Als student-ambassadeur spreek ik veel bachelor- en masterstudenten die slim en gedreven zijn, maar die hun route onnodig ingewikkeld maken. Niet omdat ze niet goed genoeg zijn, maar omdat ze te laat starten met oriënteren, te weinig praktische meters maken, of denken dat netwerken iets ‘neps’ is.
Daarom: een helder overzicht van de route naar de advocatuur én de tips die je echt helpen.
Tip 1. Check je basis: civiel effect en de juiste master
In Nederland is de standaardroute richting de togaberoepen gekoppeld aan het civiel effect. In de praktijk betekent dit: zorg dat je opleidingstraject voldoet aan de eisen om later de advocatuur in te kunnen.
Praktische tip: kijk hier niet pas in je afstudeerjaar naar. Controleer vroeg of je (bachelor + master) het juiste pakket vormt, zeker als je:
- een premaster doet
- switcht van universiteit
- een master kiest die net wat anders in elkaar zit
- twijfelt tussen Nederlands recht, International and European Law of een specialisatie.
Als je dit scherp hebt, voorkom je stress en verrassingen.
Tip 2. Kies een richting, maar kies niet “voor altijd”
Je hoeft in je bachelor niet te weten wat je over tien jaar doet. Maar je moet wel een gevoel krijgen bij wat bij je past. Stel jezelf simpele vragen:
- Welk vak gaf me energie, zelfs als het veel stof was?
- Waar ging ik vanzelf ‘aan’ in werkgroepen?
- Houd ik van puzzelen (processen, bewijs, strategie) of meer van adviseren (structuren, deals, compliance)?
- Werk ik liever in een team aan grote dossiers, of juist in een niche?
Je hoeft niet meteen te trouwen met één rechtsgebied. Je moet wél leren herkennen waar je sterk bent en waar je plezier zit.
Tip 3. Bouw ervaring op, liefst in lagen
Een stage op je cv is mooi. Een logische opbouw is nog mooier. Denk in lagen:
- Oriëntatie-ervaring: meeloopdag, student-stagiair, rechtswinkel, bestuurswerk
- Verdieping: stage bij een kantoor dat écht bij je interesse past
- Doorpakken: werkstudentschap of scriptiestage, of een combinatie met je master.
Je hoeft niet ‘perfect’ te starten. Je moet starten. Veel studenten wachten te lang omdat ze denken dat hun eerste stap meteen bij een topkantoor moet zijn. Terwijl je juist door te doen ontdekt wat bij je past.
Tip 4. Netwerken werkt alleen als je het normaal houdt
Netwerken klinkt zwaar. In de praktijk is het gewoon: contact maken met mensen die al doen wat jij wilt gaan doen.
Dat kan heel laagdrempelig:
- na een kantoor-event vragen stellen
- een alumnus via LinkedIn benaderen met een kort bericht
- een koffiegesprek aanvragen met iemand die in jouw rechtsgebied werkt
Houd het simpel. Bijvoorbeeld:
“Hoi [naam], ik studeer rechten en ik ben me aan het oriënteren op [rechtsgebied]. Zou ik je 15 minuten wat vragen mogen stellen over jouw werk en route?”
Je hoeft niet interessant te doen. Je hoeft alleen oprecht te zijn. En ja, dit helpt echt, want je krijgt informatie die nergens in een brochure staat: cultuur, verwachtingen, piekmomenten, type zaken, en wat kantoren in sollicitaties écht belangrijk vinden.
Tip 5. Begrijp het sollicitatieproces als een traject
Veel studenten zien solliciteren als: cv + brief sturen en hopen. Zo voelt het, maar zo werkt het zelden.
Zie het als een traject waarin je steeds een stap “meer” wint:
- Zichtbaarheid: iemand heeft je naam gezien (event, LinkedIn, via via)
- Interesse: iemand snapt wat jij zoekt en waar jij goed in bent
- Match: jij past inhoudelijk én persoonlijk bij het team
- Selectie: je laat in gesprekken zien dat je het niveau aankunt.
Praktisch betekent dit: bouw aan herkenbaarheid. Niet door elke week te posten, maar door consistent te zijn in je keuzes, je verhaal en je interesses.
Tip 6. Je cv en motivatie: laat zien dat je bewust kiest
Een sterk cv is niet per se het langste cv. Een sterk cv laat zien dat je stappen logisch zijn.
En je motivatiebrief (of motivatie in een mail) moet één ding helder maken:
- Waarom dit kantoor?
- Waarom dit rechtsgebied?
- Waarom jij?
Tip die ik bijna iedereen geef: maak je motivatie concreet. Dus niet:
“Uw kantoor spreekt mij aan vanwege de topzaken en internationale setting.”
Maar wel:
“Ik wil me verdiepen in ondernemingsrecht, omdat ik energie krijg van het strategische spel tussen structuur, risico en onderhandeling. Tijdens [vak/stage/werk] merkte ik dat ik het leuk vind om onder tijdsdruk helder te analyseren en met een team tot een standpunt te komen. Daarom past de praktijkgroep [X] bij mij.”
Kort, concreet, eerlijk.
Tip 7. Oefen het gesprek alsof het een tentamen is
In gesprekken vallen studenten vaak niet door de mand op inhoud, maar op voorbereiding. Je hoeft niet alles te weten, maar je moet wél laten zien dat je serieus bent.
Bereid dit voor:
- Waarom deze praktijkgroep (en niet ‘gewoon advocatuur’)?
- Wat vond je lastig in je studie, en hoe ging je daarmee om?
- Noem een moment waarop je feedback kreeg en wat je ermee deed
- Wat zoek je in begeleiding en in een team?
Bonus: zorg dat je één of twee vragen stelt die laten zien dat je snapt hoe het werk echt is. Bijvoorbeeld over het type dossiers, de rol van stagiairs, of hoe verantwoordelijkheid wordt opgebouwd.
Tot slot: word advocaat op jouw manier
De advocatuur heeft een bepaald imago: hard, snel, perfect. En ja, het is een veeleisende wereld. Maar je hoeft niet te doen alsof je iemand anders bent om binnen te komen of om te blijven.
Sterker nog: kantoren prikken snel door een ingestudeerde versie heen. Wat wél blijft hangen is iemand die:
- weet wat hij of zij zoekt
- initiatief toont
- leerbaar is
- normaal communiceert
- en stevig staat, ook als je nog student bent
Dus als je nu bachelor- of masterstudent bent: begin klein, maar begin wel. Bouw kennis op, maak meters, praat met mensen, en kies bewust. Dan wordt ‘advocaat worden’ geen vaag plan, maar een route die je stap voor stap kunt lopen.
Mocht je naar aanleiding van dit artikel nog vragen hebben, aarzel dan niet om contact met mij op te nemen. Ik help graag bij het beantwoorden van al je vragen.
