Wat is de rol van het strafrecht in de juridische strijd tegen klimaatverandering?
“Het strafrecht speelt daarin nog geen grote rol. Bekende zaken zoals die van Urgenda tegen de Staat en van Milieudefensie tegen Shell zijn gebaseerd op het privaatrecht. En bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens lopen verschillende zaken over het klimaatbeleid van lidstaten waarbij een beroep wordt gedaan op mensenrechten. Toch zijn er genoeg redenen om ook naar het strafrecht te kijken. De consequenties van klimaatverandering zijn te groot om bepaalde rechtsgebieden te negeren.”
Hoe zou het strafrecht dan ingezet kunnen worden?
“Een klassiek doel van het strafrecht is om mensen af te schrikken bepaalde dingen te doen door dat gedrag strafbaar te stellen. Daarmee beoogt het strafrecht een gedragsveranderende werking. Gedragsverandering is precies wat nodig is om klimaatverandering te mitigeren. Overheden, ondernemingen en burgers moeten hun gedrag aanpassen om minder broeikasgassen uit te stoten. De doelen van het strafrecht passen goed bij die gewenste gedragsverandering.
Van het strafrecht gaat ook een grote expressieve waarde uit. Het strafbaar stellen van bepaald gedrag is een van de sterkste middelen van de overheid om aan te geven dat dit gedrag fout is. Het strafrecht heeft daarmee een normbevestigend karakter. Op klimaatgebied bestaat veel morele verontwaardiging. Om gehoor te geven aan die verontwaardiging, kun je in bepaalde gevallen het strafrecht inzetten.”
Waarom wordt er dan toch weinig gebruik gemaakt van het strafrecht?
“Dit komt onder meer doordat de inzet van het strafrecht aan allerlei strenge eisen gebonden is. Je kunt in het Nederlands strafrecht bijvoorbeeld in beginsel geen overheidsfunctionarissen en overheidsorganen aanspreken. Van de klimaatzaken die wereldwijd spelen, is zo’n 70 procent gericht op overheden. Maar omdat overheidsfunctionarissen in veel jurisdicties strafrechtelijke immuniteit hebben, zijn die zaken in het strafrecht vaak niet mogelijk.
Een andere belangrijke eis voor de inzet van het strafrecht is het legaliteitsbeginsel. Dat houdt in dat de wetgever eerst duidelijk moet bepalen welk gedrag strafbaar wordt gesteld voordat een zaak kan worden begonnen. Dat is anders in het privaatrecht waar je een nieuw probleem gemakkelijker op basis van een oude open norm kunt laten uitleggen door een rechter. Dat is bijvoorbeeld gebeurd in de zaak tegen Shell waarin Milieudefensie een beroep deed op de maatschappelijke ongeschreven zorgvuldigheid. Maar zo’n ongeschreven open norm bestaat niet in het strafrecht, en dat komt door dat legaliteitsbeginsel.”
Zijn er trends zichtbaar in het strafrecht als het gaat om klimaatwetgeving en de handhaving daarvan?
“Er komen steeds meer klimaatregels die strafrechtelijk kunnen worden gehandhaafd, zoals de regels rond het Europees emissiehandelssysteem. Het overtreden van die regels kan in ernstige gevallen tot strafrechtelijke handhaving leiden. Onder bepaalde omstandigheden kunnen zelfs de bestuurders stafrechtelijk worden aangesproken. Dat strafrechtelijke onderzoeken en aangiften zich steeds vaker ook op de leidinggevenden richten, is een trend die ik in Nederland zie. Recente voorbeelden zijn het onderzoek dat het OM naar Tata Steel is gestart en de aanklacht die onlangs is ingediend tegen leidinggevenden van Chemours.
Een onderwerp dat ook steeds meer aandacht krijgt van milieuorganisaties en overheden is greenwashing. Dat is de praktijk waarbij partijen zich groener voordoen dan ze zijn. In het buitenland zijn al voorbeelden van strafrechtelijke onderzoeken naar greenwashing. In Duitsland loopt bijvoorbeeld een onderzoek naar DWS. Deze bank heeft bepaalde financiële producten gelabeld als duurzaam, maar er zijn twijfels of die claim juist is. En in Massachusetts in de Verenigde Staten loopt een onderzoek naar ExxonMobil. Dat bedrijf zou investeerders verkeerd hebben geïnformeerd over de risico’s van klimaatverandering. In Nederland krijgt greenwashing op dit moment met name buiten het strafrecht aandacht, bijvoorbeeld van de Reclame Code Commissie, de AFM en de ACM. Maar ook hier zou greenwashing onder bepaalde omstandigheden, zoals bij valsheid in geschrift en oplichting, strafrechtelijk vervolgd kunnen worden.
Ook wordt nagedacht over nieuwe delicten. Een interessante ontwikkeling is dat de Partij voor de Dieren onlangs een wetsvoorstel heeft gepubliceerd voor een strafbaarstelling van ecocide. Dat zou een nieuw milieudelict zijn, bedoeld voor de ernstigste vormen van milieucriminaliteit. Het is interessant om stil te staan bij de vraag wat zo’n strafbaarstelling kan betekenen voor de juridische strijd tegen klimaatverandering. Dat komt dan ook zeker aan de orde in het webinar.”
Welke rol kunnen juristen vervullen in de strijd tegen klimaatverandering?
“Wat de strijd tegen klimaatverandering betreft, kunnen juristen een nuttige rol vervullen. Welke rol dat is, is afhankelijk van hun plek. Deze zal natuurlijk anders zijn voor een bedrijfsjurist, een OvJ, een jurist bij een ngo, een onderzoeker op de universiteit of een advocaat op een commercieel advocatenkantoor. Maar voor al die plekken en rollen geldt dat het goed is als er in die omgeving mensen opstaan die bekijken wat zij in die strijd tegen klimaatverandering kunnen inbrengen. Je kunt namelijk op al deze plekken op een eigen manier een belangrijke rol vervullen.”
Hoe blijft u scherp als jurist en als docent?
“Naast mijn werk als advocaat doe ik promotieonderzoek. In beide rollen heb ik veel contact met verschillende partijen. Als advocaat spreek ik bijvoorbeeld bedrijfsjuristen en bestuurders van ondernemingen en als promovendus spreek ik mensen in de wetenschap en bij milieuorganisaties, of bij het OM en de politie. Ook spreek ik met politieke partijen over het milieustrafrecht. Ze vragen me mee te denken over wetsvoorstellen of over oplossingen voor problemen die ze in het milieustrafrecht zien. Al deze gesprekken verruimen mijn juridische horizon en houden mij scherp als jurist. Als docent probeer ik die brede horizon aan te reiken door een breed scala aan onderwerpen te behandelen en te refereren aan andere rechtsgebieden. Want ook voor cursisten is die brede horizon relevant. Wat de klimaatcrisis betreft, raad ik hen aan om kennis te nemen van de mogelijkheden van andere rechtsgebieden. En ga eens in gesprek met bijvoorbeeld een klimaatwetenschapper of iemand buiten je eigen werkveld. Het helpt je om je juridische blik te verruimen.”
Sjoerd Lopik is advocaat bij Allen & Overy LLP in Amsterdam en buitenpromovendus bij het Instituut voor Strafrecht & Criminologie van de Universiteit Leiden.
Het webinar ‘Klimaatverandering en strafrecht’ is te bekijken vanaf 21 december 2023. Meer info & inschrijven