De wolf en de jurist: ‘Ik kan het politieke debat niet bij de rechter voeren’

Zelden zorgde de aanwezigheid van een wilde diersoort in ons land voor zoveel discussie als de terugkeer van de wolf. Voor een belangrijk deel speelt die discussie zich in de rechtbank af. Mr. spreekt met twee advocaten die zich al jaren inzetten voor de belangen van de wolf als beschermde diersoort: Bondine Kloostra (Prakken d’Oliveira), huisadvocaat van De Faunabescherming, en Cindy van de Ven (Utopie Advocaten), advocaat van Animal Rights. “Als je politicus bent, moet je je weerhouden van het zaaien van verdeeldheid.”

Delen:

De wolf en de jurist: ‘Ik kan het politieke debat niet bij de rechter voeren’ - Mr. Online
Beeld: Depositphotos

“Dat is de frustratie als je een voorloper bent”, concludeert Cindy van de Ven, daags nadat de rechter in augustus bepaalde dat de afschotvergunning voor wolf Bram voorlopig in stand kan blijven. Dat houdt in dat jagers in de provincie Utrecht – Bram zorgde rondom de Utrechtse Heuvelrug voor enkele incidenten – in ieder geval tot eind dit jaar pogingen mogen ondernemen om Bram te schieten. Na wolf Hubertus – de Gelderse wolf die betrokken was bij enkele incidenten op de Veluwe – is Bram de tweede wolf in Nederland die een afschotvergunning tegen zich zag worden afgegeven.

De huisadvocaat van Animal Rights ziet het met lede ogen aan en is negatief verrast dat beide afschotvergunningen bij de rechter in stand bleven. “Ik zie een te afwachtende houding bij gemeenten, provincies en landgoedeigenaren, en dan komt er ineens een buitenproportionele maatregel. Dat terwijl er al jarenlang niets wordt gedaan om mensen te informeren hoe zij met de natuur en daarin levende wilde dieren moeten omgaan, zoals de wolf.”

‘Er wordt niets gedaan’

Bondine Kloostra (foto: Marco Keyzer)

Datzelfde verwijt gebruikte advocaat Bondine Kloostra, die De Faunabescherming sinds enige jaren bijstaat in verschillende juridische procedures rondom ‘de wolf’, onlangs ook in de rechtszaal, zo vertelt ze. “Onder de Habitatrichtlijn is de wolf een beschermde diersoort. Dat betekent dat je als overheid de plicht hebt om een wolvenbeschermingsplan te hebben waarin staat hoe je invulling geeft aan die beschermde status.”

Tijdens een zitting in de rechtbank Den Haag over de Veluwe als leefgebied van de wolf kwam ter sprake wat de Staat eigenlijk had gedaan in het kader van die beschermingsplicht. Kloostra: “De juristen van het ministerie gingen daarop druk in overleg, met veel ge-‘euh’, maar een antwoord kwam er niet. Toen heb ik maar het woord genomen, want ik kon het de rechter wel vertellen: niets, er wordt niets gedaan ter bescherming van de wolf. Plannen over hoe de wolf te bestrijden,  verjagen of afschieten, worden al jaren gemaakt, maar de verplichting om de wolf te beschermen en daarvoor maatregelen te nemen, zoals de Habitatrichtlijn voorschrijft? Nee, daar wordt niets aan gedaan.”

Polarisatie

Ondertussen is ieder vonnis van een rechter over wolven tegenwoordig voorpaginanieuws. Dat terwijl rechtszaken over de omgang met allerlei beschermde dieren in Nederland aan de orde van de dag zijn, en dat al jarenlang. “Voor De Faunabescherming staat de bescherming van alle wilde fauna voorop, niet alleen van de wolf”, zegt Kloostra daarover. Toch is het de wolf die structureel in de dagbladen staat, en de discussies die gevoerd worden over andere soorten krijgen weinig aandacht.

“Ik denk dat dat komt doordat men in Nederland vanaf het eerste incident is gaan zenden dat het de wolf is die tot last is en weg moet of moet worden aangepakt. In plaats van dat de focus eerst en vooral is hoe verstoring van de wolf door bijvoorbeeld fotografen, mensen die wolven voeren en overtoerisme in het bos kan worden tegengegaan.”

Er is volgens Kloostra vooral maar één boodschap vanuit autoriteiten. “En die luidt: niet de mens, maar de wolf dient zich te gedragen, en wordt anders aangepakt en afgestraft. De onrust duurt daardoor voort en de polarisatie in de samenleving neemt erdoor toe.” Wie ‘de autoriteiten’ in dat kader zijn? Daar doet Kloostra niet geheimzinnig over. “Meerdere politici, lokaal en in Den Haag, dragen uit dat het naleven van de Habitatrichtlijn niet voorop staat, maar het aanpakken van de wolf. Hun reacties hebben niet geholpen.”

Blij onthaal

De ontstane polarisatie staat in schril contrast met 2018, toen de wolf voor het eerst weer in Nederland werd gesignaleerd. De reacties, zowel in de samenleving als vanuit politici, waren toen louter positief. Kloostra herinnert zich dat de wolf met blijdschap werd onthaald. “Nu wordt onze natuur compleet”, memoreert Kloostra de teneur anno 2018. “Want daar komt de wolf.” Dat die terugkeer uiteindelijk zou uitmonden in een hoop juridisch gesteggel, had ze destijds niet voorzien.

Van de Ven wijst erop dat de terugkeer van de wolf niet onverwacht was, maar juist een beoogd doel om de biodiversiteit te herstellen. “Eind jaren negentig was het uitgangspunt van de Habitatrichtlijn dat roofdieren in Europa weer zouden terugkeren naar hun oorspronkelijke gebied. In Nederland hebben we de wolf in de negentiende eeuw volledig uitgeroeid. Sindsdien moet er door mensen veel op prooidieren worden gejaagd om populaties binnen de perken te houden. De mens heeft dus de taak van het roofdier overgenomen.”

Incidentenpolitiek

De Habitatrichtlijn kwam er onder meer om die overname deels terug te draaien en grote roofdieren te herintroduceren in ons ecologische systeem. Dat is namelijk goed voor de biodiversiteit, de natuur en uiteindelijk de volksgezondheid. Roofdieren als de wolf kregen een beschermde status, zodat overheden verplicht zouden zijn hun leefgebieden te beschermen en ze te behoeden voor menselijke verstoring. Maar aan die verplichting is in Nederland nooit invulling gegeven, zijn Van de Ven en Kloostra met elkaar eens.

“Er hadden rustgebieden aangewezen moeten worden”, steekt Kloostra van wal. “Gebieden hadden tijdelijk gesloten moeten worden tijdens het voorjaar, wanneer wolven welpen krijgen. En er had vanuit de autoriteiten gecommuniceerd moeten worden hoe we met de wolf moeten omgaan, om verstoring door mensen en daarmee verstoord gedrag bij de wolf te voorkomen.”

Volgens Kloostra ligt daar de kern van het probleem: mensen verstoren het leefgebied van de wolf, omdat er geen preventieve maatregelen zijn genomen om die verstoring te voorkomen. Als er ten gevolge daarvan een incident plaatsvindt, volgt er een oproep tot ingrijpende maatregelen, zoals afschot. Kloostra noemt het ‘incidentenpolitiek’. “Op Eerste en Tweede Paasdag kwamen er zo’n 8.000 mensen op de Hoge Veluwe, midden in de voortplantingstijd van de wolf. En er waren, afgezien van wat geplaatste bordjes, geen voorzorgsmaatregelen genomen. Dan is het wachten op incidenten, want zoveel bezoekers kan een leefgebied van de wolf niet aan.”

Belangenafweging

Cindy van de Ven

Van de Ven wijst er eveneens op dat de landelijke overheid, provincies en landgoedeigenaren al veel eerder werk hadden moeten maken van hun juridische plicht om het leefgebied van de wolf te beschermen tegen verstoring. “Want een bijtincident wil niemand, ook dierenrechtenorganisaties niet.”

Waar tegenstanders van leefgebiedsbescherming en afsluiting van natuurgebieden vaak wijzen op het recht van mensen om in de natuur te recreëren, vindt Van de Ven dat er een nauwkeuriger afweging van belangen moet komen. “Als mens maak je niet in je eentje gebruik van de natuur, maar ben je er onderdeel van.”

Natuurbeschermingsregels zijn er, zoals andere regels, om de mens daaraan te herinneren, vindt de advocaat van Animal Rights. “En om te voorkomen dat tijdelijke politiek het algemeen belang naast zich neerlegt en onomkeerbare problemen veroorzaakt. Over natuurbeschermingswetten is jarenlang nagedacht, want zonder natuur en de dieren die daarin leven zijn wij nergens. De rechtszaken die op basis van bestaande wetgeving worden gevoerd door stichtingen zoals Animal Rights zijn dus zeker niet zo extreem als sommige mensen denken.”

Broedseizoen

Ook Kloostra vindt dat we de natuur die we in Nederland hebben, beter moeten leren delen met wilde dieren. “Want onze laatste waardevolle natuur die we nog overhebben, is strikt beschermd. Maar daar willen we vervolgens wel allemaal hardlopen, wielrennen en picknicken, en dat met z’n allen tegelijk als het mooi weer is. Dat bijt elkaar, en dan heb ik het niet alleen over de wolf.”

Van de Ven trekt voorts de vergelijking met het broedseizoen van vogels. “Het is volstrekt normaal dat er tijdens het broedseizoen delen van natuurgebieden worden afgesloten. Maatschappelijk wordt dat ook geaccepteerd. Iedereen snapt: vogels moeten nu in alle rust kunnen broeden.” Maar als er iets soortgelijks wordt voorgesteld voor de wolf, is die maatschappelijke acceptatie niet vanzelfsprekend en volgt er veel tegenstribbeling, merkt ze. “Dat vind ik jammer, want met samenwerking zouden we veel verder kunnen komen.”

Duitsland en België

Ondertussen zijn de eerste afschotvergunningen wel degelijk een feit: de rechter stak er in een tweetal procedures voorlopig nog geen stokje voor. Zo ver had het volgens Kloostra allemaal nooit hoeven komen. “Je ziet een belangrijk verschil met landen om ons heen, zoals België en Duitsland. Daar was de boodschap vanuit autoriteiten vanaf minuut één heel anders. ‘Let op’, zeiden ze daar, ‘de wolf is beschermd, niet voeren, met rust laten, niet benaderen voor foto’s, neem afval mee naar huis’. In Nederland was de politieke boodschap heel anders: de wolf moet zich inpassen, en moet bij problemen worden aangepakt, in plaats van dat de verstoring door mensen wordt aangepakt.”

De bezwaarprocedure naar aanleiding van de afschotvergunning voor wolf Hubertus loopt inmiddels, en ook voor de afschotvergunning voor de Utrechtse wolf Bram is er zo’n procedure in voorbereiding. “Maar als hij in de tussentijd wordt geschoten, hebben we waarschijnlijk geen procesbelang meer”, constateert Van de Ven. Ze hoopt daarom dat Hubertus en Bram voorlopig nog niet worden gevonden. “Je kunt je trouwens afvragen hoe tam een wolf nu eigenlijk is als een groep jagers het dier wekenlang niet kan vinden.”

Voorzorgsbeginsel

Van de Ven wijst tot slot op mogelijke nieuwe juridische complicaties als bijvoorbeeld wolf Bram wél wordt geschoten. Bram is vader van enkele welpen, waardoor afschot weleens ingrijpende consequenties zou kunnen hebben. En er bestaat, los van de afschotvergunning, nog altijd de juridische verplichting voor overheden om wolvenpopulaties in gunstige staat te brengen en houden. Die staat is momenteel ongunstig, dus is er juridisch gezien eerder aanleiding voor herstel dan voor maatregelen om de wolf te verdringen of zelfs af te schieten.

“Het afschieten van Bram, als roedelleider, kan effect hebben op de rest van de roedel, met name de welpen die nog vrij jong zijn”, legt Van de Ven uit. “Naast bescherming zorgt Bram als vader ook voor voedsel voor zijn welpen. Als hij wegvalt, is de kans groter dat de welpen het ook niet overleven. De ongunstige staat van de wolvenpopulatie op de Utrechtse Heuvelrug verzet zich in principe al tegen afschot van Bram, want zijn roedel is de enige op de Utrechtse Heuvelrug. Het verzet zich om die reden al helemaal tegen het overlijden van bijvoorbeeld zijn welpen, die ook nog eens niet voor ‘problemen’ zorgen.”

Daarmee zou afschot voor nieuwe juridische complicaties kunnen zorgen, onderbouwt Van de Ven. “Want als je niet zeker weet hoe het afloopt met de roedel, zoals in het geval van Bram, dan verzet het voorzorgbeginsel zich ertegen dat de maatregel wordt uitgevoerd.”

Politiek debat

Ondanks de maatschappelijke ophef, felle politieke reacties en grote mate van ‘incidentenpolitiek’ is Kloostra ervan overtuigd dat het uiteindelijk rustiger wordt rondom ‘de wolf’ in ons land. Mensen zullen er een paar jaar aan moeten wennen en er is wat tijd nodig om jurisprudentie te laten ontstaan, maar daarna komt er meer duidelijkheid, zo verwacht de advocaat.

“Maar dan is het wel belangrijk dat er geen hele verkeerde boodschappen worden afgegeven.” Kloostra verwijst naar een incident uit 2023, toen de burgemeester van het Achterhoekse Westerveld suggereerde dat hij kon bepalen dat een wolf die schapen in zijn gemeente had aangevallen mocht worden doodgeschoten. “Dat beeld klopt natuurlijk niet. Ik hoop en verwacht dat we rechtlijnige rechtspraak krijgen die duidelijkheid biedt in alle ruis die is ontstaan. Vervolgens moet het politieke debat zuiver worden gevoerd. Dat politieke debat kunnen wij bij de rechter niet voeren.”

Eigen stem

Ook Van de Ven verwacht dat het op den duur wel beter zal gaan met de bescherming van wolvenrechten in Nederland, maar dat daar nog wel wat jaren overheen zullen gaan. “Daarom zeg ik: dat is de frustratie als je een voorloper bent. In de rechtbank maken we rondom de wolf momenteel vooral recht, in plaats van dat we terug kunnen vallen op al bestaande jurisprudentie. Die is er simpelweg nog maar weinig.”

“Toen ik jaren geleden begon als dierenrechtenadvocaat was ik heel hoopvol, want de natuurbeschermingswetten zijn vrij sterk. Inmiddels ben ik iets sceptischer geworden, doordat aan menselijke kortetermijnbelangen vaak meer gewicht wordt toegekend dan aan het eigenlijke doel van de wet. Het is noodzakelijk om een mindshift te creëren die recht doet aan die wettelijk afgesproken bescherming. Daarvoor blijft het belangrijk om de natuur en dieren te vertegenwoordigen, want zij hebben geen eigen stem.”

Co-existeren

De acceptatie van wolven in Nederland, en het leren co-existeren met een grote roofdierensoort, gaat in kleine stapjes, legt ze uit. “Daarvoor moet je een lange adem hebben, en ondertussen levert het soms frustratie op. Maar ik heb goede hoop. Het liefst zou ik, en ook Animal Rights, geen rechtszaken hoeven starten. Maar als je niet via de rechter ingrijpt en je laat alles maar gebeuren, ben je te laat. We zien keer op keer dat overheden zich niet of onvoldoende aan de wet houden en daarvoor moeten ze op de vingers getikt worden – wat gelukkig ook vaak lukt. Dat geeft de burger moed.”

Een oproep aan de landelijke en regionale politiek heeft Van de Ven tot slot ook: “Voer de Europese beschermingsplichten uit en span je in voor een noodzakelijke gedragsverandering in de samenleving ten aanzien van natuur en wilde dieren. Dit in plaats van daaraan afbreuk te doen door een afwachtende houding aan te nemen of eenzijdige informatie te verspreiden. Dat wakkert uiteindelijk alleen maar verdeeldheid aan. En als je politicus bent, moet je je weerhouden van het zaaien van verdeeldheid. Daar heeft niemand iets aan.”

Wilt u vanaf nu elke week een samenvatting van al het nieuws van Mr. in uw mailbox? Klik hier

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven