Mr.

senior/junior 56 / Mr. 1 2020 “D e enige negen op mijn cijferlijst was voor gymnastiek. Ik hield van sport, deed aan tennis, voet- bal en atletiek”, vertelt Marc Delissen. De Academie voor Lichamelijke Opvoeding leek dan ook een lo- gische keuze voor een vervolgopleiding. “Ik heb de opleiding afgemaakt, maar zag het niet zitten ommijn hele leven gymleraar te zijn. Ik was een jaar of 23 en wilde nog wat anders doen. Rechten of economie. Het werd rechten, want dan had je minder met cijfers te maken.” Delissen combineerde zijn studie met top- sport. Hij hockeyde in het Nederlands elftal, met veel succes. In 1987 werden de hockeyers Europees kampioen, in 1990 wereldkampioen en in 1996 wonnen ze goud op de Olympische Spelen. Dat was ook het jaar dat Delissen af- studeerde en advocaat werd. “Vanaf het begin deed ik zaken die met sport te maken hadden. Dat sprak mij natuurlijk aan. Maar weinig ad- vocaten hielden zich daar in die tijd mee bezig, het was vrijwel onontgonnen terrein.” SPORTERS Ook Amajanti van de Beek twijfelde tussen rechten en economie en koos voor rechten. “Nog zonder enig idee wat ik ermee zou gaan doen. Wat ik in die tijd echt leuk en belangrijk vond, was sport en met name hockey. Ik heb mijn hele school- en studententijd gehockeyd, en ook veel aan training en coaching van jeugdelftallen gedaan.” Van de Beek studeerde in Utrecht, maar deed haar master aan de Universiteit van Amster- dam omdat daar meer keuzevrijheid was. “Mijn scriptie ging over een ongeval bij het marathonschaatsen, waarbij ik besprak in hoe- verre sportorganisaties een zorgplicht jegens sporters hebben.” Van de Beek liep student- stage bij CMS en leerde daar Michiel van Dijk kennen, die veel zaken op het gebied van sport en recht doet. Zo raakte ze enthousiast voor deze discipline. “Die zaken vond ik geweldig interessant. Het ging vaak over bekende spor- ters. Aan het eind van mijn student-stage werd mij gevraagd of ik paralegal wilde worden en het jaar erop, in 2017, ben ik als advocaat be- gonnen bij CMS.” CONTRACTEN Er zijn niet veel advocaten die zich met sport en recht bezighouden. “Je komt in dit wereldje steeds dezelfde namen tegen”, zegt Delissen. Van de Beek en hij schatten dat het om hoog- uit dertig advocaten gaat. “Je moet wel affini- teit met sport hebben om te begrijpen hoe het werkt”, zegt Van de Beek. Delissen: “Sport- recht bestaat niet. Zaken die over sport gaan, gaan over verschillende rechtsgebieden. Vaak arbeids-, contracten- of aansprakelijkheids- recht. Typische sportzaken zijn eigenlijk alleen zaken die over doping of over matchfixing gaan. En seksuele intimidatiezaken komen ook vaak voor in de sportwereld.” Delissen treedt zowel voor individuen als voor organisaties op. “Ik doe veel contractenrecht, zoals sponsorcontracten en evenementencon- tracten. Maar ook aansprakelijkheidszaken. Bijvoorbeeld voor een vereniging die een clinic organiseerde ommensen met vechtsporten in aanraking te laten komen. Daarbij raakte een vrouw gewond. Onlangs stond ik een fiscalist bij die een voetballer had geadviseerd. De voetballer was ontevreden over de advisering in verband met een transfervergoeding. Ik heb individuele sporters en coaches, ook bonds- coaches, als cliënt. En verenigingen, evene- mentenorganisaties, sportbonden en andere organisaties. We zijn de huisadvocaat van een betaaldvoetbalorganisatie.” In deze serie praten een senior en een junior advocaat met elkaar over hun studie, de advocatuur en het vakgebied dat zij delen. ‘Je moet wel affiniteit met sport hebben’ Sport en recht dekt de lading beter dan sportrecht. Gaat het over sport, dan gaat het ook over rechtsgebieden als arbeids- of contractenrecht. Wie zich hierin specialiseert, is vaak zelf een fanatieke sporter (geweest). Zoals Marc Delissen (Delissen Martens) en Amajanti van de Beek (CMS), die allebei intensief hebben gehockeyd − Delissen won zelfs Olympisch goud. door Henriette van Wermeskerken foto’s Geert Snoeijer

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=