachting van Armin Cuyvers, universitair docent Europees recht aan de Universiteit Leiden. Hij voorspelt dat bedrijven in het Verenigd Koninkrijk en de EU straks juridisch advies gaan inwinnen over alle mogelijke opties na het uittreden van de Britten uit de EU.
Volgens artikel 50 van het Verdrag van Lissabon moet de uittreding van het VK binnen twee jaar geregeld zijn nadat de Britse premier het verzoek daartoe heeft ingediend. De onderhandelingen daarover zullen vooral door juridische diensten van de Europese instellingen en de Britse regering worden gedaan, verwacht Cuyvers. “Maar de Public Affairs bureaus in Brussel gaan in opdracht van grote bedrijven proberen het besluitvormingsproces te beïnvloeden,” zegt Cuyvers. “Ze schakelen juristen in om de juridische gevolgen in kaart te brengen.”
Financiële instellingen in de Londense City, die nu onder de vlag van een Europees paspoort zaken in heel Europa kunnen doen, zullen in kaart laten brengen wat de consequenties zijn als ze dat paspoort verliezen. “Alle andere bedrijven in de EU en Verenigd Koninkrijk willen weten wat straks hun juridische positie is,” zegt Cuyvers. “De EU heeft gezorgd voor normen voor milieu, etikettering, verpakking, registratie van medicijnen, etc. Moeten Engelse ondernemers straks twee soort producten maken voor de Europese markt? Of moeten andersom Nederlandse ondernemers straks twee soort producten maken voor de Engelse markt? Bedrijven kunnen het zich niet permitteren hierop niet te anticiperen.”
Ook zal het Verenigd Koninkrijk nieuwe handelsverdragen moeten sluiten met onder andere de Verenigde Staten, Canada en Aziatische landen. “Als je bedenkt dat de onderhandelingen met Canada alleen al zeven jaar duurden, dan wordt dat een flinke kluif voor de Britten.”
Kortom: lawyers’ paradise volgens Cuyvers.
