Mr.

56 / Mr. 4 2019 “S taat de eerste paal in de grond, dan geven de eigenaar en de aannemer een feestje. Zo’n jaar later is vaak het hoogste punt van het gebouw bereikt: weer een feestje. Nog een jaar later heb je de opening”, vertelt Bram Linnartz (Loyens & Loeff). “Dat zijn leuke dingen. Maar er wordt hier vooral keihard gewerkt.” Vastgoed kun je niet gaan studeren. Toen Linnartz 25 jaar geleden advocaat werd, waren kantoren vooral langs de lijnen van de wet georganiseerd. Inmiddels richten zij zich meer op wat de markt vraagt. “Vastgoed is een indus- triespecialisatie. Je moet van alles een beetje weten. We werken nauw samen met notarissen en fiscalisten. Op de Amsterdam School of Real Estate, de specialisatieoplei- ding op dit gebied, doceren we onderwerpen uit de boe- ken 3, 5, 6 en 7 van het BW. Je krijgt koop en verkoop, aanneming van werk, huur, overdrachtsbelasting, BTW, bestemmingsplannen en milieurecht, om wat vakken te noemen.” GEK OP ARCHITECTUUR Femke de Wolf hoopt ooit de master aan de Amsterdam School of Real Estate te volgen, maar is op dit moment nog volop met de beroepsopleiding bezig. Ze is sinds vorig Een modern gebouw is duurzaam en heeft een lange levenscyclus. Bram Linnartz, (Loyens & Loeff) en Femke de Wolf (Dentons Boekel) lopen graag een rondje om ‘hun’ gebouwen heen. Als vastgoedadvocaten hebben ze met verschillende rechtsgebieden te maken. DOOR HENRIETTE VAN WERMESKERKEN FOTO’S GEERT SNOEIJER DE DYNAMIEK VAN VASTGOED SENIOR/JUNIOR jaar advocaat bij Dentons Boekel. “Ik kwammet de vast- goedpraktijk in aanraking tijdens een studentstage en wist meteen dat dit het voor mij was. Het is dynamisch en afwisselend. Binnen het brede terrein van het vast- goed zijn er drie soorten praktijken: de transactie-, de advies- en de procespraktijk. Ik doe alle drie. Wat ik ook leuk vind: vastgoed stáát er. Je kunt er naar toe, je loopt eromheen. Vastgoed is geen bedacht concept, maar con- creet: een gebouw.” Dat is ook wat Linnartz aansprak toen hij de keus voor de studie maakte. “Ik ben gek op architectuur. De gebouwde omgeving heeft altijd mijn belangstelling gehad. Word je dan geen architect − ik ben geen bèta − en zoek je een an- der vrij beroep, dan is de vastgoedadvocatuur wat mij be- treft het mooiste. Veel mensen in dit vak hebben iets met gebouwen. Toen ik begon, zei mijn patroon bij een nieuw project: ga dit weekend maar even kijken. Nog steeds fiets ik graag eens langs een gebouw waar ik mee bezig ben. Ik raad het junioren ook aan.” Na zijn studies aan de Universiteit van Amsterdam en de University of Kent startte Linnartz bij Boekel De Nerée. In 2006 stapte hij over naar Loyens & Loeff, waar hij sinds vorig jaar managing partner is. MANAGER De Wolf nam een omweg om vastgoedadvocaat te wor- den. Na haar middelbare schooltijd in Harlingen begon zij met de opleiding verpleegkunde. “Een mooi beroep. Maar ik miste de intellectuele uitdaging.” Via via kwam De Wolf in aanraking met rechten. Ze keek wel eens een studieboek in en hoorde enthousiaste verhalen. SENIOR/JUNIOR In deze serie praten een senior en een junior advo- caat met elkaar over hun studie, de advocatuur en het vakgebied dat zij delen.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=