Mr.

24 / Mr. 3 2023 interview “JE MOET RECHTSGEBIEDEN OVERSTIJGEN ALS JE NIEUWE OPLOSSINGEN WILT VERZINNEN” Hoog in het gebouw van AKD, op de Zuidas en dichtbij de Vrije Universiteit Amsterdam, zie je elke minuut wel een vliegtuig dalen, richting Schiphol. De zo gewenste energietransitie en de zo ongewenste klimaatverandering hebben ogenschijnlijk nog niet geleid tot minder vliegen. Het is duidelijk: we bereiken dat niet alleen met ander gedrag. Mogelijk eerder met technologische vernieuwingen. Maar dan moet wel de wetgeving daarvoor op orde zijn, en minstens zo innovatief. Dit is het speelveld van Marjolein Dieperink, advocaat en partner bij AKD en sinds vorig jaar bijzonder hoogleraar op de leerstoel Klimaatverandering en Energietransitie aan de rechtenfaculteit van de Vrije Universiteit Amsterdam. Zelf eet ze al minder vlees, vliegt minder en gaat ze op de fiets naar kantoor. Maar om de Parijse klimaatdoelen te halen, staan wetten in de weg, en praktische bezwaren. Over die wetten en regels denkt Dieperink fundamenteel na, met juristen uit verschillende disciplines en met allerlei achtergronden, maar ook met niet-juristen. MENSEN VERBINDEN Haar carrière begon met een klassieke bestuursrechtpraktijk. Winkelcentra, voetbalstadions, dat werk. Rond 2007 kwam windenergie op zee opzetten, wat zij nu omschrijft als ‘het succesverhaal van het energiebeleid van de afgelopen tien jaar’. Miljardensubsidies waren ervoor beschikbaar. In 2013 kwam het Energieakkoord. Genoeg ingewikkelde problemen, dacht Dieperink, en het helpt ook nog eens de wereld vooruit. Daaraan werkt ze niet alleen bij AKD, ook bij de VU, waar ze omgevingsrecht doceert en de leergang klimaatverandering en energietransitie heeft opgezet. Mensen verbinden, daar zet ze op in. Een notaris, een milieurechtjurist, iemand die alles afweet van projectfinanciering, een specialist Europees recht, een wetgevingsdeskundige. “Zet je die bij elkaar, dan gebeuren er nieuwe dingen.” Ze geeft als voorbeeld de windparken op zee, buiten de territoriale wateren, in de Exclusieve Economische Zone (EEZ). Dat is geen Nederlands grondgebied meer en dan geldt het Burgerlijk Wetboek ook niet. “Goederenrechtelijk zit je dan in een soort vacuüm. De vraag is hoe banken en private financiers zekerheid kunnen krijgen voor hun investeringen, als er geen hypotheekrecht kan worden gevestigd. Nu subsidies zijn weggevallen is dat extra belangrijk. Tegelijkertijd is het natuurlijk goed nieuws dat op dit moment subsidies voor offshore-windprojecten niet meer nodig zijn. Wat op het gebied van wind op zee is gebeurd, is een goed voorbeeld van hoe wetgeving aan marktpartijen investeringszekerheid en een level playing field kan bieden.” DINGEN VERANDEREN Op die manier denken over recht heeft Dieperink niet van huis uit meegekregen. Juristen zijn er eigenlijk niet in haar familie. Haar overgrootvader had een bakkerij op de Amsterdamse Blauwburgwal. Hoewel er in de Tweede Wereldoorlog heel weinig bommen op Amsterdam zijn gevallen, kwam er wel eentje op zijn bedrijf terecht. Daarna is de familie verhuisd naar het midden van het land en daar gebleven – en doorgegaan in zoetwaren. Ook al was er geen traditie in rechtenstudies, het paste wel goed bij Dieperink. Ze benadrukt de maatschappelijke relevantie ervan, de taal, het analytische, de argumentaties, het opbouwen van een verhaal. En de mogelijkheid ‘dingen te veranderen’. Maar een heel sterk idealisme zat er niet achter haar keuze voor de rechtenstudie. Toch is haar antwoord op de vraag wie zij bewondert Jane Fonda, de Amerikaanse filmster die al jong ageerde tegen de Vietnamoorlog en zich later ook profileerde als mensenrechten- en dierenrechtenactivist. “Een zelfstandige, sterke vrouw, autonoom handelend, ze weet waar ze naartoe wil.” Kijk, dát sprak en spreekt Dieperink aan. Maar het Fondaactivisme is haar vreemd. ‘Dingen veranderen’ doet ze niet via procederen (“houd ik minder van”) of de A12 blokkeren, maar liever via het opzetten van projecten. Het liefst ingewikkelde projecten, mensen met verschillende achtergronden bij elkaar zetten en dan één en één is drie proberen te bereiken. Zoals grote wind- en warmteprojecten, maar ook dichter bij huis – letterlijk. In 2014 kon ze haar eigen duurzame en gasloze woning bouwen. Dus geen buttons vóór dit of tégen dat voor Dieperink, “ik zit wat degelijker in elkaar”. Haar activisme is: de eigen weg zoeken. “Via degelijke redeneringen het recht een stuk verder helpen. Als ik ergens goed over heb nagedacht en het heb beredeneerd, sta ik er ook achter en durf ik het uit te dragen. Die rol pak ik ook in de combinatie hoogleraar- advocaat.” En zo geeft ze het ook door aan de volgende generatie juristen. “Wat ik de studenten probeer mee te geven: dit is je gereedschapskist om dingen te veranderen.” Dat ze zelf in het bestuursrecht rolde, was min of meer toeval. Ze werd student- assistent bij de vakgroep staats- en bestuursrecht in Utrecht en werkte samen met hoogleraar Lex Michiels en vervolgens met Jan Struiksma, haar latere promotor. “De verhouding markt-overheid lag me gewoon.” Later leert ze de beperking van de klassieke rechtsgebiedenindeling. “Je moet juist overstijgend bezig zijn om nieuwe dingen te verzinnen en oplossingen te bedenken. In mijn projecten probeer ik samen te werken met andere disciplines. Dat kan alleen als je oogkleppen afdoet.” Zelf is ze het belang voor de energietransitie gaan inzien van bijvoorbeeld goederenrecht – een vak dat haar tijdens de studie bepaald niet lag. VERKOKERING Energietransitie heeft, wat Dieperink betreft, ook een gedeelde juridische visie op enkele centrale thema’s nodig. Dat zijn bijvoorbeeld aandelenbelang, investeringszekerheid, versnelling van procedures, level playing field en eigendom. Die visie is er volgens haar nog niet. “Dat komt door de verkokering van rechtsgebieden en omdat we lang bezig zijn met het beleid. Energietransitie is

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=