Mr.

56 / Mr. 6 2020 Nee, hun werk is niet heel erg veranderd door de coronacrisis, vertellen gezondheidsrechtadvocaten Mieke de Die (Velink & De Die Advocaten) en Simone Koelewijn (Nysingh advocaten en notarissen). “Je zou denken dat in onze praktijk tegenwoordig alles om corona draait. We krijgen wel regelmatig coronagerelateerde vragen, maar verder is het eigenlijk business as usual.” door Karen Rijlaarsdam foto’s Geert Snoeijer hoort er bij. En het zijn momenten waar- op je goed kunt nadenken.” UITPLUIZEN Ook Koelewijn ging na de middelbare school aanvankelijk een andere richting uit: ze begon met een opleiding journalis- tiek. “Ik ben nieuwsgierig en dingen uit- zoeken doe ik graag, maar mensen lastig- vallen vond ik minder geslaagd. Bij een opdracht over ouderschapsverlof verloor ik me helemaal in het uitpluizen van het juridische systeem erachter. Dat was niet de bedoeling, maar bracht mij wel op de gedachte dat ik liever de juridische kant op wilde.” Na een jaar hbo-rechten stapte ze over naar de Universiteit Utrecht. Ze deed een master aansprakelijkheidsrecht en daarna een master gezondheidsrecht aan de UvA. Vorig jaar november begon Koelewijn bij Nysingh in Utrecht op de sectie gezondheidsrecht. Daarvoor was ze een tijdje juridisch medewerker op het kantoor van De Die. MEDISCHE HULPMIDDELEN Gezondheidsrecht valt niet goed in te de- len in de klassieke rechtsgebieden, het is van alles wat: civiel recht, maar er komt ook bestuurs- en strafrecht bij kijken. Het gaat over rechten (en plichten) van pati- ënt en hulpverlener, over de kwaliteit van de zorg, aansprakelijkheid, de inrichting K un je een patiënt verplichten een mondkapje op te zetten? Is het slim om gebruik te maken van de continuïteitstoeslag voor zorginstellingen? Met dat soort vragen worden gezondheidsadvocaten sinds maart dit jaar regelmatig gebeld. Simone Koelewijn: “Vooral tijdens de eerste golf wilden cliënten graag een ant- woord op allerlei praktische vragen. Maar inhoudelijk is ons werk niet veran- derd de afgelopen tijd.” Mieke de Die: “Ik verwacht wel dat als corona eenmaal voorbij is, er veranderingen in de orga- nisatie van de zorg gaan komen. En dat zal dan zeker invloed hebben op onze praktijk. Zo krijg je waarschijnlijk veel meer zorg online. Hoe doe je dat me- disch inhoudelijk veilig, hoe zorg je dat mensen dezelfde zorg krijgen als in de spreekkamer? Hoe zit het met de priva- cy? Dat moet allemaal geregeld worden.” ZORG ALS RODE DRAAD Wat de laatste tijd wél anders is, is dat De Die en Koelewijn nauwelijks meer in ziekenhuizen en zorginstellingen − waar veel van hun cliënten werken − komen. Normaal gaan ze daar regelmatig heen voor overleg. De Die: “Ik kom er eigen- lijk vaker dan in de rechtszaal.” Ze voelt zich wel thuis in een medische omge- ving – geen wonder, want ze is ooit be- gonnen als verpleegkundige. “Als klein meisje wilde ik altijd zuster worden. Maar toen ik eenmaal in de verpleging in het ziekenhuis werkte, zag ik me dat niet m’n hele leven doen. Het leek me te weinig uitdagend.” Een begeesterde do- cent gezondheidsrecht, van wie ze les kreeg tijdens haar tweede opleiding (tot psychiatrisch verpleegkundige), zette haar op het spoor van het gezondheids- recht. Naast haar werk in de GGZ ging De Die rechten studeren, aan de Univer- siteit van Amsterdam. Toen ze was afgestudeerd ging ze aan de slag bij de Raad voor de volksgezondheid, daarna bij de Inspectie voor de gezond- heidszorg. Eerst als inspecteur, later als stafjurist. “Maar op het moment dat zaken echt interessant werden, gingen ze naar de landsadvocaat. Dus toen daar op een gege- ven moment een vacature kwam bij de sectie zorg heb ik gesolliciteerd. Zodoende begon ik op mijn 39e als advocaat.” Na tien jaar bij Pels Rijcken begon ze met een oud-collega een eigen gezondheids- rechtkantoor in Amsterdam: Velink & De Die. Het ondernemerschap bevalt haar uitstekend, al betekent het ook dat je soms zelf processtukken in negenvoud staat te kopiëren (“zo ouderwets dat dat nog steeds moet”) of prullenbakken staat uit te soppen in geval van een fruitvlieg- jesplaag. “Dan mopper ik even, maar het senior/junior ‘Er is altijd wat in de zorg’

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=