Ruim driehonderd gerechtsdeurwaarders zijn rond de 10 miljoen euro aan inkomsten misgelopen door een fout van het ministerie van Justitie. Dat beweert hun beroepsorganisatie KBvG. De deurwaarders eisen daarom alsnog het geld via de rechter, schrijft het Financieele Dagblad dinsdag.
Het bedrag dat de gerechtsdeurwaarders in rekening mogen brengen bij schuldenaren – gebaseerd op het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders – zou niet correct zijn. Het ministerie van Justitie en Veiligheid moet dit bedrag berekenen, maar gebruikt hiervoor cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) die al sinds 2012 niet meer zijn vernieuwd.
De tarieven mochten jaarlijks stijgen, met een percentage berekend op grond van loonkosten, arbeidsproductiviteit en de consumentenprijzenindex. Toen het CBS in 2013 stopte met de berekening van de arbeidsproductiviteit ging het ministerie van Justitie gebruik maken van een alternatief – lager – cijfer. Als het correcte getal was toegepast, hadden de tarieven met 2,65 procent omhoog gemoeten. Jarenlang hebben de deurwaarders daardoor te weinig in rekening gebracht, vinden ze. Om alsnog de misgelopen bedragen te gaan verhalen bij schuldenaren, doorgaans van enkele jaren geleden, is volgens de KBvG ondoenlijk. De KBvG houdt het ministerie aansprakelijk voor de schade.
De KBvG liet onafhankelijke adviseurs van drie grote deurwaarderskantoren berekenen om hoeveel misgelopen geld het bij hen gaat. Bij GGN ging het om 2,5 miljoen euro, bij Flanderijn om 950.000 euro en bij Janssen & Janssen om 580.000 euro. Op basis van deze bedragen schat de beroepsorganisatie een totaalbedrag van 10 miljoen euro voor de hele sector. Die claim is al bij het ministerie gelegd maar die geeft niet thuis. Daarom stappen de deurwaarders naar de rechter om een titel te halen. Als ze die krijgen, kan een gerechtsdeurwaarder daarmee aankloppen bij de minister van Justitie en Veiligheid.
