Partnerbijdrage van

De toeslagenaffaire is een product van onze democratische staat

In de toeslagenaffaire is burgers onrecht aangedaan, daarover is iedereen het eens. Emeritus hoogleraar Staats- en bestuursrecht Hub. Hennekens houdt daarom een pleidooi voor het instellen van een constitutioneel instituut dat burgers beter moet beschermen.

Delen:

Op vrijdag 8 oktober 2021 verscheen het rapport van de Raad voor de rechtspraak over de toeslagenaffaire. Daarin wordt duidelijk dat rechterlijke uitspraken al geruime tijd de toets aan het recht niet kunnen doorstaan. De Raad acht excuses nodig. Maar wat ligt in wezen aan deze misstand ten grondslag?

Recht en democratie

Ieder mens realiseert zich maar al te goed wanneer hem onrecht wordt aangedaan. Het is aan de democratische staat om ervoor te zorgen dat in zijn staatsinrichting bescherming tegen onrecht is gewaarborgd. Pas dan kan van een democratie worden gesproken. De overtuiging dat de toeslagenproblematiek onrecht teweeg heeft gebracht, wordt algemeen gedeeld. In het nu verschenen rapport getuigen daarvan ook rechters die geschillen over deze toeslagenproblematiek behandeld hebben. Hoe kon het zover komen?

Onrechtmatige rechtspraak?

Ongetwijfeld zal de vraag opgeworpen worden of sprake zou kunnen zijn van onrechtmatige rechtspraak. Die vraag is vaker aan de orde gesteld, maar de wijze waarop in ons land daarop is geantwoord, is bepaald niet hoopgevend. In mijn afscheidsrede in 2001 als hoogleraar aan de Radboud Universiteit ben ik daarop ingegaan. Ik heb toen verwezen naar het Duitse recht, met name naar Beugung des Rechts. Daarvan is onder andere sprake als de rechter nalaat een bezwaar over strijd met het recht aan het Bundesverfassungsgericht voor te leggen. De Duitse grondwet garandeert op deze wijze dat daadwerkelijk recht wordt gesproken. Dat is een grondslag van de Duitse democratische rechtsstaat.

Onze lacuneuze democratie

Al jarenlang is bekend dat onze Grondwet in democratisch opzicht ernstig tekortschiet. Nog niet zo lang geleden, in december 2018, verscheen het rapport Lage drempels, hoge dijken dat onder voorzitterschap van Johan Remkes – een van de huidige informateurs – in opdracht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is uitgebracht. Tot nu toe blijkt men door de ellenlange informatie (nog) niet aan de inhoud van dat rapport toegekomen te zijn. Het ziet er ook niet naar uit dat dit rapport aandacht gaat krijgen. Daarmee kan wederom een voorstel ter bevordering van het democratisch gehalte van onze rechtsstaat in de prullenbak verdwijnen. Dit ondanks het zo uitbundig beleden streven naar een betere bestuurscultuur. Nederland is bepaald geen voorbeeld van een land dat in zijn grondwet garanties geeft voor het recht zelf, of dat nu de wetgevende, de uitvoerende of de rechterlijke macht betreft.

Hoe nu recht te doen aan de slachtoffers van de toeslagenaffaire?

Het rapport van de door de Raad van State ingestelde commissie voor onderzoek naar de gang van zaken naar aanleiding van de jurisprudentie over de navorderingen inzake verleende toeslagen, is nog niet verschenen. Of daarin zal worden ingegaan op de vraag naar een tegemoetkoming voor de slachtoffers, zal afgewacht moeten worden. Die vraag is in essentie een rechtsvraag en zal niet zonder meer voor beantwoording in aanmerking komen, hoewel de slachtoffers juist in dat opzicht uitzien naar een oplossing van het hun aangedane onrecht. Ook nu is weer aan de orde: wie zorgt in Nederland voor het democratisch goed dat Recht met een hoofdletter is? Het ene en het andere onderzoek dat resulteert in excuses van overheden, en ook het ontslag van een kabinet, heffen de kern van het onrecht niet op. Dit alles leidt ook niet tot het zo gewenste vertrouwen van burgers in de overheid. De overheid kan dan wel met zichzelf bezig zijn en het goed menen, maar de burger heeft recht op recht.

De klok voor de laatste ronde

Mede door het rapport van de Raad voor de rechtspraak zou eindelijk duidelijk moeten zijn dat ons land niet kan doorgaan met het onderzoeken van zijn doen en laten en rapporten uitbrengen, om er vervolgens niets mee te doen. De klok heeft geluid om nu met degelijke waarborgen het zo geprezen democratisch goed in onze staatsinrichting vast te leggen en te laten bewaken door een constitutioneel instituut. Dit instituut moet toezien op zowel de wetgeving, de uitvoering in collectieve zin en de rechtspraak.

Onze oosterburen hebben zich al gerealiseerd dat de macht van de overheid onderhevig is aan het democratisch beginsel dat recht moet worden gedaan. Ook de overheidsmacht is aan het recht onderworpen; de toeslagenaffaire heeft ons geleerd dat daaraan niet straffeloos voorbij kan worden gegaan. Zou in de nieuwe bestuurscultuur die klok gehoord worden? Of blijft het toch bij het oude: rustig of onrustig, maar onder elkaar?

Wilt u op de hoogte blijven van de nieuwste columns? Meld u nu aan voor de gratis Verder denken-update.

Lees ook:

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op verderdenken.nl.

Delen:

CPO

Blijf scherp. Volg een CPO-cursus en laat u inspireren door onze topdocenten. Zij nodigen u uit om kritisch te zijn en verder te denken….

Meer berichten van partner

Scroll naar boven